|
Pinkstertocht
2019 |
|
|
Donderdag 6 juni. Op het station van Maastricht loopt de lange
volle trein uit het noorden leeg, waarin ook enkele wereldfietsers
blijken te hebben gezeten. Met Gaele en Gerard maak ik een ommetje
via de Sint Pietersberg |
|
Limburg is langgerekt. Vrijdag
7 juni staat er meer dan 90 km op het program en dan zijn we nog
niet verder dan Roermond. 's Ochtends om 9:15 rij ik naar de uitgang
van camping De Bosrand. Haast iedereen blijkt dan al te zijn vertrokken,
maar Willem en Gaele hebben even gewacht. We drinken koffie in
Maastricht en fietsen verder noordwaarts langs de Grensmaas |
|
Tussen Kotem en Maasmechelen
is een gedenkplek voor de Dodendraad,
een vroege variant op het IJzeren Gordijn, waar tijdens de Eerste
Wereldoorlog honderden mensen zijn geëlektrocuteerd.
(Ietsje verder, bij het Belgische Vucht, worden we bij een ander
monument even herinnerd aan de Tweede Wereldoorlog. Hier maakte
een
Duits vliegtuig in de winter
van 1940 een noodlanding in een weiland, met aan boord een blauwdruk
van de aanvalsplannen op Nederland en België, die enkele
maanden later uitgevoerd zouden worden)
|
|
Na Maaseik gaan
we met een pontje de Maas over en fietsen we verder langs de oostoever.
Bij het vestingstadje Stevensweert wakkert de wind aan en trekt
de lucht dicht. Volgens de buienradar komt er noodweer onze kant
op |
|
Gelukkig volgt
het noodweer een iets andere koers dan de buienradar voorspeld
had. Er vallen slechts wat spetters terwijl we comfortabel bivakkeren
in een ruime stal bij de camping |
|
Zaterdag 8 juni
fietsen we in een wisselend gezelschap 80 km langs de Belgische
grens met de wind vaak tegen. Ook op deze route stuiten we af
en toe op replica's van stukjes Dodendraad |
|
Zondag 9 juni fietsen we na een vergeefse bezoekpoging aan de
Achelse
Kluis verder aan de Belgische kant van de grens.
(Ook anno 2019 is Pinksteren voor een bierabdij dus echt wat
anders dan een dag met extra omzet.)
Na enkele kilometers wordt de groene horizon abrupt doorbroken
door iets wat op een loods of fabriek lijkt. Dichterbij blijkt
het een moderne koeienstal te zijn. Er staat een informatiebord,
dat helaas niet uitlegt waarom de koeien op deze mooie lentedag
niet buiten in de wei lopen, of waarom het enorme dak niet benut
is voor zonnepanelen (zoals wel gebeurt bij de al net zo industriëel
uitziende, maar zelfs door Wakker Dier geprezen kippenstal van
Kipster).
Het infobord doet vermoeden dat de insteek van dit bedrijf traditioneel
is, ondanks het moderne uiterlijk.
Een krasse vrouw van in de tachtig ziet ons staan en vertelt
spontaan hoe ze hier met haar inmiddels overleden man rond 1950
zijn begonnen als keuterboeren. Zij lijkt me niet de juiste
persoon om nu mijn vragen over koeien, energiebeheer of mesthuishouding
te beantwoorden, al zou ze het misschien graag doen. Er moet
vandaag echter ook nog 90 km gefietst worden. En ik heb trek
in koffie. Naar de antwoorden op mijn vragen wordt overigens
al druk gezocht door sommige journalisten, zoals hier
|
|
|
|
Koffie gaan we
voorlopig niet vinden, wel een fraaie Verkeerde
Lieve Heer in het bos. We komen andere wereldfietsers
tegen die nu maar zelf koffie zijn gaan zetten, maar ik verlang
inmiddels ook naar een lekker stuk taart. Met z'n vieren verlaten
we de geplande route en koersen we naar Lommel, waar vandaag hopelijk
een bakker open is
|
|
In de buitenwijken van Lommel draaien de cementmolens overuren
om vóór de geplande betonstop
in Vlaanderen nog zoveel mogelijk open ruimte vol te zetten met
nieuwe huizen. Ook lijkt iedereen hier mee te dingen naar een
prominente plek op de website Ugly
Belgian Houses. Iemand heeft zelfs zijn uiterste best
gedaan om woning en auto perfect te laten matchen |
|
|
|
En dan is er
na 34 km eindelijk koffie bij de bakker in Lommel! |
|
We fietsen terug
naar de grens en nemen om drie uur afscheid van Jos en Barbera,
die besloten hebben om weer naar huis te gaan. Voor Willem en
mij is het dan nog 48 km naar de camping via de mooie route die
Bert heeft uitgestippeld. Dat betekent dat we voor vandaag nog
maar net over de helft zouden zijn. Dus doen we wat Bert ook wel
eens deed, toen hij nog geen e-bike had: we maken de route wat
korter |
|
In de Brabantse
bossen wordt flink gekapt. Sommige stammen zijn bijna zo dik als
de wielen van mijn fiets
|
|
We passeren
de Reuselse
Kei. Een heuse zwerfkei, maar deze is niet, zoals in
het noorden en oosten van Nederland, tijdens de Saale IJstijd
door het landijs uit Scandinavië hierheen gerold. Dit landijs
heeft Brabant namelijk nooit bereikt. Deze kei is waarschijnlijk
vanuit het zuiden door kruiend ijs in de Maas, toen die nog door
de Kempen stroomde, hierheen gebracht
|
|
Dan komen
we bij het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Na enkele kilometers
is het jaagpad afgezet. De route die Bert had uitgezet, verlaat
daarom het kanaal weer, maar wij negeren de afsluiting en blijven
over het jaagpad fietsen, wat enkele kilometers korter is
|
|
Bij Ravels
is vandaag een toertocht van oude trekkers geweest. We stappen
even af om de oldtimers te bekijken |
|
|
|
De laatste kilometers
naar Baarle-Nassau gaan over het Belse Lijntje ten noorden van
Turnhout. Daar klimmen we nog even op een uitkijkpost, waar we
een heuse torenhengelaar aantreffen |
|
Maandag 10 juni fietsen
we eerst langs de Witte Kei, die al sinds 1251 de plek markeert
waar de grenzen van Merksplas, Hoogstraten en Baarle-Hertog samenkomen
|
|
We drinken koffie
in de Wortel
Kolonie, waar, net als in het Drentse Veenhuizen, landlopers
werden opgesloten. Pas in 1993 werd in België de wet op de
landloperij afgeschaft. Sindsdien zijn enkele 'oud-landlopers'
er blijven wonen. Zouden uitgerangeerde wereldfietsers er ook
welkom zijn? |
|
|
|
Met Gaele en
Roald volg ik het fietspad langs het riviertje de Mark tot Breda,
waarvandaan we op verschillende manieren terug naar huis gaan
|
|
Op deze
site staan ook fotoverslagen van eerdere wereldfietsertochten,
zoals Paastocht
2007, Achterhoektocht
2015, Huttentocht
2015, Hemelvaarttocht
2016, Pinkstertocht
2016,
Huttentocht 2016, Hemelvaarttocht
2017 en Huttentocht
2018. |
|
|