dag 1 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
9-10-11 |
Genève |
Seyssel |
70 km |
4:24 u |
599 m |
3 % |
meest asfalt |
wisselend |
|
|
Besneeuwde toppen
Het is kil en druilerig als we Genève uitfietsen.
In de verte zien we boven de wolken nog net de besneeuwde
toppen van de Jura. Daar valt voorlopig niet te fietsen.
|
|
|
|
Net
buiten Genève zien we de besneeuwde toppen van de Jura
|
|
De Rhônefietsroute
gaat bij La Plaine over een loopbrug onder een spoorbrug
|
dag 2 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
10-10-11 |
Seyssel |
Chambéry |
62 km |
4:18 u |
635 m |
5 % |
asfalt |
rustig |
|
|
Keuze
Een dag later breekt de zon door. We verlaten het Rhonedal
en rijden over een kleine col driehonderd meter omhoog.
Dat voelt goed. Onder ons ligt het Lac du Bourget, in
de verte lonken de Alpen.
Nu staan we voor de keuze: rechtuit en heuvel-op-heuvel-af
doorfietsen tussen de wijnhellingen, of linksaf de Alpen
in. We kiezen voor de Alpencols. Het is al oktober, maar
het kan het nog wel! De wijnroute is een mooi plan B. |
|
|
|
Vlakbij La
Chapelle-du-Mont-du-Chat pauzeren we op een verlaten parkeerplek
... |
|
... met een
weids uitzicht over het Lac du Bourget |
dag 3 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
11-10-11 |
Chambéry |
La Chambre |
79 km |
5:15 u |
1020 m |
4 % |
asfalt |
rustig |
|
|
|
Achter de
wijngaarden doemen bergen op |
|
Koeien kruisen
ons pad
|
|
Bij
La Chambre zijn de hoogste toppen wit
|
dag 4 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
12-10-11 |
La Chambre |
St.-Sorlin-d'Arves |
38 km |
4:19 u |
1315 m |
6 % |
asfalt |
rustig |
|
|
Alpengevoel
Alle cols zijn nu sneeuwvrij. Vanuit het dal van de Maurienne
kunnen we omhoog via de Col du Glandon, de Col de la Croix de
Fer of de dubbele Col du Telegraph/Galibier. De eerste is het
laagst maar ook het steilst, de laatste het hoogst en het zwaarst.
Met onze kampeerbepakking en beginnersconditie lijkt de Col
de la Croix de Fer ambitieus genoeg.
Het begin valt tegen. Smerige vrachtwagens rijden hier af en
aan naar een steengroeve, maar na een paar kilometer wijken
stofwolken en dieseldampen voor de geur van dennen. Klimmen
tussen dennen kun je echter ook in de Harz of de Vogezen. Het
echte Alpengevoel komt bij de boomgrens.
Corrie rijdt als een hinde omhoog. Ik ben nooit een snelle klimmer
geweest en heb ook niks met prestatiegerichte sport. Corrie
wel, al fietst ook zij om te genieten van de omgeving en niet
om veel kilometers te scoren. Tijdens vlakkere tochten houden
we elkaar wel bij, maar op een Alpencol worden onze tempoverschillen
akelig uitvergroot. Alleen op erg steile stukken stapt Corrie
af, terwijl ik dan nog door kan fietsen; in Engeland gebeurt
zoiets vaak, op de minder steile Franse cols niet. Dus dreigen
we elkaar hier uit het oog verliezen. Bovendien is haar fiets
een paar kilo lichter dan de mijne. Daarom krijgt Corrie nu
de tent, zodat ik drie kilo minder en zij drie kilo meer de
berg op moet trappen. Er is hier geen camping meer open, maar
onze tent kunnen we goed gebruiken voor de gewichtsnivellering.
Ook de meeste hotels zijn nu dicht. Vijf kilometer voor de col
is er nu nog één open. Het wordt vooral gebruikt
door Poolse klusjesmannen, die alles hier opknappen voor het
wintersportseizoen.
|
|
|
Na Saint-Jean-de-Maurienne gaan
we fors klimmen, maar de sneeuw blijft buiten bereik |
|
Op 1400 meter
hoogte bereiken we de boomgrens |
dag 5 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
13-10-11 |
St.-Sorlin-d'Arves |
Alpe d'Huez |
54 km |
5:19 |
1814 m |
6 % |
asfalt |
stil |
|
|
|
Colfilosofie
Mistvelden en ochtendzon spelen kat en muis tijdens de finale
klim naar de Col de la Croix de Fer. Op de top pronkt een groot
ijzeren kruis, waar deze col naar genoemd is. Ook is er verse
koffie en koek voor het handjevol mensen dat hier vandaag langskomt.
De enigen die nu haast hebben, zijn de racefietsers met hun
eigen colfilosofie.
Het liefst zouden we hier nog een dag willen blijven om een
lange wandeling te maken, maar we moeten al over tien dagen
in Marseille zijn. Op de Michelinkaart vinden we een mooi vervolg.
We dalen af tussen de bontgekleurde bergen en nemen na het Lac
du Verney een binnenweg naar Huez. |
|
|
De laatste loodjes naar de Col
de la Croix de Fer |
|
|
|
|
|
|
|
Bovenop de eerste 2000-plusser!
|
|
De Col de la Croix de Fer is
genoemd naar dit kruis |
|
We dalen af door de Défilé
de Maupas... |
|
|
...en blijven
hoog boven het dal van de Romanche |
|
Hongerklop
De alternatieve klim naar Alpe d’Huez valt niet tegen.
Waar geen bomen staan, kijken we uit over het dal van de Romanche.
Pas in het oude dorp Huez komen we uit op de beroemde weg uit
de Tour de France. Die is breder en drukker dan we gewend zijn.
Gelukkig hoeven we van de 21 bochten die genoemd zijn naar wielrenners,
alleen de bovenste zes nog te fietsen: onze eigen versie van
de Alpe d’HuZes.
Ik voel mijn benen verzuren en Corrie krijgt de hongerklop.
In de tweede bocht, die van Marco Pantani, stoppen we voor een
shot chocola. In dichte mist komen we boven. Daar sprint Corrie
snel naar het Bureau de Tourisme, dat op het punt staat te sluiten.
‘Er zijn nog drie hotels open’, meldt ze even later
met een plattegrond in de hand. Alpe d’Huez ziet er uit
als een spookstad. |
|
|
Vlak voor
Alpe d'Huez - hier in de bocht van Marco Pantani - klimmen we
verder in de mist |
dag 6 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
14-10-11 |
Alpe d'Huez |
Briançon |
76 km |
5:52 u |
1458 m |
4 % |
asfalt |
wisselend |
|
|
Autovrij
‘Route barrée’ meldt een bord voor de weg
naar de Col de Sarenne. Zoals zo vaak, geldt dit niet voor fietsers.
Een dik uur later bereiken we de prachtige autovrije col, die
net niet de 2000 meter haalt. We pakken de brander en zetten
koffie. Het waait amper en in de zon lijkt het wel zomer. De
stilte wordt slechts verbroken door het geblaat van de schapen,
die als levende strobalen in de buitenbochten van de weg staan. |
|
|
Na het sfeerloze
Alpe d'Huez (1800 m) volgt de prachtige, vrijwel autovrije Col
de Sarenne (1999 m) |
|
|
|
Schapen staan als strobalen
in een bocht |
|
Gletsjers,
kloven, watervallen
Twaalf kilometer verder en 1000 meter lager bereiken we de enige
doorgaande route in dit gebied. Er rest ons weinig anders dan
deze te volgen. Na enkele tunnels fietsen we langs een decor
van gletsjers, kloven en watervallen, omlijst met spetterende
herfstkleuren. We profiteren van de rust in het laagseizoen;
tijdens de zomervakantie is deze weg veel drukker. Bovendien
is het vroeg in de middag. In de Savooise Alpen wordt dan urenlang
geluncht, waardoor er weinig verkeer is. Helaas bereiken we
ons doel niet voor de avondspits. De laatste kilometers voor
de Col du Lautaret wordt het weer drukker. Gelukkig is de weg
hier niet erg steil, zodat we tamelijk vlot de pas bereiken.
Daar begint ook de weg naar de 600 meter hogere Col du Galibier.
|
|
|
Vlak voor La Grave zien we de
Glacier de la Meije |
|
Het dal van de Romanche wordt
steeds kleurrijker |
|
Op de Col du Lautaret (2057)
lonkt de nog hogere Col du Galibier (2646 m), die we links laten
liggen |
dag 7 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
15-10-11 |
Briançon |
Cervières |
20 km |
2:07 u |
529 m |
5 % |
asfalt |
rustig |
|
|
Cappuccino
De Galibier bewaren we voor een andere keer. Nu zakken we liever
af naar Briançon, nog altijd de hoogstgelegen stad van
Frankrijk. In de krappe glooiende straatjes rond de citadel
wanen we ons in Italië. In de Grande Rue is ook nog eens
een Italiaanse bakker, die garant staat voor een voortreffelijk
ontbijt.
Tussen twee koppen cappuccino met verse amaretti buigen we ons
weer eens over de Michelinkaart. Het oude plan, om vanaf Briançon
langs de Durance af te zakken naar de Provence, voldoet niet
meer. We willen nog meer cols. Eerst nog even Briançon
zien, dan op naar de Col d’Izoard! |
|
|
De
hooggelegen vestingstad Briançon is te mooi om
snel doorheen te fietsen |
|
Krakende
trappen
Halverwege de middag zien we Cervières liggen. Een prettig
sjofel bergdorp, zonder skiliften en flatgebouwen voor wintersporters.
We beseffen dat we nog een paar uur moeten fietsen om de col
te bereiken en daarna snel weer verder moeten. Na vier Alpencols
in twee dagen mogen we wel een dag relaxen. We vinden een sfeervol
hotel met houten vloeren en krakende trappen. Buiten op de veranda
drinken we witte wijn tot de zon achter de bergen wegzakt.
|
|
|
Ook deze
zonnewijzer in Cervières is een mooi staaltje couleur locale
|
dag 8 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
16-10-11 |
Cervières |
Guillestre |
42 km |
3:07 |
847 m |
6 % |
asfalt |
rustig |
|
|
Maanlandschap
De Col d’Izoard is een echte fietscol. Regelmatig worden
we ingehaald door racefietsers. Verder is de weg hier elke kilometer
voorzien van fietsroutepaaltjes, die ook vermelden hoe hoog
en steil het op die plek is.
Bomen filteren het licht van de zon, die nu eens links en dan
weer rechts van de weg schijnt. Voorbij de boomgrens fietsen
we door een maanlandschap dat doet denken aan foto’s van
Kirgizië. Direct na de pas volgt de Casse Déserte,
waar enorme grindlawines even lijken te pauzeren. Voorzichtig
beginnen we de afdaling en slalommen we langs de losse brokken
steen die hier op de weg liggen. Elk voorjaar moet het een heidens
karwei zijn om deze col weer begaanbaar te maken. |
|
|
De klim
naar de Col d'Izoard (2360 m) is een van de betere |
|
|
|
Rond de
top ligt een kale steppe vol bergpuin |
|
|
|
|
|
We dalen
af door La Casse Déserte |
|
|
|
Links
ligt het Château de Queyras... |
|
...maar
wij gaan rechts door de Gorges du Guil |
dag 9 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
17-10-11 |
Guillestre |
Barcelonnette |
51 km |
4:06 u |
1177 m |
6 % |
asfalt |
rustig |
|
|
Bouwverkeer
Een dag later komen we op de Col de Vars geen enkele fietser
tegen. Het duurt ook een tijdje voordat we deze klim echt leuk
gaan vinden. Het begin is het steilst - zo rond de acht procent
- en het drukst. Om de paar minuten komt er bouwverkeer voorbij.
Er wordt hier duidelijk gewerkt, maar niet in de horeca. Cafés,
restaurants en bakkers zijn overal dicht. De dorpen zijn hier
naar heiligen genoemd, maar lijken hun ziel te hebben verkocht
aan projectontwikkelaars. Na het laatste dorp staan geelbruine
lariksbossen te fonkelen onder de strakblauwe hemel en keert
de Alpeneuforie weer terug.
Boven op de col staat een veewagen eenzaam aan de kant. We vermoeden
dat de chauffeur aan het lunchen is en gaan hetzelfde doen.
Even later horen we driftig geblaf en nerveus geblaat onze kant
opkomen. Een herder drijft met zijn hond een kudde schapen naar
de wagen toe. We zien hoe één schaap met zachte
drang op een loopplank geduwd wordt en achter in de veewagen
verdwijnt. De rest volgt, nog kauwend op hun laatste hap Alpengras,
niet beseffend dat de slachtmaand voor de deur staat. |
|
|
Op
weg naar de Col de Vars zien we achter ons het Massief des Écrins
|
|
We komen echter ook door
een stuk of wat 'wintersportparadijzen'
|
|
De laatste
kilometers voor de col zijn prachtig |
|
|
|
Boven
op de Col de Vars (2109 m) verzamelen schapen zich voor de jaarlijkse
tocht naar het dal |
|
Met
zachte drang worden ze een vrachtwagen ingelokt |
|
Pastelkleuren
Snel dalen we af naar het dal van de Ubaye. De sfeer in de dorpen
verandert. Er is meer straatleven, de huizen hebben pastelkleuren
en er hangen bloemen rond de dorpspomp. Inmiddels zijn we in
de Haut Provence en nog maar één Alpencol verwijderd
van het mediterrane zuiden. Meer cols zitten er niet meer in,
want overmorgen wordt een storing met regen en sneeuw verwacht.
Welke col we nog gaan bedwingen, moeten we nu beslissen: de
ruim 2700 meter hoge Bonnette, de 400 meter lagere Cayolle of
de 2250 meter hoge Allos. De Bonnette valt af, daar bevries
je nu. De Allos sluit perfect aan op de route naar de Gorges
du Verdon, waar we ook nog heen willen fietsen. |
|
|
Tijdens
de afdaling passeren we deze Cheminées de Fées
|
|
Het
Fort de Tournoux waakt over het vaak betwiste dal van de Ubaye
|
|
Aan
de sfeer merken we dat we het noorden van de Provence hebben
bereikt |
|
In
Barcelonnette bivakkeren we in het Grand Hôtel
|
dag 10 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
18-10-11 |
Barcelonnette |
Colmars |
44 km |
3:48 |
1116 m |
5 % |
asfalt |
stil |
|
|
Rijp
Het is koud wanneer we Barcelonnette uitrijden. In de schaduw
ligt overal een dikke laag rijp. De wind is zwak, maar voelt
ijzig. We zijn blij wanneer de weg gaat stijgen, zodat we het
weer warm krijgen. De Col d’Allos blijkt een stille beauty
te zijn. Een smalle weg overbrugt eerst een paar diepe kloven
en wringt zich later in eindeloze bochten tussen loodrechte
rotswanden en diepe ravijnen door, vaak mooi afgewerkt met muurtjes
van op elkaar gemetselde keien. Auto’s komen we nauwelijks
tegen.
De klim is heel gelijkmatig, het uitzicht een ansichtkaart vol
Indian Summer tinten. Op 1800 meter hebben we nog een behaaglijke
picknick in de zon, maar 300 meter hoger treffen we vroeg in
de middag nog stijfbevroren stroompjes aan. Dan draait de weg
een koud bos in, waar de weg nu de hele dag in de schaduw blijft.
Over een afstand van 300 meter is het asfalt bedekt met spekgladde
rijp. Ik voel mijn achterwiel even glijden en stap snel af.
We schuifelen stapvoets naast onze fietsen omhoog.
Op de top trekken we lange broeken, windstoppers en wanten aan.
De laatste grote afdaling belooft mooi maar fris te worden.
Wel op een boomloze en zonovergoten zuidhelling, die overdag
gelukkig nog vorstvrij is. |
|
|
Nog
één Alpencol te gaan! Eerst gaat de weg over een
paar diepe kloven |
|
De
klim naar de Col d'Allos is goed te doen, verkeer is er amper
en het landschap is een feest! |
|
|
|
|
|
|
|
Niet
ver van de col ligt 's middags nog een dikke laag rijp op de
weg. Voorzichtig schuifelen we omhoog |
|
|
|
Bovenop
de Col d'Allos (2250 m) houden we een frisse picknick |
|
Morgen zal
het hier gaan sneeuwen, maar nu gaat het afdalen nog als een trein
|
|
|
|
Colmars
is een onverwacht mooi vestingstadje met een sfeervolle gîte
d'etape |
|
|
dag 11 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
19-10-11 |
Colmars |
Comps-sur-Arturby |
73 km |
4:10 u |
727 m |
4 % |
asfalt |
rustig |
|
|
Provence
We fietsen nog een hele dag door de Haut Provence, maar komen
niet meer boven de 1000 meter. Veel hoger willen we ook niet meer
zijn, want de bergkammen gaan schuil achter steeds grauwer wordende
regenwolken. Na een kletsnatte nacht volgt een kraakheldere dag.
In de verte kunnen we de bergen weer zien, nu voorzien van een
vers pak sneeuw. De Alpencols zijn onbegaanbaar geworden, maar
wij genieten verder van de Gorges du Verdon en de nog warme Provence. |
|
|
Bij
Castellane vallen de eerste spetters. Gelukkig staat er geen
Alpencol meer op het programma... |
|
...maar
nog wel deze kloof bij de Torrent de Rayaup |
|
. |
dag 12 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
20-10-11 |
Comps-sur-Arturby |
Aups |
59 km |
4:12 u |
1045 m |
4 % |
asfalt |
rustig |
|
|
|
De
volgende dag zijn de hoogste bergen wit geworden |
|
En dan verschijnt
de Gorge du Verdon |
|
Geen
toeristen, zomerhitte en heiige luchten, maar herfstkleuren! |
|
|
|
|
dag 13 |
van |
naar |
afstand |
netto fietstijd |
totale klim |
gemiddelde stijging |
wegen |
verkeersdrukte |
21-10-11 |
Aups |
Les Arcs |
42 km |
2:56 |
333 m |
3 % |
asfalt |
rustig |
|
|
|
Na
Aups fietsen we door het mediterrane deel van de Provence, zoals
hier bij het Château de Taurenne
|
|
(In een iets andere vorm eerder verschenen
in Op
Pad , najaar 2012)
|
|