Vrijdag,
16:47. Het bord voor de Keutenberg voorspelt een killerklim,
maar met bepakking kom ik zonder veel moeite boven. Volgens
mijn fietscomputer is het hellingspercentage niet hoger dan
16% en zo voelt het ook
|
|
Zaterdag, 8:25.
Op de camping zijn wereldfietsers ('appeltaarten' en 'berggeiten')
druk aan het inpakken |
|
Zaterdag,
9:49. Op de pont naar Wallonië spreekt Bert als een Grote
Roerganger de appeltaartfietsers toe
(Een paar honderd meter verderop arriveerde bijna een eeuw geleden
een mislukte roerganger, de Duitse
keizer Wilhelm II, om politiek asiel in Nederland
aan te vragen.)
|
|
Zaterdag, 11:05.
Luik verrast met leuke kunst en mooie fietspaden langs de Maas...
|
|
...maar
helaas zijn er geen terrassen langs de rivier. Na 30 km is er
nog steeds geen koffie. Het appeltaartvolk begint te morren.
Bert stopt bij een supermarkt met cafetaria, waar de fietsen
uit het zicht in een parkeerbunker kunnen staan. Dat voelt echter
niet goed voor de bezitters van glimmende Santossen en M-gineeringfietsen.
Luik heet niet voor niets 'Palermo aan de Maas'.
Op de Openfietsmap
zie ik dat er 300 m naar rechts een café moet zijn. Dat
is er: met een metersdiep gat pal voor de ingang, waar de uitbater
kratten en biervaten in laat zakken. Over een smal richeltje
kunnen we langs dit gat naar binnen lopen. Niet zonder gevaar
voor lijf en leden, maar de fietsen blijven veilig in het zicht.
De koffie is prima, maar een stuk taart zit er vooralsnog niet
in. |
|
Zaterdag,
13:21. Nog eens 15 km verder vinden we een bakker en een picknickbank.
Weliswaar geen appeltaart, maar een heerlijke verse rabarbertaart
als waardige vervanger |
|
|
|
Zaterdag, 13:54.
We fietsen verder langs de mooie fietspaden van Ravel
(Rando Vélo)
|
|
Zaterdag, 14:27.
Bij Poulseur passeren we een monumentale spoorbrug die opgeknapt
wordt |
|
|
|
Zaterdag,
14:47. Hier liggen ook de restanten van het Ourthekanaal,
dat koning Willem I had willen laten graven om de Maas met de
Moezel te verbinden |
|
Zaterdag,
17:01. Al snel bereiken we een knusse camping met uitzicht op
de Rocher de la Vierge
|
|
Zaterdag,
17:20. Als de zon even schijnt, is het hier goed toeven |
|
|
|
Zondag,
9:39. De volgende ochtend gaan de eerste kilometers langs een
geitenpad met dikke boomwortels en losse stenen. Ik zie iemand
van haar fiets vallen, gelukkig niet in de rivier. Sommigen
kiezen hier voor een asfaltalternatief. Na regen moet dit pad
onbegaanbaar zijn
Na 10 km komen we in
Hamoir langs winkeltjes en terrassen. Een prima plek en tijdstip
om koffie te drinken en naar de bakker te gaan, maar volgens
ongeschreven wereldfietserregels hoort er de eerste 20 á
25 km niet gestopt te worden. Een andere ongeschreven regel
is dat je op een helling al je krachten benut om snel boven
te kunnen zijn. Ik hou er niet van om sneller dan me lief is
achter een groep aan te jakkeren en zie de rest al gauw achter
de horizon verdwijnen. (Wat niet wil zeggen dat ik een hekel
aan klimmen heb, integendeel; geen Alpenpas
is mij te hoog, zolang ik maar niet voor wielrennertje hoef
te spelen.) |
|
Zondag,
13:21. Halverwege de eerste lange klim kom ik Barbera tegen,
die ik nog ken van de Achterhoektocht
van vorig jaar. Ook zij doet het rustig aan. In Ferrières
drinken we een uur lang koffie. Dan fietsen we verder door de
grijsgroene Ardennen, waar af en toe een streepje zonlicht op
valt |
|
|
|
Zondag,
17:29. Ik kort de route wat in, zodat we deze dag niet veel
meer dan 1050 m hoeven te klimmen. Op de weg naar Trois Ponts
bereiken we het hoogste punt voor een lange afdaling
|
|
Zondag,
17:56. Na Trois Ponts volgt nog een een stuk vals plat op een
voormalige spoorweg...
|
|
...waar
we de slakken alle tijd gunnen om veilig over te steken
|
|
Maandag,
9:45. Over de voormalige spoorlijn van Stavelot naar Spa fietsen
we geleidelijk heuvelopwaarts. Na 10 km fietsen vinden we in
Francorchamps een bakker die open is, waar we twee grote mokken
koffie drinken |
|
Maandag,
11:56. Na Francorchamps vervolgen we de fietsspoorweg tussen vijftig
tinten groen |
|
Maandag,
13:06. De kerk van Jalhay heeft een gedraaide
torenspits |
|
Maandag,
13:21. In Foyr staat dit typisch Belgische huis in een scherpe
hoek tussen twee wegen |
|
Zondag,
13:48. In Limbourg treffen we andere wereldfietsers en zijn we
even geen hekkensluiters meer |
|
Zondag,
14:51. We nemen we de tijd om op te warmen in dit sfeervolle
vestingstadje. Limbourg
is de oude hoofdstad van het hertogdom
Limburg, dat ten zuiden van de huidige provincies
Limburg lag |
|
|
|
Zondag,
14:54. Ook de kasseien in Limbourg zijn zo te zien nog in de tijd
van het hertogdom gelegd |
|
Zondag, 15:13.
Het gps-track maakt af en toe een berggeitensprongetje... |
|
...maar
we blijven onze zegeningen tellen |
|
|
|
De muren
van de abdij zijn van robuuste natuursteen met een hoog ijzergehalte
|
|
Achter de
brouwerij ontdekken we een stenen Schalulleke...
|
|
|
|
... en dit
gezellige duo |
|
In
de abdijkelders heeft bier het veld geruimd voor dure maar fraaie
kunstwerken
|
|
|
Het
abdijbier smaakt goed, maar motiveert niet om nog eens 150 m
te klimmen naar het hoogste punt van de Voerstreek. In plaats
daarvan blijven we de weg langs de Berwine volgen en komen we
zonder noemenswaardige klim in het dal van de Maas.
Rond 19:30 bereiken we Maastricht. Laat genoeg om niet met andere
fietsers om schaarse fietsplekken in de trein te hoeven strijden,
vroeg genoeg om nog op een redelijk tijdstip in Rotterdam en
Leiden te komen. |
|