|
Fietsen
tijdens de lockdown in 2021 (2) |
|
Eind
mei, begin juni 2021 hebben we een paar weken vakantie.
De coronamaatregelen worden geleidelijk versoepeld.
Sinds eind april is er geen avondklok meer en vanaf
19 mei mogen terrassen weer de hele dag open zijn. Ook
'niet-essentiële' winkels gaan weer open, maar
mondkapjes blijven binnen overal verplicht. Vanaf 5
juni mogen terrassen weer van 's ochtends vroeg tot
's avonds 10 uur open zijn en mag je in café's
en restaurants weer binnen zitten. Ook musea en theaters
gaan dan weer open. Buiten mag je nog steeds maar met
maximaal 4 personen samen zijn. Een kampeerverbod is
er dit jaar gelukkig niet meer gekomen en het verbod
van de NS om fietsen mee te nemen in de trein, heeft
- mede dankzij de Fietsersbond en Rover - uiteindelijk
maar een paar maanden geduurd. |
|
Zaterdag
22 mei 2021; fietsen van Uitgeest naar Oterleek; 25 km |
|
|
|
Op de ochtend dat we vanuit Leiden willen vertrekken,
komt de regen met bakken uit de lucht. We stellen
ons vertrek nu even uit tot het ergste volgens de
buienradar voorbij zal zijn. In de loop van de avond
wordt het volgende regenfront al verwacht. Daarom
hebben we nu een zolderkamer in Oterleek geboekt.
De kampeerspullen nemen we wel mee, want we zijn veel
te blij dat kamperen weer kan. De droge uren gebruiken
we nu om van Uitgeest naar Oterleek te fietsen. Tot
Uitgeest nemen we de fietsen mee in de trein.
Noord-Holland is voor ons bekend terrein. Als tiener
had ik hier al een 'fietsimperium'
opgebouwd. Toch zien we altijd wel wat nieuws. Zoals
deze vogelhuisjesverzameling op een huismuur in Akersloot.
|
|
|
|
Op
weg naar Driehuizen komen we langs een grondig verbouwde
molen. In 1923 verloor molen
De Wester zijn wieken tijdens een storm.
Die zijn nooit meer teruggevonden en in 1936 besloten
de eigenaren om de molen doormidden te zagen. Een voorbijfietsende
Bromsnor sommeerde hun daar onmiddelijk mee te stoppen
en eerst een sloopvergunning aan te vragen. Dat werd
geregeld, maar de onderste helft van de molen is altijd
blijven staan. In 2019 is De Wester verkocht aan een
bouwbedrijf, dat een penthouse met een glazen ring bovenop
de halve molen gebouwd heeft. |
|
|
|
Zondag
23 mei 2021; fietsrondje vanuit Oterleek; 51 km |
|
|
|
We
blijven nog een nacht in Oterleek om een rondje Schermer-Eilandspolder-Beemster
te fietsen. Eerst halen we koffie op een overdekt terras
in Alkmaar, waar we de laatste plensbui van vandaag
over ons heen laten gaan. Hoewel Alkmaar mijn geboorteplaats
is, heb ik geen actieve herinnering aan de tien dagen
dat ik hier gewoond heb. Wel maak ik altijd graag een
rondje door de binnenstad. Nu de kaasmarkttoeristen
wegblijven, grijpen we de kans om in alle rust het Huis
met de Kogel te aanschouwen. |
|
|
|
Bij
de Accijnstoren
fietsen we de stad weer uit. |
|
|
|
Aan
de rand van de Schermer staan nog enkele fruitbomen
in bloei. Door het frisse lenteweer duurt de bloesemperiode
dit jaar bijzonder lang. |
|
|
|
De
Eilandspolder
is een van onze favoriete fietsrondjes. Een zompig veenweidegebied,
doorspekt met monumentale huisjes en gebouwen uit vervlogen
tijden. Zoals de Noordeinder
Vermaning. |
|
|
|
Een
bordje lokt ons naar een picknicktuin. Wat we aantreffen,
overtreft onze verwachting: een weelderige tuin met
een schuur waar we koffie of thee kunnen maken. |
|
|
|
Na
de lunch zakken we nog even uit in de hangmatten. |
|
|
|
Graft
heeft een monumentaal raadhuis uit 1613, dat het resultaat
was van een conflict met De Rijp, waarna de twee dorpen
niet meer samen door een deur konden. In de 19e eeuw
verarmde Graft. De ramen op de begane grond van het
raadhuis werden dichtgemetseld, een deel van de gevel
werd verwijderd en het houtwerk begon te verrotten.
Aan het begin van de 20e eeuw is het raadhuis net op
tijd gered en in de oorspronkelijke stijl gerestaureerd.
Achter het raadhuis hebben we een jaar eerder gekampeerd. |
|
|
|
Dan
stuiten we op een automaat uit het Swiebertjetijdperk;
gevuld met harde, zoete en zeer plakkerige stroopsoldaatjes,
die nog dagenlang mijn stuurtas onveilig zullen maken.
|
|
|
|
|
|
Graft
gaat naadloos over in De Rijp, dat tot in de 19e eeuw
bewoond werd door haringvissers en walvisvaarders, waarvoor
de horizon aanzienlijk verder lag dan die van de Schermer
en de Beemster. Op de kaart hieronder is goed te zien
hoe de dorpen op een smal stukje land, het Schermereiland,
tussen deze grote meren lagen. |
|
|
|
Al is het best een
mooie zondagmiddag, er zijn nu bijna geen toeristen. De
Kerkstraat hebben we voor onszelf. |
|
|
|
Ook
De Rijp heeft een monumentaal raadhuis, uit 1630, bovenop
een waag. Nadat het nietige Graft een nieuw raadhuis
had gebouwd, moest De Rijp natuurlijk nog wat groters
neerzetten. Ontworpen door Jan Adriaensz Leeghwater,
die zelf ook niet de meest bescheiden persoon in deze
contreien moet zijn geweest (zie hier). |
|
|
|
Dan duiken we de Beemster
in, die in 1612 droogviel en inmiddels op de werelderfgoedlijst
van Unesco staat. Op de kaart hieronder is goed te
zien hoe planmatig deze droogmakerij is verkaveld
(om deze kaart met de vorige te vergelijken, moet
je hem een kwartslag tegen de klok in draaien, zodat
het noorden aan de bovenkant komt te liggen).
|
|
|
|
Hopelijk heeft de werelderfgoedstatus niet tot gevolg
dat het massatoerisme dat voor de pandemie Amsterdam,
Volendam en de Zaansche Schans al teisterde, straks
ook hierheen komt. Het Unescokeurmerk kan ook gebruikt
worden om die toeristen tegen te houden. Zo heeft
de provincie Noord-Holland de plannen voor de bouw
van een 70 meter hoge Van-der-Valktoren aan de rand
van de Beemster afgewezen, nadat de gemeente Purmerend
had besloten dat er wel zo'n Trumptowertje
in een bos langs de A7 mocht komen (zie hier
en hier).
Langs onze route door Middenbeemster staan enkele
monumentale stolphoeves.
|
|
|
|
|
|
Bij Westbeemster
staan de laatste tulpen nog te bloeien. |
|
|
|
Vlak
voor Schermerhorn zien we aan de Westdijk een huis uit
1676, dat ik gek genoeg op geen enkele monumentenlijst
heb gevonden. |
|
|
|
Tussen
Schermerhorn en Ursem staan Bovenmolen
G en Ondermolen
K, die onderdeel zijn geweest van een molengang
van 6 bovenmolens, 5 middenmolens en 5 ondermolens,
die met nog 22 andere molens de Schermer droog moesten
houden. Anderhalve maand later zou een van de wieken
van Bovenmolen G afbreken. Een fotoreportage van de
vervanging ervan is hier
te zien. |
|
|
|
Wanneer
we Ursem binnenrijden, melden grote gele borden dat
er een samenscholingsverbod van kracht is. Verderop
is de straat bezaaid met lege bierblikjes. Even later
horen we luide muziek dreunen. Voorzichtig fietsen we
de Schermerdijk op. Onder de dijk hangen tientallen
jongeren rond, en zo te zien zijn ze behoorlijk opgefokt.
We houden ons gedeisd en fietsen rustig door. Foto's
maken lijkt me nu geen goed idee.
Hier
heb ik later een bericht over deze samenscholing gevonden.
Gewoonlijk is het hier elk jaar met Pinksteren kermis.
Voor veel West-Friese jongeren is dat een wedstrijdje
comazuipen geworden. Nu de kermis niet door kan gaan,
moet er wel gezopen kunnen worden. Trouw
wijdde er in 1997 al een artikel aan, met de titel 'Drie
dagen zat'. 'Knokpartijen tussen roomsen en protestanten
komen niet meer voor. De West-Friese kermissen, die
zojuist zijn begonnen en tot in de herfst duren, zijn
kameraadschappelijke zuipfestijnen geworden. In elk
gehucht moet alles wijken voor die paar dagen feest,
waarop iedereen z'n trots voor zijn eigen dorp toont.
En misschien komt de boerenzoon er aan de vrouw.'
|
|
Maandag
24 mei 2021; fietsen van Oterleek naar Oudeschild; 51
km |
|
|
|
Tweede Pinksterdag begint
met urenlange regen. Toch pakken we niet de trein naar
Den Helder, want met een harde wind in de rug is het
ook nu nog best lekker fietsen.
Bij de poldermolen van Hensbroek
steken we via een smalle voetbrug over naar de stille
kant van de Ringvaart van de Heerhugowaard. |
|
|
|
Afgebroken takken
en twijgen waarschuwen ons dat we de lentestorm vandaag
niet moeten onderschatten. |
|
|
|
Verder
hangt er vandaag een grijsgroene regensluier over West-Friesland,
af en toe onderbroken door een tulpenveld. |
|
|
|
Ook de kerk op het
terpje van Haringhuizen is een fotostop waard. |
|
|
|
De
Lange Jaap bij Huisduinen
overleefd ook deze storm, al heeft hij zijn beste tijd
gehad. Een rapport
van Rijkswaterstaat somt de mankementen op:
' er zitten scheuren in de wandpanelen, het materiaal
in de toren is zeer bros, er zit zwelroest in de voegen,
de bouten van de toren zijn ingeteerd en de vloeren
zijn onthecht'. |
|
|
|
Zodra
we op Texel zijn, breekt de lucht open. Typisch waddenweer!
We fietsen langs een gloednieuwe
kustlijn van de veerhaven naar Oudeschild.
Nog maar enkele jaren terug lag hier alleen een dijk,
die niet meer was opgewassen tegen de stormvloeden in
de nabije toekomst. Nu ligt er voor de oude dijk nog
een kunstmatige duinenrij met een strand ervoor. Dit
houdt misschien tot de volgende eeuw stand. Tegen een
stormvloed die hooguit een paar dagen duurt, is deze
kustversterking vast wel opgewassen, maar niet tegen
een permanente zeespiegelstijging
van ettelijke meters. |
|
|
|
In
het noorden doemt de Hoge Berg op, een 15 m hoge keileembult
die hier 150 duizend jaar terug door een dikke laag
landijs is gevormd. Keileem is een taaie grondsoort,
die goed bestand is tegen wind, golven en stroming.
Zelfs wanneer de duinen van Texel door de zee worden
verzwolgen, zal de Hoge Berg het nog een tijd uithouden. |
|
|
|
Als
we de andere kant opkijken, zien we in de verte Den
Helder en links daarvan de keileembulten op Wieringen
liggen, waar we een
jaar geleden hebben gefietst. |
|
|
|
We
dineren op een zonnig terras met uitzicht op de haven
van Oudeschild. In het zuiden trekt de lucht alweer
dicht. Het volgende regenfront komt in een rap tempo
op ons af en zal niet minder nat worden dan zijn voorgangers.
Daarom hebben we voor vanavond maar weer een kamer in
Oudeschild geboekt; anders waren we naar ons favoriete
NTKC-terrein
bij De Cocksdorp gefietst. |
|
|
|
Dinsdag
25 mei 2021; fietsen op Texel; 51 km; en op Vlieland;
6 km |
|
|
|
Eerst fietsen we
over de Hoge Berg met zijn karakteristieke tuunwallen
en schapenboeten. |
|
|
|
|
|
Bij
de Hoge Berg ligt een begraafplaats voor de Georgiërs
die in 1945 op Texel zijn gesneuveld. Velen van hen
waren krijgsgevangenen van de Duitsers, die min of meer
noodgedwongen in dienst van de Wehrmacht waren getreden
en in de winter van 1945 naar Texel waren gestuurd.
Met de Duitse capitulatie in zicht kwamen ze in opstand
tegen de Duitsers. Ze beseften dat ze anders na terugkeer
in de Sovjet-Unie als landverraders behandeld zouden
worden. Uiteindelijk mislukte de opstand en wisten slechts
een paar honderd van de 800 Georgiërs te overleven
door met hulp van de Texelse bevolking onder te duiken.
Pas enkele weken na de capitulatie, op 20 mei, werd
Texel door het Canadese leger bevrijd. De overlevende
Georgiërs zijn op 17 juni 1945 teruggegaan naar
de Sovjet-Unie, gekleed in geallieerde uniformen. Toch
hebben veel van hen nog enkele jaren in Sovjetwerkkampen
door moeten brengen. Pas na de dood van Stalin in 1956
werden zij gerehabiliteerd. Geschat wordt dat deze
opstand op z'n mist duizend levens van Georgiërs,
Duitsers en Texelaars heeft gekost. |
|
|
|
In
het zuiden van Texel ligt ook nog een keileembult, waar
de kerk van Den Hoorn op gebouwd is. |
|
|
|
Texel is het enige Nederlandse Waddeneiland met keileembulten.
Zonder dit keileem zou Texel niet hebben bestaan en
zou de Nederlandse kust verder oostwaarts hebben gelegen.
Nu is het eiland met zijn harde kern een draaipunt
in de kustlijn, die tot Texel steeds meer naar het
noorden loopt en daarna in oostelijke richting buigt.
Pakweg 5500 jaar voor het begin van de jaartelling
stond het water in de Noordzee nog 6 m lager dan tegenwoordig.
Texel was toen nog geen eiland, maar lag op een landtong
die vanaf Friesland westwaarts in de Noordzee reikte,
nog een stuk verder dan de huidige westkust van Texel.
Ten noorden en ten zuiden van die landtong lag een
smalle strook veen (bruin op de kaart) die overging
in een grillig kustgebied met kwelders, wadden en
stranden.
|
|
|
|
Zo'n
3000 jaar later was die smalle strook veen fors gegroeid.
Bijna het hele noorden en westen van het vasteland werd
nu bedekt werd met een steeds dikker wordende veenlaag.
Alleen de hogere keileembulten staken hier nog bovenuit.
De zeespiegel steeg nu niet meer zo snel. Langs de Hollandse
kust ontstonden strandwallen met duinen dankzij de aanvoer
van zand uit de grote rivieren. De ondiepe lagune die
daarachter lag, groeide dicht met veen. In het noorden
werd veel minder rivierzand aangevoerd, zodat de zee
daar nog langzaam terrein kon winnen. |
|
|
|
Rond
het begin van de jaartelling was het hoge deel van Texel
nog met een smal strookje veen verbonden met het vasteland.
Ten oosten daarvan drong de zee steeds dieper het land
in en kon de Zuiderzee ontstaan. |
|
|
|
Uiteindelijk
bleven de Texelse keileembulten de enige hoge en droge
stukjes grond tussen kwelders, stranden en wadden. |
|
|
|
Rond
het jaar 1000 moet het Marsdiep tussen Texel en Den
Helder zijn ontstaan. Ook de duinen die we nu nog op
Texel aantreffen, zijn in de middeleeuwen ontstaan.
Hoe het eiland sindsdien door bedijkingen, een aanstormende
zandplaat in het zuiden en een fusie met Eierland in
het noorden een stuk groter is geworden, is hier
te lezen.
We fietsen zo ver mogelijk naar het
zuidpunt van Texel en maken daar een wandeling. Aan
de overkant van het Marsdiep zien we de Lange Jaap weer
staan.
Hier denk ik aan de allereerste keer dat ik met de veerboot
naar Texel voer. Dat was met mijn (stief)oma en een
paar neefjes tijdens een logeerweekend. Met een bus
reden we naar Den Helder, waar we op de veerboot stapten.
Aangekomen op Texel mochten we van deze oma - die een
hekel aan bewegen had - niet het eiland op, maar keerden
we met dezelfde boot gelijk weer terug naar Den Helder.
Ik stond perplex. Op Terschelling en Vlieland was ik
al geweest. Nu werd mij de kans om als tienjarige een
derde eiland aan mijn prille imperium toe te voegen,
in het zicht van de haven ontnomen! |
|
|
|
Strandpalen markeren
de middeleeuwse kustlijn op een plek die nu een paar kilometer
landinwaarts ligt. |
|
|
|
Langs
de oostkust fietsen we weer naar het noorden. Meestal
over het geasfalteerde stuk aan de zeezijde van de hoge
Waddendijk. Bij een kleiput ten zuiden van Oosterend
is deze dijk in de jaren 1970 een stukje ingekort en
landinwaarts van de oude dijk gelegd. Daar blijven we
nu langs de kust fietsen aan de binnenkant van de oude
bochtige dijk, die er een halve eeuw geleden nog overal
zo moet hebben uitgezien. |
|
|
. |
Even
later passeren we de IJzeren Kaap, die sinds 1854 de
oostpunt van Texel markeert. |
|
|
|
Vlak
voor De Cocksdorp zien we in de verte Vlieland als een
beloofd land voor ons liggen. |
|
|
|
Als
ik nog even omkijk, zie ik dat op de zuidelijke helft
van Texel inmiddels de ene bui na de andere valt. |
|
|
|
Bordjes
wijzen ons de weg naar de alternatieve veerhaven van
Texel. |
|
|
|
Bij de houten terminal
is het al gezellig druk met fietsers en wandelaars. |
|
|
|
We
duwen de fietsen over de strandopgang naar de houten
steiger die naar de ' De
Vriendschap' leidt. |
|
|
|
De lucht is weer
prachtig en de wind waait de goede kant op. We hebben
er zin in! |
|
|
|
Vanaf het
Robbengat zien we de vuurtoren van Texel steeds kleiner
worden. |
|
|
|
Op
de Steenplaat liggen zeehonden loom in het zand. |
|
|
|
Op de Vliehors is
het nu stil, maar morgen kunnen er weer bommen vallen. |
|
|
|
We
hebben ons goed ingepakt en peinzen we er niet over
om binnen te gaan zitten. Gewapend met camera's, verrekijker
en gps genieten we van de tocht. We doen bijna 2 uur
over een tocht van 22 km. In de vaargeul halen we met
de wind en de vloedstroom mee een snelheid van 20 km/uur,
maar bij het oversteken van het wantij
zakt deze tot 8 km/uur. Af en toe voelen we dat het
schip de bodem raakt. Bij een lage snelheid en opkomend
water is dat niet erg. |
|
|
|
Dan komt het Vuurboetsduin
en het dorp in zicht. |
|
|
|
Langzaam verdwijnt de zon achter
een nieuwe partij wolken, maar de regen valt vanavond
niet waar wij varen. |
|
|
|
Vanaf
de haven is het nog een half uurtje fietsen naar natuurkampeerterrein
De Lange Paal, waar we twee nachten geboekt hebben.
Vijftien jaar geleden konden we hier nog zonder reservering
op een van de trekkersveldjes terecht, maar die zijn
nu gesloten vanwege corona. Nieuw voor ons is dat je
hier nu ook een voorkeursplek kunt reserveren, voor
maar liefst € 12,50 extra, bovenop de € 2
reserveringskosten. Wij kiezen pas bij het inchecken
een plekje uit, zonder extra kosten. Bij aankomst blijkt
hoe verstandig dat is. Veel plekken zijn drassig geworden
door de overvloedige regen van de afgelopen dagen. Als
we ons hadden laten verleiden door het uitgekookte verdienmodel
van Staatsbosbeheer, hadden we wellicht € 12,50
neergeteld om in een regenplas te mogen staan. |
|
Woensdag
26 mei 2021; fietsen op Vlieland; 19 km - en wandelen;
8 km |
|
|
|
De dag begint goed.
De zon schijnt uitbundig en het kampeerveld kan nu snel
opdrogen. |
|
|
|
Op
weg naar onze eerste koffiestop bij Het Posthuys stoppen
we even bij de Dodemansbol,
waar vroeger zeelieden met een besmettelijke ziekte
werden begraven. |
|
|
|
We
laten onze fietsen bij het Posthuys staan en lopen naar
de Kroon's
polders, een complex van zanddijken dat tussen
1905 en 1935 is aangelegd op initiatief van duinwachter
Jan Wouter Kroon. Niet te verwarren met de bijna gelijknamige
Kroonpolders op Terschelling,
die genoemd zijn naar Symen Kroon. Deze oudere broer
van Jan Wouter was tweede havenmeester op Terschelling
en ontwikkelde daar een vergelijkbaar project.
In die tijd
ging het niet zo goed met Vlieland. In de 19e eeuw was
het eiland verarmd en waren veel eilanders al naar het
vasteland verhuisd. De duinen werden aangevreten door
de Noordzee en Vlieland dreigde op de smalste plek in
tweeën te breken. In de 19e eeuw zijn strekdammen
langs de Noordzee aangelegd om verdere afkalving tegen
te gaan, maar het onderhoud hiervan was kostbaar. In
1921 is nog serieus overwogen om het eiland te ontruimen
en langzaam in zee te laten verdwijnen. De Kroon's polders
waren een poging om het eiland te beschermen tegen een
doorbraak en een deel van de stranden, kwelders en wadden
om te vormen tot bruikbare landbouwgrond.
Op een kaart
uit de 19e eeuw is de zwakke plek van Vlieland goed
te zien bij strandpaal 41. Tussen paal 42 en 43 beginnen
de strekdammen. |
|
|
|
In 1910 heeft men
deze plek 'gespalkt' met wat zanddijken en is de eerste
Kroon's polder gereed. |
|
|
|
In
1930 ligt er een reeks zanddijken en Kroon's polders
naast elkaar. Toch blijft de Noordzee aan het eiland
knagen, waar de strekdammen ontbreken. |
|
|
|
De
bodem van de Kroon's polders bleek te zout en te nat
voor reguliere landbouw. Een boer heeft er nog een tijd
vee laten grazen en de luchtmacht heeft in de grootste
polder een landingsbaan gehad. Sinds de jaren 1960 is
het een natuurgebied, waar meer dan 60 vogelsoorten
broeden en zich een bijzondere brakwatervegetatie heeft
ontwikkeld. |
|
|
|
We
lopen een groot rondje om de Kroon's polders. Op een
paar plekken kunnen we het gebied goed overzien met
de Meeuwenduinen op de achtergrond. |
|
|
|
In
de verte zien we Texel liggen. De vuurtoren is nog net
zichtbaar. Daarvoor ligt nog de 8 km lange Vliehors,
ook wel bekend als Cornfield
Range. Regelmatig horen we de vliegtuigen,
die vanaf vliegbasis Leeuwarden komen. Alleen in de
weekends is het hier meestal stil. |
|
|
|
Boven de Waddenzee
trekt de lucht nu snel dicht met wolken. Er is weer een
regenfront op komst. |
|
|
|
Na
de Kroon's polders vervolgen we ons rondje over het
Noordzeestrand. |
|
|
|
Geheel volgens plan
hebben we de wind, die nu steeds meer aanwakkert, hier
in de rug. |
|
|
|
Bij
de strandopgang naar het Posthuys bekijken we een kunstwerk,
gemaakt van doppen en deksels die op het strand zijn
gevonden door deelnemers aan de jaarlijkse strandschoonmaak
van Stichting
De Noordzee. |
|
|
|
We
fietsen naar het dorp, waar de regen spoedig begint
te vallen en voorlopig niet meer zal stoppen. Alle slechtweervoorzieningen
zijn al maanden gesloten, dus maken we nog maar een
wandeling langs de mooiste plekken in het dorp. Zoals
de Nicolaaskerk en het Diaconiehuis... |
|
|
|
...het oude kerkhof
vol verweerde grafstenen... |
|
|
|
...of dit prachtexemplaar
uit 1758, gemaakt van een walviskaak. |
|
|
|
En
elke keer als we een leeg tafeltje op een overdekt terras
vinden, zijn we er als de kippen bij. |
|
|
|
|
|
Donderdag
27 mei 2021; fietsen op Vlieland naar ; 4 km - en van
Harlingen naar Hijum; 45 km |
|
|
|
We
varen weer verder; ditmaal met een grote veerboot naar
Harlingen. Via Sopsum en Hitzum fietsen we naar Franeker,
waar we langs het
Korendragershuisje
fietsen. |
|
|
|
Voor
de tweede keer binnen een jaar fietsen we langs de markante
18e-eeuwse Koepelkerk in Berlikum. Deze foto heb ik
op een hete dag in augustus 2020 genomen. Toen hadden
we behoefte aan koeling, vandaag fietsen we echter met
handschoenen aan. Vlakbij de kerk vinden we een bakker,
waar we koffie en cake halen. Er is geen terras, maar
de vrouw die ons helpt, zegt dat we wel aan een tafeltje
achterin de winkel mogen zitten. "Alleen niet
bij het raam aan de straatkant, want daar zou een boa
jullie kunnen zien." |
|
|
|
Voor
en na Berlikum volgen we zoveel mogelijk jaagpaden en
vanaf Stiens volgt nog een stukje tot fietspad verbouwde
spoorweg, het Dokkumer
lokaaltje. |
|
|
|
In
Hijum vinden we een boerencamping,
die is voorzien van een fijne keuken annex zithoek in
een verbouwde stal. |
|
Vrijdag
28 mei 2021; fietsen van Hijum naar Eenrum; 77 km |
|
|
|
De
volgende ochtend lijkt het zowaar wel lente. Handschoenen
zijn vandaag niet meer nodig. Ook de regen lijkt voorlopig
niet terug te komen. |
|
|
|
We
maken eerst een rondje om de kerk van Hijum. Daar valt
mijn oog op een graf met een schaatser erop, die op
weg lijkt naar van de ijsbaan van het dorp, hier vlakbij
aan de voet van de terp waar de kerk op staat. Het graf
is van Willem
Poelstra, een marathonschaatser uit dit dorp.
Op zijn 24e kreeg hij na een wedstrijd op de Jaap Edenbaan
een hartstilstand, die hem fataal is geworden. |
|
|
|
Aan
de toren hangt een klok met een sierlijke smurfblauwe
wijzerplaat. |
|
|
|
Tussen bermen met
fluitekruid en boterbloemen fietsen we langs de Hallumervaart
en de molen Genezareth. |
|
|
|
Vlakbij Bartlehiem
komt een skûtsje voorbij op de Dokkumer Ee. |
|
|
|
Bij Jannum mogen
we driemaal bellen voor deze Sara. |
|
|
|
Bij Oosternijkerk
maken grasvlaktes plaats voor aardappelruggen. |
|
|
|
Bij Paesens
fietsen we een stuk over de waddendijk tot we bij een
gesloten hek weer om moeten keren. |
|
|
|
Dankzij
deze noodgedwongen routewijziging komen we nu langs
de Alddyk bij Anjum: een eeuwenoude zeedijk die nog
heel lang als slaperdijk
dienst heeft gedaan. Waar de dijk een opening heeft
voor een weg, is sprake van een coupure.
Aan weerszijden van de weg staan muren met sleuven erin,
waar vloedplanken
in passen. Mocht de huidige zeedijk - de wakerdijk -
doorbreken en de polder tussen de waker- en de slaperdijk
overstromen, dan moet de slaperdijk het water nog kunnen
keren. Dat lukt alleen als de vloedplanken bijtijds
in de coupures geplaatst zijn.
Ook bijzonder zijn de antieke houteen telefoonpalen
achter de dijk. |
|
|
|
Na
Lauwersoog kunnen we weer aan de waddenkant fietsen.
Daar word ik meestal blijer van dan van de aangeharkte
en omgeploegde wereld aan de binnenkant van de dijk
- zeker als we de wind mee hebben. In de verte markeren
windturbines en een rookpluim de Eemshaven. Op die windmolens
wordt vaak gefoeterd, maar als we willen voorkomen -
of op z'n minst uitstellen - dat de Waddenzee verdrinkt
(en daarna een groot deel van de bewoonde wereld), en
dubieuze leveranciers van olie en gas niet willen blijven
sponsoren, zullen we nog veel meer windenergie nodig
hebben. |
|
|
|
|
|
Wanneer
we de Groningse kust naderen, zien we rijshouten dammen
om slibdeeltjes op te vangen tijdens hoogwater. Vroeger
werd hier land mee gewonnen, nu moet dit dammencomplex
de erosie van kwelders tegengaan en bij zeer hoog water
de golfslag tegen de zeedijk dempen. Ik noemde het altijd
landaanwinningswerken, maar nu kom ik erachter dat dit
al sinds 1991 kwelderwerken
zijn. |
|
|
|
Grote delen van de Waddenzee zijn vroeger op deze
manier ingedijkt. De rijshouten dammen zijn goed te
zien op een oude topografische kaart van de Lauwerszee.
|
|
|
|
In 1969 werd de Lauwerszee afgesloten, tot vreugde
van veel Friese boeren (betere waterhuishouding en
nieuwe landbouwgrond) maar tot verdriet van de vissers
in Zoutkamp. Naar de visie van biologen en ecologen
werd in die tijd amper gevraagd. Tien jaar later zou
de Lauwerszee waarschijnlijk niet meer rücksichtsloos
zijn afgesloten, maar zouden de bestaande dijken zijn
versterkt of zou misschien een kleinere variant van
de Oosterscheldekering zijn gebouwd.
Twee jaar na de afsluiting kwam ik hier voor het
eerst, voor een wadlooptocht naar Schiermonnikoog.
Wat ik hier toen zag, was een doodse vlakte van zand,
slib en zoet water, waarvan de motor - het tweemaal
dagelijks in- en uitstromen van zeewater - voorgoed
stilgevallen was (later is dit beschreven als een
ecologische ramp in het Friesch
Dagblad). Inmiddels heeft het gedeelte
van het Lauwersmeer dat geen landbouwgrond of militair
oefenterrein is geworden, het toch nog tot Nationaal
Park weten te schoppen. Om de visstand en rijkdom
aan vogels hier in stand te houden, moet er wel wat
veranderen. Het waterpeil in het Lauwersmeer zal moeten
variëren om te voorkomen dat het waterriet verdwijnt
en er een bos voor in de plaats komt dat je ook ergens
anders kunt laten groeien (zie hier).
Boeren en recreatieondernemers hebben alweer geprotesteerd
tegen een tijdelijke verhoging van het waterpeil (zie
hier).
We nemen afscheid van de Waddenzee, maar hopen er
nog vaak terug te komen. In het Hogeland
laten we ons verrassen door stille dorpjes met indrukwekkende
kerken, zoals in Hornhuizen.
|
|
|
|
Op
een voetbrug over de Pieterbuurstermaar zien we Eenrum
al liggen, waar we bivakkeren op 't
Aagt, een van de weinige NTKC-terreintjes
waar we nog niet eerder zijn geweest. |
|
|
|
Zaterdag
29 mei 2021; rondje fietsen vanuit Eenrum; 43 km |
|
|
|
Vandaag fietsen we een rondje met vrienden uit Groningen,
die ik nog ken uit het tijdperk van mijn 'uitzendbaantjes
blues', waarin ik de dagen aftelde dat ik nog moest
werken om weer maandenlang te kunnen fietsen. We drinken
koffie in Garnwerd en lunchen uitgebreid bij de Theefabriek
in Houwerzijl. Onderweg is het zo gezellig, dat ik
vergeet om foto's te maken.
's Avonds zitten we weer op 't Aagt, waar we aan
de rand van de akkers een prachtig plekje uit de wind
en in de zon hebben gevonden. Volgens een terreinkenner
die hier aan het klussen is, is het hier niet altijd
zo idyllisch. Wanneer het land waar we nu op uitkijken,
wordt bemest, of wanneer er geoogst wordt, wat tot
laat in de avond door kan gaan, is kamperen hier geen
feest. Ook met Pasen
breekt in Eenrum elk jaar de hel los. In je tent zul
je dan wel geen risico op blijvende gehoorschade lopen,
maar ben je wel gedoemd om tot diep in de nacht mee
te genieten van het festival. Jaren terug hebben we
zoiets meegemaakt op een idyllisch natuurkampeerterrein
in Molenrij, waar we na een dag fietsen genoten van
een mooie zomersavond, totdat om 22:00 uur een halve
kilometer verderop het jaarlijkse dorpsfeest in Kloosterburen
losbarstte. Een week later overkwam ons hetzelfde
in Fedderwardersiel, waar een krabbenkotterregatta
plaatsvond. Uit voorzorg zochten we niet daar al een
camping op, maar 2 km verder. Twee kilometer was ver
genoeg om geen last van de fanfares te hebben, maar
we hadden niet gerekend op de housebeat die tegen
middernacht losbarstte en pas om 4 uur 's ochtends
weer ophield.
|
|
|
|
Zondag
30 mei 2021; fietsen van Eenrum naar Oude Pekela; 80 km |
|
|
|
Winsum
werd in 2020 door de ANWB tot mooiste dorp van Nederland
gekozen. Ook ligt het aan het Pieterpad. Het gevolg
is dat hier op een mooie zondagochtend een stoelendans
plaatsvindt op het enige terras waar je rond 11 uur
koffie met appeltaart kunt krijgen. Na een korte vergeefse
zoektocht naar alternatieven, hebben we geluk en bemachtigen
we een paar stoeltjes met uitzicht op de brug. |
|
|
|
|
|
We
fietsen verder naar Onderdendam, waar de jury van de
ANWB blijkbaar niet geweest is. |
|
|
|
|
|
Bij Fraamklap zijn
een paar vreemde vogels neergestreken in het Boterdiep.
Ik vermoed Chinese
knobbelganzen. |
|
|
|
De
kerk van Stedum is een mooi staaltje baksteengothiek.
De wijzerplaat op de zadeldaktoren matcht nu perfect
met de wolkenloze hemel. |
|
|
|
Bij
Ten Post zien we een treurige kant van dit gebied: tijdelijke
woningen voor bewoners van huizen die ernstig zijn beschadigd
door de gaswinning. |
|
|
|
|
|
Langs
het Schildmeer trotseren we de schrale noordoostenwind.
Voor anderen lijkt het strandseizoen al te zijn begonnen. |
|
|
|
Ook
ervaren we de eindeloosheid van het Oldambt. Gelukkig
is hier nu de meest kleurrijke tijd van het jaar aangebroken.
|
|
|
|
In
Wagenborgen stoppen we even bij een oorlogsmonument,
dat herinnert aan 19 Canadese soldaten die hier vlak
voor de bevrijding nog zijn gesneuveld. |
|
|
|
Net
voorbij de gedenksteen valt mijn oog op een gebogen
lantaarnpaal, maar zonder verlichting, met een vogelbeeld
erop. |
|
|
|
Na Wagenborgen krijgen we wind
pal in de rug. Nu ligt er alleen nog een hoge voetbrug
op ons pad. |
|
|
|
|
|
Bij
Midwolda keren we terug in de bewoonde wereld. Dan fietsen
we door Blauwestad,
een soort vinexwijk op z'n Gronings... |
|
|
|
...die we snel weer
verlaten via een nieuwe, 800 m lange fietsbrug, die de
langste van Europa moet zijn. |
|
|
|
Op
deze
video is een fietsbrug te zien, die tien
keer zo lang is, in de betonwoestijn van Xiamen. Dan
fiets ik toch liever in Blauwestad. |
|
Maandag
31 mei 2021; fietsen van Oude Pekela naar Emmer Compascuum;
66 km |
|
|
|
We
ontwaken in onze tent op een fijne, wat grotere camping
Oude Pekela. Kleine terreintjes in de natuur zijn prachtig,
maar nu zijn we vooral blij met een wasmachine en een
centrifuge. De kleren die we gisteravond in de wasruimte
hadden opgehangen, zijn al helemaal droog. Verder heerst
ook hier een serene rust. Op deze maandagochtend hebben
we bijna de hele camping voor onszelf. Bij een van de
weinige bewoonde caravans zie ik een meisje met een
rugzakje wegfietsen. Gezien het tijdstip - 8 uur 's
ochtends - vermoed ik dat ze nu naar school gaat, na
een weekend doorgebracht te hebben bij een van haar
ouders, die - om wat voor reden dan ook - in een caravan
bivakkeert. In Oude
Pekela kan dat van alles betekenen.
Na de kale
vlakte van Het Oldambt, waar we gistermiddag fietsten,
komen we vandaag door een heel ander stuk van Groningen.
Drenthe bereiken we pas na 55 km, maar ook in Westerwolde
fietsen we door een Drents landschap met lichtglooiende
velden, bossen, beekdalen en houtwallen. Alleen hunebedden
zul je hier niet vinden. En er is een aangenaam gebrek
aan toeristische attracties.
In Wedde wilden
sommige dorpelingen wel wat meer toeristen in het dorp
zien. Een plaatselijke ondernemer vond dat Wedde qua
sfeer veel weg had van een dorp uit de tijd van Swiebertje
en begon een lobby om dit Groningse dorp te promoten
als Swiebertjedorp. Ook de dochter van de geestelijke
vader van Swiebertje werd erbij gehaald (zie deze
video). Die vond het uiteindelijk toch niet
zo'n goed idee (zie hier).
De geest van Swiebertje blijft rondzwerven in Oudewater,
waar een deel van de opnamen voor de serie gemaakt is
en waar ook al een beeld van Swiebertje staat.
Voor ons is
Wedde ook leuker zonder fake-marketing. We staan even
stil bij de middeleeuwse Grote Kerk, waarvan de toren
pas in de 19e eeuw gebouwd is. Het verschil is goed
te zien aan de gebruikte stenen: kloostermoppen in het
oudste deel van de kerk en kleinere bakstenen in de
toren. |
|
|
|
Aan
de andere kant van het dorp staat de Wedderborg, waar
eeuwenlang de heren van Westerwolde zetelden. De burcht
heeft heel wat ongenode gasten langs zien komen. Spaanse
en Staatse legers, maar ook Bommen Berend, de bisschop
van Münster, lieten er een spoor van vernieling
achter. Wat er nog van het kasteeltje over was, werd
in de 19e eeuw gekocht door een lokale notaris, die
het weer grondig heeft laten verbouwen. |
|
|
|
Even later treffen
we bij Wessinghuizen broedende ooievaars aan. |
|
|
|
Meer dan eens steken
we de Ruiten Aa over. |
|
|
|
De
vesting Bourtange
is gebouwd op een smalle zandrug in het Bourtangerveen.
Dit enorme veenmoeras bedekte ooit de complete Nederlands-Duitse
grensstreek tussen de Dollard en de Overijsselse Vecht.
Bij Nieuweschans en Coevorden kon je er omheen en bij
Bourtange liep een begaanbare route naar het oosten.
De eerste versie van Bourtange was een schans, die in
de loop van de 17e flink werd uitgebreid en in 1742
zijn grootste omvang bereikte. In de 19e eeuw verloren
dit soort vestingen hun militaire betekenis en was Bourtange
nog weinig meer dan een boerendorp. In de jaren 1960
was het voor jongeren geen aantrekkelijke plaats meer
en begon het dorp leeg te lopen. Van de vesting was
toen niet zo veel meer over. Alleen het stervormige
stratenpatroon in het dorp, de bochten in een kanaal
dat er langs loopt en een straatnaam als Inundatieweg
herinneren nog aan de vroegere functie. |
|
|
|
Rond 1980 is de
vesting Bourtange herbouwd in de staat van 1742, waardoor
het nu de grootste toeristische attractie in de omtrek
is geworden. |
|
|
|
We
stoppen in Bourtange om te lunchen en maken een rondwandeling
over de bolwerken. Buiten de terrassen kun je de toeristen
hier nu op één hand tellen. |
|
|
|
|
|
|
|
We fietsen verder
door het uitbundig groene landschap. In de verte markeren
windturbines de Duitse grens. |
|
|
|
In
de bossen bij Ter Apel komen we langs een eeuwenoud
klooster. Na de reformatie kwam het in handen van de
stad Groningen en tegenwoordig is het een museum. Dat
blijft nog een weekje dicht, maar het park eromheen
is nu een perfecte plek voor een picknick. |
|
|
|
|
|
Na Ter
Apel eindigt het meest Drentse deel van Groningen en
begint het meest Groningse deel van Drenthe: de Veenkoloniën.
Het enige deel van Drenthe waar we nog nooit hebben
gefietst. Zelfs in De Peel en Zeeuws Vlaanderen zijn
we vaker geweest. Het valt niet tegen. Op de minicamping
achter de molen in Emmer Compascuum is het goed toeven. |
|
|
|
Dinsdag
1 juni 2021; fietsen van Emmer Compascuum naar Ootmarsum;
78 km |
|
|
|
Op
weg naar Klazienaveen komen we langs het landgoed Scholtenszathe
- genoemd naar de 19e-eeuwse eigenaar van dit gebied,
de Groningse industrieel Willem
Albert Scholten - en het Oosterbos; een wonderlijke
mengelmoes van restanten hoogveen en voormalig akkerland,
waar een nieuw bos is gekomen. Opgeleukt met erf- en
straatmeubilair uit de tijd van Bartje. |
|
|
|
Bij
Zwartemeer bereiken we het Bargerveen. Dit is het laatste
restant van enige omvang - circa 2100 hectare - van
het Boertangerveen, dat honderd keer zo groot is geweest.
Eeuwenlang werd er turf gestoken, dat voor Nederland
- bij gebrek aan grote bossen en kolenmijnen - een onmisbare
fossiele brandstof was.
Tot 1992 werd hier nog turfstrooisel gewonnen. Sindsdien
is het gebied in beheer bij Staatsbosbeheer. |
|
|
|
Op
een kaart van 200 jaar terug is de landschappelijke
variatie hier nogal beperkt. Heel Zuidoost-Drenthe en
het aangrenzende stuk van Duitsland wordt dan nog bedekt
met een pakket veen van soms wel 5 meter dik. Hierin
moet een enorme hoeveelheid kooldioxide zijn opgeslagen,
want
veenmos kan meer CO2
uit de lucht opnemen dan bos. Op mooie zomeravonden
moet het hier hebben gekrioeld van de muggen. |
|
|
|
Een eeuw later is
het veen verkaveld en al voor een flink deel ontgonnen. |
|
|
|
Aan
het eind van de 20e eeuw mogen natuurbeschermers zich
ontfermen over de laatste kruimels veen. Op deze kaart
zijn de smalspoorlijntjes waarlangs turf werd afgevoerd,
nog te zien. De hoogtecijfers in de roze stukken veen
zijn wat hoger dan die op de witte dalgronden. Daaruit
kun je enigszins afleiden hoe dik de resterende veenlagen
nog moeten zijn. |
|
|
|
Op
de nieuwste kaart is te zien dat het gebied een stuk
natter is geworden. De smalspoorlijntjes zijn fiets-
en wandelpaden geworden. |
|
|
|
Een
deel van het gebied is flink vergraven en begroeid geraakt
met bomen, maar er zijn ook open stukken met moerasvegatatie. |
|
|
|
We volgen
een gloednieuw fietspad langs de Duitse grens. Dit ligt
op een waterdichte kade van zand en leem die steviger
is dan de lekkende veenkade die hier tot voor kort heeft
gelegen. Van de elf grenspalen
die hier vroeger de grens markeerden, zijn er nog enkele
over. De vier houten palen die de grenspaal van Bentheimer
zandsteen ondersteunen, dienen als fundering. Door inklinking
van het veen is een deel van deze fundering boven de
grond gekomen en gaan rotten. Een aantal grenspalen
zijn al omgevallen. Het gerestaureerde exemplaar op
de foto staat op nieuwe palen van duurzaam hout, dat
minder snel wegrot dan eikenhout. |
|
|
|
We steken
de grens over en fietsen 34 km door de Grafschaft
Bentheim. In Duitsland heb je als bezoeker
nu bijna overal een negatieve coronatest nodig of een
bewijs dat je twee vaccinaties hebt gehad. Blijf je
korter dan 24 uur, dan lijken de regels soepeler. Wij
zitten tussen twee prikken in en houden ons maar gedeisd.
We kopen hier niks en we gaan nergens naar binnen.
Nog niet zo
lang geleden werd in dit gebied met jaknikkers
olie uit de grond gehaald. Nu staan er windturbines
te draaien. Voor Duitsland is dit nog een redelijk
windrijk gebied. Alleen
langs de kust en op bergtoppen valt meer wind te oogsten. |
|
|
|
Na
het kruisen van de Vecht fietsen we door een lichtgolvend
coulissenlandschap, dat al Twents aandoet. |
|
|
|
Sinds
de reformatie is het calvinisme in de Grafschaft de
dominante godsdienststroming geweest, terwijl in andere
delen van Duitsland vooal lutheranen en katholieken
woonden. In de kerken werd hier ook niet de bijbelvertaling
van Luther gebruikt, maar de Nederlandstalige Statenbijbel.
Voor de mensen die hier woonden, was Nederlands sowieso
makkelijker te volgen dan Hoogduits. De variant van
het Nedersaksisch die hier werd gesproken, vereschilde
niet zoveel van wat enkele kilometers verderop over
de Nederlandse grens werd gesproken. Pas in 1853 werd
in de Grafschaft het Nederlands op school afgeschaft
en tegen het eind van de 19e eeuw mocht alleen het Duits
nog als bestuurstaal gebruikt worden. In veel kerken
werd nog lang in het Nederlands gepreekt, totdat de
nazi's dit in 1936 verboden.
Op een begraafplaats
in Wilsum staat een zandstenen gedenkzuil met namen
van mannen die in de Eerste Wereldoorlog zijn gesneuveld.
Harm Beuker, Fritz en Jan Züter, Gustav en Hindrik
Tyman, Berend Woerthuis, Berend Bekhuis, Arend Oldehinkel,
Jan Diekhuis, Gerrit Jan Ekkel, Berend Tübbergen,
Jan Albert Kleiman, Gerd Matel, Hindrik Eilert, Harm
Wolbert: veel Duits zit er niet tussen. |
|
|
|
Veel
monumentale gebouwen in het grensgebied zijn van zandsteen,
afkomstig uit groeves bij Bentheim en Gildehaus, herkenbaar
aan de rode of gele tint. Ook veel verder weg is deze
steensoort gebruikt, zoals in Amsterdam voor het Paleis
op de Dam en in New York voor de sokkel van het Vrijheidsbeeld.
Dankzij de Vechte, die eerst een korte zijrivier van
de Ems lijkt te worden, maar dan afbuigt naar het noordwesten
om een tweede leven als Overijsselse Vecht te gaan leiden.
Via deze rivier konden zware blokken zandsteen naar
het westen vervoerd worden.
Rond Bentheim werd deze zandsteen niet alleen gebruikt
voor kerken en kastelen, maar ook voor molens. Bij Uelsen
zien we een mooi exemplaar op een heuvel. In deze
video is te zien hoe deze molen gerestaureerd
is. |
|
|
|
Tussen
Uelsen en Ootmarsum ligt een fikse stuwwal met toppen
die boven de 80 meter uitrijzen. Deze milde uitdaging
nemen we graag aan, want het is al negen maanden terug
dat we in Zuid-Limburg wat heuvels hebben bedwongen.
Hoe deze stuwwal en andere bulten in het Twentse landschap
zijn ontstaan, wordt met hulp van de nieuwste inzichten
heerlijk leesbaar beschreven door Mathilde Maijer in
haar blog Landschap
Lopen, met de achtdelige serie ' Het
verhaal van Twente'. |
|
|
|
We
hadden kunnen kamperen bij 't
Springendal, een NTKC-terrein op de stuwwal
boven Ootmarsum. Eerst moeten we echter nog naar Ootmarsum
om boodschappen te doen, omdat we dat in Duitsland niet
hebben gedaan. Eenmaal in Ootmarsum hebben we weinig
zin om met al die extra kilo's weer een heel stuk terug
de stuwwal op te fietsen. Ook vind ik 't Springendal
op deze mooie lentedag niet de mooiste plek om te bivakkeren.
De mooiste plekjes met uitzicht op open velden zijn
er nu vast al bezet. De meeste veldjes zijn niet groot
en omringd door bomen en struiken, waar het op een dag
als vandaag wemelt van de teken en ander kruipend en
vliegend ongerief. Ik heb al eens enkele dagen na een
nacht op 't Springendal een teek in een elleboogholte
aangetroffen.
Dus gaan we nu naar een boerencamping vlakbij het dorp,
aan de voet van de Kuiperberg. Voor het eerst treffen
we een camping aan die vrijwel vol is. Er is alleen
nog een plekje vrij naast de fietsenschuur. De boerin
waarschuwt ons dat het vanavond niet vroeg stil zal
zijn, omdat er nog veel werk verricht gaat worden. 'Vandaag
hadden we willen inkuilen', vertelt ze. 'Helaas
ging er een machine stuk, waardoor het werk nog niet
af is.'
We hopen nu maar dat dit inkuilen minder ontwrichtend
voor onze rust zal zijn dan bijvoorbeeld een festival.
Hopelijk is de fietsenschuur een goede geluidswal.
Ons potje koken we aan de rand van de camping, met uitzicht
op de velden in het warme licht van de avondzon. |
|
|
|
Woensdag
2 juni 2021; fietsen van Ootmarsum naar Lochem; 72 km |
|
|
|
We
hebben goed geslapen. Afgezien van wat koeiengeloei
was het een redelijk rustige nacht. De inkuilsessie
is blijkbaar nog even uitgesteld. Terwijl we onze spullen
inpakken, zie en hoor ik groot materieel op het weiland
naast de camping rijden. Er gaat een wereld voor ons
open. |
|
|
|
Eerst
wordt het gras gehakseld. Een hakselmachine en een getrokken
laadbak rijden naast elkaar, terwijl de hakselaar gras
in de laadbak spuugt. Ik vraag me af hoe lang de bestuurders
van deze monster trucks hebben moeten oefenen om alles
synchroon te laten verlopen en zo min mogelijk gras
te verspillen. In deze
video is te zien en vooral ook te horen hoe
zo'n hakselsessie verloopt. |
|
|
|
Laadbakken
vol gras worden geleegd op de plek waar we gisteravond
nog hebben gekookt. Vervolgens wordt het met een shovel
flink aangestampt. |
|
|
|
Bij
het uitchecken vertelt de boerin dat de loonwerkers
al om 5 uur 's ochtends hadden willen beginnen, en dat
ze dat nog heeft kunnen verschuiven naar een tijdstip
waar de campinggasten blijer van worden.
We gaan eerst
even naar de Kuiperberg,
waar we een oriënteertafel aantreffen uit de oertijd
van de ANWB, net als de Posbank.
|
|
|
|
De
volgende fotostop is bij de Kroezeboom
en het kapelletje bij Fleringen. |
|
|
|
Ook de Fleringermolen
staat er vandaag prachtig bij. |
|
|
|
Onderweg
horen we overal het ronkende geluid dat we inmiddels
kunnen identificeren met hakselen en inkuilen. Gelukkig
komen we ook nog langs een paar plekken waar vers gras
direct in een koeienmaag terecht komt. |
|
|
|
In
Borne ploffen we neer op het terras van café
De Ster, waar door
uiterst vriendelijke medewerkers 'met een beperking'
van koffie worden voorzien. Even is het spannend of
het gaat lukken om op dezelfde plek nog een tweede ronde
koffie te laten komen, ditmaal zonder taartje erbij.
Alles wordt geturfd op één kaart. We moeten
er even op wachten, maar we krijgen onze tweede kop. |
|
|
|
Tussen
Borne en Delden ligt het strekt zich het eeuwenoude
landgoed Twickel
uit, met een zeer afwisselend cultuurlandschap, doorsneden
met autoluwe wegen en paden. Behalve een eeuwenoud kasteel
staan er 148 boerderijen en een paar watermolens. |
|
|
|
De
Twickelse boerderijen zijn herkenbaar aan zwart-witte
luiken. Akkers en weilanden worden omringd door houtwallen. |
|
|
|
Bij
Zeldam passeren we een Mariakapel uit 2005. In de 80-jarige
oorlog lag Twente vaak op de frontlinie van Staatse
en Spaanse troepen en was er voor de overwegend katholieke
bevolking weinig reden om van geloof te veranderen.
Met al zijn kapelletjes (meer dan honderd op deze
kaart) en golvende landschap is Twente wel
een beetje 'Limburg lite'. |
|
|
|
Na
het kruisen van het Twentekanaal komen we langs het
Nijenhuis, een van de zes kastelen en en havezaten rond
Diepenheim. |
|
|
|
Voor
de tweede keer binnen een jaar fietsen we over de mooie
Nijenhuizerlaan, al rijden we ditmaal de andere kant
op. Vandaag treffen we mooier fietsweer dan de vorige
keer... |
|
|
|
...maar toen was
de Nijenhuizerlaan wel fotogenieker. |
|
|
|
Bij
Gelselaar hebben we Twente verlaten, en ook hier is
het vandaag inkuilen geblazen. Vanaf morgen wordt broeierig
weer met hier en daar een wolkbreuk verwacht. Dan moet
deze klus geklaard zijn. |
|
|
|
Voor
Lochem fietsen we 4 km over een dijklichaam tussen het
Twentekanaal en een spoorlijn. Ik had hier een windgevoelig
jaagpad langs het kaarsrechte kanaal verwacht, maar
het blijkt een kronkelpad door een niet onaardig bos
te zijn, dat op het dijklichaam groeit. Dus ook geen
tegenwind; wel een insecteninferno als je te lang stilstaat
om een foto te nemen. |
|
|
|
Waar
ik tussen de bomen een glimp van het landschap achter
de spoorlijn op kan vangen, wordt ik geconfronteerd
met een muur van zonnepanelen. 'Waarom nu weer hier,
en niet op de daken van een toch al lelijk bedrijventerrein?',
vraag ik me af. |
|
|
|
Ik ga op zoek naar een antwoord en vind een verhelderende
video.
Dit blijkt een afgedekte vuilstort te zijn. Het was
dus al een puist in het landschap, waar hooguit plek
was voor lage struiken, die met hun wortels niet door
de afdeklaag priemen. Dan is een zonnepark nu misschien
wel het beste wat je er nog van kunt maken, als het
zo wordt uitgevoerd dat de omwonenden er ook profijt
van hebben.
Ik vraag me wel af waarom juist hier een vuilstort
heeft kunnen ontstaan. Een topotijdreisje laat zien
dat hier in 1870 een moeras of heideveld lag, dat
toen al de Armhoede werd genoemd, net als het huidige
zonnepark.
|
|
|
|
In
1920 is het heideveld grotendeels ontgonnen. En de Armhoede
heet nu de Armoede. Een verschrijving, een vooroordeel
of geintje van de dienstdoende ambtenaar bij de Topografische
Dienst? |
|
|
|
In
1940 is het laatste plukje hei in weiland veranderd
en het Twentekanaal voltooid. Maar de Armoede is gebleven. |
|
|
|
De
plaatsnamengids
kent beide namen en komt met een naamsverklaring: 'Zou
oorspronkelijk de naam van een weide zijn, die diende
als algemene weide voor de minvermogende veehoeders'.
In 1970 is
Armoede weer Armhoede geworden, net als in 1870. Langs
de spoorlijn is opeens weer een stukje heide rond een
vijver getekend, omringd door bos, met een grindweg
erlangs. Zou dit toen al een vuilstort zijn geweest,
legaal of illegaal? Of een onrendabel stukje grond dat
braak was komen te liggen? Misschien nog in handen van
een nazaat van zo'n 'minvermogende veehoeder'? |
|
|
|
In
1990 staat de stortplaats als zodanig op de kaart. Misschien
was die er op de vorige kaart ook al, maar werd het
vlekje op de luchtfoto toen door de dienstdoende cartograaf
niet herkend als vuilstort. Veldwerk zal dan later meer
duidelijkheid hebben verschaft. |
|
|
|
Tien
jaar later is de stortplaats flink uitgedijd. Dwars
over de stortplaats loopt nu ook een hoogspanningsleiding. |
|
|
|
In
2009 werd de stortplaats gesloten. Er ligt dan een plan
klaar om er schapen op te laten grazen. Een artikel
in De
Stentor meldt: 'Met het afdichten is
jaren geleden begonnen. Ruim zestig procent van de berg
is inmiddels ingepakt met kunststoffolie. [...] De provincie
zorgt daarna voor het beheer en het onderhoud van de
bult.'
In hetzelfde artikel vertelt een buurtbewoonster over
'de jarenlange, en gewonnen strijd voor een vloeistofdichte
vloer onder de stortplaats en de ondraaglijke stank.'
De armoede is hier nooit weggeweest, maar is er anders
uit gaan zien. Landgoederen en stortplaatsen: fietsend
zien we vandaag de kloof
van Sander in het landschap.
Op de kaart
van 2021 is het nieuwe zonnepark ingetekend. Nu maar
hopen dat al die zonnepanelen
straks geen nieuwe afvalberg gaan opleveren. |
|
|
|
Deze
dag eindigen we op de Valkenbelt
van de NTKC, waar we op een van de grotere velden nog
een beetje wind kunnen vangen, die de muggen nog enigszins
wegblaast. Toch gaat er vandaag niks boven de NTKC:
een kilometer eerder kwamen we langs een drukke boerderijcamping,
waar ze nog de hele avond bezig zijn met inkuilen. |
|
Donderdag
3 juni 2021; fietsen van Lochem naar Arnhem; 57 km |
|
|
|
In
Vorden hoeven we niet lang te zoeken naar koffie. Kruip-door-sluip-door
fietsen we het dorp weer uit. |
|
|
|
Bij
Wichmond staan we even stil bij een geknotte reuzeneik,
die betere tijden heeft gekend. Er zitten nog enkele
blaadjes aan, maar ik vrees dat de netto CO2-balans
van deze boom negatief is. |
|
|
|
We fietsen langs eeuwenoude
landgoederen, waar de locale
Kwetals en Pee
Pastinakels ons nastaren. |
|
|
|
Ook bij Baak zoom
ik nog even in op een stukje Achterhoekse idylle. |
|
|
|
Maar zodra ik uitzoom,
wordt het een heel ander plaatje. |
|
|
|
In
de Achterhoek kom je altijd wel ergens een Abraham tegen.
Dus ook in de Baakse Dollemansstraat. Ik vraag me af
hoe dwingend zo'n traditie is. Peilen de buren wel eerst
even of de jarige hier op zit te wachten? Of is het
net zo dwingend als meedoen met de oranjegekte als je
in een straat met veel voetbalfans woont? |
|
|
|
Verderop
in de Dollemansstraat herinnert een klein monument aan
een neergeschoten Britse bommenwerper in 1943, waarbij
zes van de zeven bemanningsleden omkwamen. |
|
|
|
We fietsen nog steeds in de Dollemansstraat, als
we voor een boerderij een groot bord zien staan. 'Drugspand
gesloten' staat erop. 'Kom Kees, je hebt nu wel
weer genoeg foto's gemaakt', zegt Corrie. 'Ik
wil nu even doorfietsen.'
Ik begrijp dat mijn quotum voor de Dollemansstraat
nu op is. En het heeft natuurlijk ook al in De
Stentor gestaan.
In Toldijk grijp ik mijn kans om weer wat te schieten,
wanneer we even stilstaan bij een aardbeienstalletje.
|
|
|
|
Voor
het eerst sinds een week hangt er weer regen in de lucht.
Volgens de buienradar komt er zwaar onweer onze kant
op. Wanneer we Doesburg binnenrijden, vallen de eerste
spetters. Goed ingepakte terrassen zien we hier niet
en binnen is nog overal een lockdown van kracht. Een
poortgebouw bij een begraafplaats biedt uitkomst. We
zetten onze stoeltjes neer, pakken de eettas en genieten
van een picknick zonder nattigheid. Ondertussen houden
we de radar goed in de gaten. |
|
|
|
Tussen
de buien door maak ik een ommetje over de prachtige
begraafplaats, die waarschijnlijk is ontworpen door
Jan David Zocher. Ook
de beuk
die hier bijna twee eeuwen heeft gestaan, heeft een
grafmonument gekregen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Na
een reeks buien koersen we naar de Veluwezoom. Naast
het fietspad zijn wroetgaten van wilde zwijnen volgelopen
met regenwater. |
|
|
|
Nieuwe
donderwolken stapelen zich op terwijl we langs de Posbank
fietsen. Wij houden het nog droog, maar in Deelen, slechts
8 km hiervandaan, valt bijna 70 mm in anderhalf uur. |
|
|
|
Een volgend pronkstuk
van Jan David Zocher zijn de tuinen en vijvers bij Kasteel
Rosendael. |
|
|
|
Dan
denderen we Arnhem binnen. Vanwege de reële kans
op noodweer hebben we voor vannacht een hotelkamer geboekt
in Klarendal. Volgens de website is er een plek waar
we onze fietsen veilig kunnen stallen. Dit blijkt echter
niet in het hotel te zijn. We krijgen de sleutel van
een poort naar een binnenplaats van een huizenblok tegenover
het hotel, waar we de fietsenstalling van de bewoners
kunnen delen. We weten niet hoeveel mensen daar ook
een sleutel van hebben en ik vraag me af of de poort
's nachts echt op slot gaat. Gelukkig neem ik altijd
zowel een beugel- als een kettingslot mee. Ik verstop
onze fietsen zoveel mogelijk tussen de stadsbarrels
van bewoners en maak ze vast aan elkaar en aan de omgeving.
|
|
Vrijdag
4 juni 2021; fietsen van Arnhem naar Est; 65 km |
|
|
|
Om
snel de stad uit te zijn, fietsen we de eerst 10 km
via een rechte route langs de spoorlijn naar het westen.
Kort is soms ook prachtig. |
|
|
|
Bij Renkum verruilen
we de bossen voor de uiterwaarden van de Rijn. |
|
|
|
In
Wageningen is het koffietijd bij Hotel De
Wereld. In de 17e eeuw werd De Waerelt
al vermeld als logement op de route van Arnhem naar
Utrecht. Het huidige gebouw stamt uit de 19e eeuw. Op
5 mei 1945 koos de Canadese generaal
Foulkes dit hotel uit om met de Duitsers
te overleggen over de capitulatie
van de Duitse troepen die het westen van Nederland nog
bezet hielden. Wageningen lag toen in een soort niemandsland.
De bevolking was hier na de Slag om Arnhem geëvacueerd.
De Duitsers hoefden vanaf de Grebbelinie maar enkele
kilometers door dit niemandsland af te leggen om Wageningen
te bereiken.
Na de oorlog raakte De Wereld in verval. In 1971 werd
door staatssecretaris Henk Vonhoff, een prominente VVD-er,
een sloopvergunning voor het gebouw afgegeven. Huib
de Leeuw, een jonge bewoner van Wageningen,
alarmeerde de Tweede Kamer en bezocht vervolgens het
hotel samen met CPN-kamerlid en oud verzetsstrijder
Joop Wolff. Wolff verweet Vonhoff - die nota bene geschiedenisleraar
was geweest - een gebrek aan historisch besef en diende
samen met de PvdA een motie in voor het behoud van De
Wereld. Deze motie werd aangenomen. Anders had hier
nu misschien een parkeergarage gestaan. |
|
|
|
|
|
Door
een gierpont
laten we ons de Rijn overzetten naar de Betuwe bij Opheusden. |
|
|
|
In Tiel is nog een
stukje van de oude vestingwal te zien, die ook deel uitmaakt
van de waterkering langs de Waal. |
|
|
|
Tiel
heeft nu ook een zangfietspad
voor fietsers met zingschaamte. Of voor wie The
Voice te hoog gegrepen was - ook een stuk
safer. |
|
|
|
De
wetlands
van Passewaaij liggen er vandaag mooi bij.
Enkele jaren geleden is hier in de uiterwaarden een
oude nevengeul van de Waal hersteld, waar verschillende
vissoorten, bevers, oeverzwaluwen en ijsvogels zich
thuisvoelen. Ook het waterbergend vermogen van de rivier
wordt zo verbeterd. |
|
|
|
Naast
mij staat een kunstwerk van Cor Litjens. Een bronzen
boog met de naam ' Huizen
op de dijk'. Deze boog heeft inderdaad
wat weg van een rivierdijk, zeker als je hem kantelt.
Maar er bovenop staan niet zomaar wat huisjes. We herkennen
gelijk de Eiffeltoren, de Big Ben en enkele Italiaanse
kathedralen en paleizen. Rome, Milaan, Sienna... Al
snel laat onze parate kennis ons in de steek en gokken
we maar wat. |
|
|
|
Een
dikke maand later fietsen we hier opnieuw, nadat dagenlange
regen in het stroomgebied van de Rijn alle neerslagrecords
heeft gebroken. De nevengeul van Passewaaij is nu een
deel van de woest stromende Waal geworden. |
|
|
|
Aan
het eind van de middag bezoeken we kennissen, die niet
ver van deze plek in een verbouwde boerderij wonen.
Tijdens dit bezoek trekt de lucht helemaal dicht. Na
een pittige bui lijkt het weer droog te worden, maar
een korte blik op de buienradar laat zien dat het in
Brabant nog veel harder regent en dat dit noodweer onze
kant opkomt. Snel fietsen we verder naar de dichtsbijzijnde
B&B. |
|
Zaterdag
5 juni 2021; fietsen van Est naar Maasbommel; 72 km |
|
|
|
We
fietsen eerst nog verder westwaarts door de Betuwe.
Hemelsbreed zijn we hier maar 60 km van huis, maar af
en toe wanen we ons in Polen of Kroatië. |
|
|
|
We willen nog niet naar huis en veranderen van koers.
Voordat we Zuid-Holland bereiken, steken we de Waal
over naar Brakel. Daar treffen we Hans en Saskia,
die nu uit de Biesbosch komen. Toen wij in Groningen
waren, begonnen zij in Zeeland met de tocht 'Fietsen
van Walcheren naar de Waddenzee'. In de
afgelopen week reden we langzaam maar zeker naar elkaar
toe. Nu fietsen we met z'n vieren over de Zuidelijke
Waaldijk naar het oosten.
Bij Gameren staan we even stil bij een versteende
bulldozer, die herinnert aan de dijkversterking na
de zeer hoge rivierwaterstanden in 1995.
|
|
|
|
Via
de Waaldijk fietsen we in en uit de mooie binnenstad
van Zaltbommel, zonder een blik te hoeven werpen op
de foeilelijke 'dozen' van de distributiecentra die
hier langs de A2 uit de grond zijn gestampt. |
|
|
|
Vakantiefietsers
zijn zeker in Zaltbommel geen vreemde verschijning,
al was het maar omdat hier de 3000 km lange Hanzefietsroute
begint en eindigt. We fietsen een rondje om de forse
Sint Maartenskerk, nagestaard door talloze gootspoken. |
|
|
|
Dan rijden we verder
oostwaarts, eerst nog langs de Waaldijk. |
|
|
|
In
Rossum passeren we een bijzonder landhuis. Dit blijkt
de laatste, 19e-eeuwse versie te zijn van het kasteel
dat in de 13e eeuw op deze plek werd gebouwd als buitenverblijf
van de familie Van Rossum. De wapenspreuk van deze familie
was Terror Terroris. De bekendste telg was
Maarten van Rossum,
die in de 16e eeuw het Gelderse leger aanvoerde. ' Blaken
en branden is het sieraad van de oorlog', was zijn
lijfspreuk. In de Alblasserwaard, Oldenzaal, Steenwijk,
Utrecht, Den Haag en op het Brabantse platteland heeft
men kunnen ervaren wat dat inhield. De gebruikte termen
en methoden waren in ieder geval duidelijk, zeker vergeleken
met de 'politionele acties' of 'militair-technische
maatregelen' van latere houwdegens. |
|
|
|
In
1599 werd het kasteel verwoest, zoals op de 17e-eeuwse
tekening hieronder te zien is. In 1740 kwam er een kleiner
slot voor in de plaats, dat in 1850 weer werd vervangen
door de villa die er nu nog staat. |
|
|
|
Het
landhuis is nu te koop. Op Funda
is te lezen: 'De officiële naam is 'Slot Rossum'
maar eigenlijk is het eerder een groot landhuis. Het
pand heeft weliswaar kantelen en een slotgracht, maar
het is zeker geen 'versterkte veste'. Daarvoor is het
veel te elegant. Slot Rossum is door Baron Van Randwijck
ontworpen vanuit een soort geromantiseerd idee van een
kasteel. Net zoals het aanpalende Slingerbos (eigendom
van de gemeente) ontworpen is als romantisch landschap.
Het bijzondere witte hoofdgebouw is in excellente conditie,
tot in de kleinste details gerenoveerd en uitstekend
onderhouden. Er is werkelijk niets op aan te merken'.
Voor sommige potentiële kopers heeft dit landhuis
wel een aantal minpunten: het is simpelweg te mooi,
te goedkoop en vooral niet 'fout' genoeg om door de
nieuwe adel van bezitters van superjachten
serieus genomen te worden.
We steken de Maas over en fietsen verder op de Brabantse
oever. |
|
|
|
Een
paar pontjes verder varen we Maas opnieuw over naar
de Gelderse kant. Daar is het borreltijd. |
|
|
|
We eindigen iets
voorbij Maasbommel op een camping aan de Maasdijk. |
|
Zondag
6 juni 2021; fietsen van Maasbommel naar Nijmegen; 33
km |
|
|
|
De
volgende ochtend komt ook Henk naar de camping om een
stuk met ons mee te fietsen. Hij woont hier in de buurt
en kent het Land van Maas en Waal op z'n duimpje. |
|
|
|
In Batenburg treffen
we weer een Sara aan... |
|
|
|
...en maken we een
lusje naar de ruïne van het kasteel,
dat in 1794 door de Fransen is verwoest. |
|
|
|
We blijven nog even
de Maasdijk volgen, waar het nu nog rustig is. |
|
|
|
Helaas
komen ook hier vooral op zondag de motormuizen uit hun
holen. In de loop van de ochtend horen we steeds vaker
geronk en geknal van voorbijscheurende
motoren, vaak in clubverband. Ook als we
koffie drinken op een terras aan de dijk, kunnen we
elkaar nog amper verstaan wanneer er weer een colonne
dikke ikken voorbijkomt.
Gelukkig gaat
de route niet, zoals gisteren, nog lange tijd langs
de rivier. We rijden naar Wijchen, waar we een blik
op het goed geconserveerde kasteel
werpen. |
|
|
|
We
verlaten Wijchen bij een drukke rotonde, die opgefleurd
wordt door een tweetal metershoge vrouwenhoofden.
Eigenlijk te mooi voor de treurige woonboulevard die
hierlangs loopt. |
|
|
|
In
Nijmegen nemen we afscheid van elkaar. Henk fietst terug
naar huis, Hans en Saskia fietsen verder noordwaarts
en onze vakantie zit er nu op. Nijmegen biedt als eindstation
van veel treinen de meeste kans op een trein met fietsplaatsen
die nog niet bezet zijn. |
|
|
|
( Dit
verslag is ook verschenen als onderdeel van een serie
op het wereldfietserforum; zie hier.) |
|
|