Fietsen tijdens de lockdown in 2021
 

Ook in het voorjaar van 2021 is er sprake van een lockdown. In veel opzichten is deze strenger dan de eerste lockdown een jaar eerder was. Toen was er een groot tekort aan mondkapjes, nu kom je zonder mondkapje nergens meer binnen. Er is zelfs een avondklok; eerst al vanaf acht uur 's avonds, maar sinds eind maart mag je twee uur langer buiten zijn. Toch is niet alles strenger dan een jaar geleden. In 2020 mocht aanvankelijk niet gekampeerd worden zonder eigen sanitair, nu mogen campings met gedeeld sanitair wel open zijn. In sommige regio's - zoals Zeeland - mochten in het begin zelfs hotels en appartementen niet beschikbaar zijn voor toeristische overnachtingen. Dat is nu anders. Gasten zijn in 2021 overal welkom om te overnachten. Café's en restaurants mogen echter - net als de vorige lente - alleen open zijn voor afhaalmaaltijden, coffee-to-go en dergelijke. Zelfs de terrassen zijn niet toegankelijk. Alles wat je afhaalt, moet je elders consumeren. In je hotelkamer of tent, of buiten op straat. Picknickbanken die toevallig in de buurt van een café staan, zijn nog maar zelden leeg.

 
Zondag 11 april 2021; fietsen van Leiden naar Brielle; 63 km
 
 

Een nieuwe lente, een nieuwe tocht. Er zit al wekenlang kou in de lucht, maar dat houdt ons niet meer tegen om er een week op uit te trekken. Wanneer het in de loop van de middag droog wordt, vertrekken we. Warmer dan 8 graden gaat het vandaag niet worden, maar met muts op, handschoenen aan en een harde NNW-wind in de rug is het goed te doen. Toevallig zijn Zeeland en Noord-Brabant de enige provincies waar we vorig jaar niet doorheen zijn gefietst, dus we gaan gelijk de goeie kant op. Op een zonnige plek in de luwte van de Nieuwe Scheveningse Bosjes vieren we de lente op een lege picknickbank, vlakbij een onweerstaanbaar koffietentje.

 

 
We fietsen verder richting Hoek van Holland. Naast ons ligt de Zandmotor, een experiment van Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland (zie hier), waarmee de smalle duinenrij van Delfland enkele tientallen jaren beschermd wordt, zolang de zeespiegelstijging nog beperkt blijft (zie hier). In de verte trekt een regenbui over de Maasvlakte.
 
 
Kitesurfers maken volop gebruik van de lagune die dankzij de zandmotor is ontstaan.
 
Na Rozenburg fietsen we enkele kilometers door het Rotterdamse havengebied. Een bord verbiedt ons te gaan zwemmen op een plek waar dit wel het laatste is waar we zin in zouden hebben - zelfs als het 30 graden warmer zou zijn dan nu...
 

 

Vroeg in de avond bereiken we Brielle, waar we net voor de volgende hagelbui een kamer vinden.
 
Maandag 12 april 2021; fietsen van Brielle naar Burgh-Haamstede; 57 km
 
 

's Ochtends wachten we nog even tot het stopt met regenen. Zodra de zon doorbreekt, halen we taartjes bij een bakker in Brielle. De coffee-to-go moet bij een andere winkel gehaald worden. Terwijl Corrie koffie gaat halen, neem ik met het taartdoosje alvast plaats op een leeg en zonnig bankje aan een kade met marktkramen. Even later parkeert iemand zijn speedpedelec pal naast het bankje. Even ga ik ervan uit dat hij iets op de markt wil gaan halen, maar dat is niet het geval. Na een korte aarzeling gaat hij - zonder iets te zeggen - naast mij op het bankje zitten. Hij zal wel moe zijn van het speedfietsen, maar zo dwarsboomt hij wel ons mooie koffieplan.
'Daar wil mijn vrouw zo dadelijk gaan zitten, die nu even koffie aan het halen is', zeg ik. Mijn buurman blijft strak voor zich uit staren zonder te reageren.
'En dit is ook geen anderhalve meter', zeg ik er nog maar even bij. Nu verbreekt hij zijn zwijgen.
'Weet je wat jij bent?', zegt hij. 'Een enorme zeikerd. Je denkt zeker dat je de burgemeester bent!' Gelukkig staat hij nu op en vertrekt hij al snel met zijn speedpedelec. Snel schuif ik het taartdoosje naar de plek waar hij net nog zat.
'Welkom op de burgemeestersbank', zeg ik zodra Corrie arriveert met twee dampende bakken cappuccino.

Via de Haringvlietdam fietsen we naar het pittoreske Goedereede, met een kerktoren die misschien wel even hoog had moeten worden als de Domtoren. Uiteindelijk kon deze nog als vuurtoren worden gebruikt, toen de haven al was verzand en de handel op zijn gat lag.

 
 
Ook in Ouddorp treffen we een joekel van een toren aan, die wel op een wat knullige manier met de rest van het kerkgebouw is verbonden.
 
 
Aan de rand van Oudddorp liggen de Westduinen, ook wel hobbelwei genoemd. Door eeuwenlange begrazing groeien er veel zeldzame planten. Door een overmaat aan stikstof krijgen die steeds meer concurrentie van grassen, bramen en struiken die niet meer worden opgegeten door de koeien die hier lopen. Met maaien, plaggen en uitbaggeren probeert men dit oude cultuurlandschap in stand te houden.
 
 
Tegen een harde wind, die vandaag meer uit het westen dan uit het noorden komt, trappen we moeizaam over de Brouwersdam naar Schouwen. Vlak voor Renesse zien we hoe een paar ganzen hun kroost behoeden voor een aandachtig loerende reiger.
 
 
 
Tussen Renesse en Haamstede liggen de Vroongronden. Net als in de Westduinen op Goeree zijn dit oude duintjes die al eeuwenlang beweid worden, met natte valleien ertussen. Door de begrazing kregen bomen en struiken hier buiten de erven van huizen weinig kans. Op een topografische kaart uit 1920 is dit nog een open gebied met een handvol boerderijen, een trambaan en een paar bovengrondse telefoonlijnen. Ten oosten van de weg Renesse-Haamstede lopen de Vroongronden over in de kleipolders met een historisch gegroeid kavelpatroon. Helemaal linksboven is een smal stukje Noordzeestrand met strandhoofden zichtbaar.
 
 
Rond 1975 is dit open gebied verrommeld door oprukkende campings en vakantieparken. De trambaan is geasfalteerd en een hoofdroute met de naam Vroonweg geworden. De kleipolders zijn na de overstromingsramp van 1953 opnieuw verkaveld. Linksboven heeft de zee zich teruggetrokken en zijn de strandhoofden verdwenen.
 
 
In 2020 is de Vroonweg grotendeels van de kaart verdwenen en omgevormd tot een smal fietspad. De vele meertjes laten zien dat het grondwaterpeil van de Vroongronden gestegen is. De hoofdweg van Renesse naar Haamstede loopt nu een stuk oostelijker door de kleipolders. Linksboven heeft zich een nieuwe duinenrij op het strand gevormd.
 
 
We volgen het fietspad over de Vroongronden. Door de vele regen van de afgelopen maanden staan er nu flinke stukken onder water.
 
 
Het duinzand van de Vroongronden is door eeuwenlange uitspoeling met regenwater aan oppervlakte sterk ontkalkt en verzuurd, waardoor hier nu verschillende soorten heide, veenmos en veenpluis voorkomen. In de zomer van 2009 heb ik de hier bloeiende heide kunnen fotograferen. Dit is waarschijnlijk de enige plek in Zeeland waar heide voorkomt.
 
 
Dinsdag 13 april 2021; Wandelen van Burgh-Haamstede naar Renesse; 21 km
 
 
In Burgh-Haamstede hebben we voor twee nachten een studio met keukentje in de achtertuin van een huis geboekt. Na de tegenwind van gisteren gunnen we onze ongetrainde fietsspieren nu een dagje rust. Wel gaan we onze wandelspieren kwellen met flink wat kilometers op en neer over rul duinzand en langs het strand. Maar allereerst halen we koffie in het dorp, vlakbij Slot Haamstede.
 
 
Daarna wandelen we door de Zeepeduinen, een oud duingebied dat door stikstofbemesting en de voortwoekerende Amerikaanse vogelkers dreigde dicht te groeien. Door de inzet van vrijwilligers en grote grazers is het gelukt om het natuurlijke duinlandschap hier weer terug te krijgen. Monica Wesseling schrijft hierover in Trouw: 'En dus werden duizenden vogelkersen gerooid, duinvalleien afgeplagd, duingraslandjes geplagd en het zand weer aan het stuiven gebracht. De overheid betaalde, maar wel op een naargeestig polderachtige manier. Met geld dat bedoeld is om in de natuurgebieden de gevolgen van de stikstofbemesting terug te dringen om zo de landbouw en andere stikstofuitspugers weer ontwikkelingsruimte te geven. Opknappen en meteen weer laten vernielen.'
 
 
Na de Zeepeduinen komen we in het grootste bos van Zeeland, de boswachterij Schouwen. Honderd jaar terug was dit een boomloze woestenij met hoge stuivende duinen. Tussen 1920 en 1940 zijn hier Corsicaanse- en Oostenrijkse dennen aangeplant. Vanaf 1970 heeft Staatsbosbeheer het bos gevarieerder gemaakt door veel dennen te vervangen door loofbomen. In de luwte van de bomen lijkt het vandaag een aangename lentedag te worden. Dat vinden de krioelende mieren, die we op een boomstronk aantreffen, blijkbaar ook.
 
 
In het bos liggen enkele meertjes, zoals de Driehoekput op de foto hieronder, waar water uit het Haringvliet wordt ingelaten, dat hier de grond inzakt en door het duinzand wordt gefilterd, zodat het na enige tijd verwerkt kan worden tot drinkwater.
 
 
In 1940 werd met het aanplanten en uitbreiden van het bos gestopt, omdat de Duitsers, die beducht waren voor een invasie uit zee, hier een vrij uitzicht wilden hebben. Daarom is er nog een flink stuk over van de kale jonge duinen die hier sinds de middeleeuwen zijn gevormd, die veel hoger zijn dan de veel oudere Zeepeduinen.
 

We lopen verder over het strand, waar typisch Zeeuwse paalhoofden kusterosie tegen moeten gaan (zie dit artikel).

 
 
In de winter van 2008 hebben we hier ook eens gewandeld, met een wat onstuimiger weertype en schitterend strijklicht.
 
We verwisselen het strand weer even voor een pad door de duinen. Daar zien we de vuurtoren in de steigers staan.
 
 
In 2009 maakte ik hier de volgende foto.
 
 
Vroeger kende iedereen wel deze iconische toren met zijn rode en witte spiraal, die - weliswaar in het paars - op het bankbiljet van 250 gulden was afgebeeld.
 
.
Deze vuurtoren uit 1840 heeft er niet altijd zo uitgezien. De eerste 95 jaar bestond de buitenkant uit ongeschilderd pleisterwerk. Rond 1935 werd het vanwege de luchtvaart wenselijk dat de toren meer op ging vallen. Toen zijn de spiraalvormige kleurbanden aangebracht, maar net even anders dan nu. Uit kleurhistorisch onderzoek (zie hier), waarbij oude verflagen bestudeerd worden, is gebleken dat het rood er destijds wat bruiner uitzag, zoals de kleur van menie. Op archieffoto's is ook te zien, dat de spiralen niet doorliepen naar de onderkant.
 
 
Rijkswaterstaat had besloten dat de vuurtoren er weer zo uit zou gaan zien als kort voor de Tweede Wereldoorlog. Niet iedereen op Schouwen was daar blij mee (zie hier). Een actie voor behoud van de kleurstelling van de laatste 25 jaar heeft succes gehad: de vuurtoren zal niet van kleur verschieten. Dat wil zeggen, tot de volgende verfbeurt, over pakweg 12 jaar. Dan wordt het misschien toch tijd voor iets nieuws, al was het maar om te laten zien dat ook Zeeland met de tijd meegaat. Zoiets als hieronder misschien?
 
 
We keren terug naar het strand, dat hier smal is en zonder paalhoofden. In de verte zien we de Maasvlakte, met zijn skyline van windturbines en rookpluimen.
 
In de buitenste duinenrij zitten fraaie windgaten. Veel mooier dan de strakke zanddijken met prikkeldraad ervoor, waar je op veel stranden langs de Hollandse kust tegenaan kijkt.
 
 
Een paar kilometer verder wordt het strand opeens heel breed. Zand wat ergens anders is weggeslagen, is hier weer aangespoeld en vormt nu een soort zandmotor. Over een halve eeuw kan de situatie weer heel anders zijn.
 
Renesse heeft een zekere reputatie (zie hier), maar dankzij de lockdown is het nu een heerlijk prikkelarm eindpunt van een mooie wandeling.
 
Woensdag 14 april 2021; Fietsen van Burgh-Haamstede naar Ellewoutsdijk; 64 km
 

Vandaag zit de wind weer stevig in het noorden. Het makkelijkst is om dan via de Oosterscheldekering zuidwaarts te scheuren. Daar hebben we echter een paar jaar terug nog gereden. Bovendien missen we dan een heel mooi stuk langs de Oosterschelde naar Zierikzee, waar we 12 jaar terug voor het laatst hebben gefietst. Dus nemen we enkele kilometers tegenwind voor lief op een karakteristieke Zeeuwse dijk met muraltmuurtjes, waarmee veel dijken hier na de stormvloed van 1906 zijn verhoogd. Ze moesten golven breken die anders over de dijk heen zouden spoelen, maar waren niet berekend op de extreem hoge waterstanden in 1953.

We stoppen even bij de Plompe Toren, de 15e-eeuwse kerktoren van Koudekerke. In de middeleeuwen lag de noordoever van de Oosterschelde hier 3 km zuidelijker dan nu. In de 16e eeuw werd het dorp opgegeven, maar is de toren blijven staan als baken voor de schepen.

 
 
 
Vlakbij de Plompe Toren ligt de Schelphoek. Tot 1953 lag de zeedijk hier een kilometer zuidelijker dan nu. Deze dijk lag dichtbij een diepe geul, waar in het verleden al stukken dijk in weggezakt waren. Ten oosten van de Schelphoek lag een bufferzone met inlagen tussen de zeedijk en een reservedijk, die het achterland moest beschermen bij een dijkval.
 
 

Tijdens de stormvloed van 1953 bezweek de dijk bij de Schelphoek. In de maanden die volgden, werd het ontstane gat door de dagelijkse getijstroom steeds verder uitgeschuurd. Uiteindelijk werd dit dijkvak opgegeven. Landinwaarts werd een nieuwe dijk aangelegd, die een half jaar na de stormvloed gesloten kon worden (zie hier). Hiervoor werden caissons gebruikt: afzinkbare noodhavens, die de Britten 9 jaar eerder hadden gebouwd voor de invasie in Normandië.

Na 1953 zag de kaart van Schouwen er heel anders uit. Niet alleen was de kustlijn was veranderd, ook werden de polders opnieuw verkaveld, waarbij alles recht werd getrokken.

 
 
Midden in de Schelphoek liggen nog een paar overtollige caissons.
 
De Flaauwershaven is een perfecte coffee-to-go locatie. Op de kade staan picknickbanken in de luwte van een café, met uitzicht over het water.
 
Zo te zien is het nu laagwater op de Oosterschelde.
 
 
Tijdens de vloed komt het water hier meestal wel 3 m hoger te staan. In 2009 stond ik bij dezelfde strekdam, maar toen was het om en nabij hoogwater.
 
De volgende coffee-to-go halen we op een hemelse plek in Zierikzee.
 
Op zoek naar een toilet voor Corrie (dat we vinden bij een tankstation aan de rand van Zierikzee) herken ik de stadsmolen waar ik in 1975 op mijn eerste 'grote' tocht door Nederland en België al eens langs ben gefietst.
 

Zo legde ik deze molen destijds vast (vanuit een andere straat), terwijl ik op weg was van Domburg naar Bergen op Zoom. De filmcasettes die uit mijn pocketcamera kwamen, vertoonden ongebruikelijke beelden voor een 17-jarige. Allemaal landschappen en bouwwerken, geen selfies en geen jeugdherbergmeisjes. Ik had mijn passies en was niet gelukkig geworden als ik die op had moeten geven om rond te kunnen hangen met 'mainstream' tieners (zie ook dit forumdraadje).

 
Bij de Zuidhavenpoort vinden we een luw en zonnig plekje voor de lunch.
 

Inmiddels is het al half drie en hebben we 22 km afgelegd, maar hierna komt er wat vaart in de tocht. Met de wind in de rug scheuren we de Zeelandbrug over om pas in Wolphaartsdijk weer even te stoppen bij een buurtsuper. Daar vinden tot onze verrassing nog een fles glühwein, waar we vanavond blij mee zullen zijn.

Aan het eind van de middag bereiken we de Zak van Zuid-Beveland, waar rechte wegen tussen kale akkers opeens plaats maken voor boomrijke kronkeldijken, boomgaarden en grasland, doorspekt met overblijfselen van kreken en ronde meertjes op plekken waar de dijken ooit zijn doorgebroken. Zoals hieronder bij de Valweel in de buurt van Nisse.

 
Deze wirwar van dijkjes en watertjes is het resultaat van talloze afdammingen en indijkingen die hier sinds de middeleeuwen hebben plaatsgevonden. De kaart hieronder laat zien hoe dit gebied er rond 1300 bij moet hebben gelegen. Het coulissenlandschap is hier waarschijnlijk ook bewaard gebleven omdat dit deel van Zeeland in 1944/45 en 1953 niet overstroomd geweest is met zeewater (zie hier), waar bomen en struiken niet tegen kunnen.
 
 
Ander keren dat we hier in april waren, waren de fruitbomen al grotendeels uitgebloeid. Ditmaal moeten het doen met krentebloesem. Door het koude voorjaar is er nog geen kersen-, appel- of perenbloesem te zien.
 
We stoppen bij een kampeerterreintje in Ellewoutsdijk, dat de NTKC deelt met de NCC. We fietsen al dagenlang met onze kampeeruitrusting, maar tot nu toe hadden we steeds een excuus om ergens een kamer te boeken. Vandaag niet: de zon schijnt, het is 6 graden en we hebben glühwein!
 
Na het eten maken we een wandeling om warm te blijven. Bovenop de dijk valt direct op dat de Westerschelde - anders dan de Oosterschelde - een bedrijvige zeearm is. De kerncentrale van Borssele en het sloehavengebied zijn hier maar 10 km vandaan. Aan de overkant zien we de wirwar aan tanks en schoorstenen van Dow Chemical.
 
 
Verder naar het oosten zien we twee grote koeltorens van de kerncentrales bij Doel.
 
Fort Ellewoutsdijk werd hier na de Belgische Opstand gebouwd om de scheepvaart naar Antwerpen te controleren. Ook aan de overkant in Terneuzen kwamen fortificaties. Door het Verdrag van Londen, waarin onder andere de zeggenschap over de Westerschelde en de vrije doorvaart naar Antwerpen vastgelegd werden, behoorde het fort vanaf 1839 tot de categorie Grote Nutteloze Werken.
 
Terwijl we teruglopen, vangt het bovenste deel van een buienwolk het laatste licht van de ondergaande zon. We zijn blij met onze standplaats en hopen dat de neerslag die bij deze wolk hoort, aan de overkant zal blijven.
 
Donderdag 15 april 2021; Fietsen van Ellewoutsdijk naar Bergen op Zoom; 62 km
 
 
De wind blaast nog altijd koude lucht uit het noorden, maar op de Bevelandse boomdijken hebben we er weinig last van. De coffee-to-go komt vandaag uit de buurtsuper in Kwadendamme, dat we zelfs op terrasmeubilair voor de winkel mogen consumeren. Omdat een supermarkt geen horeca is, is dit blijkbaar geen officieel terras. Kwadendamme verrast ons ook met een Mariabeeld. Dit is duidelijk een katholieke enclave in de Bijbelgordel.
 
Hoewel het ook vandaag weer te koud is om zonder handschoenen te fietsen, laten bomen, struiken en ganzen zien dat het echt wel lente is.
 
 
De Biezelingse Ham bij 's Gravenpolder is het laatste restant van de Zwake, een van de kreken die ooit dwars door Zuid-Beveland liep.
 
 
Het is hier al een tijdje eb, waardoor de droogevallen modderbanken enkele meters hoger liggen dan het water in de prielen. Voor wadlopers zou dit een niet geringe uitdaging zijn. Zulke hoogteverschillen zie je niet in de westelijke Waddenzee, waar het tijverschil amper 2 meter is.
 
 
In dit deel van de Westerschelde is het tijverschil al vaak meer dan 4 meter (zie hier).
 
 
Een vogelobservatiescherm belooft van alles...
 
 
...maar vandaag staan er vooral bergeend op het menu.
 
 
In Hansweert treffen we zowaar nog een voorziening uit de oertijd van de ANWB aan.
 
 
Met de opkomende vloed varen grote schepen naar de Antwerpse havens. Wil je meer weten over herkomst, bestemming en vracht, dan is de app 'Marine Traffic' een weliswaar niet gratis, maar wel erg leuk speeltje.
 
 
Bij Krabbendijke zien we zeehonden liggen aan de rand van een drooggevallen zandbank.
 
 
Voordat we het dijkpad weer verlaten, hebben we een weids uitzicht op de havens van Antwerpen. Gek idee, dat we daar nu niet heen mogen fietsen. Toch is de grens niet dicht. Af en toe kruisen Belgische fietsers ons pad.
 
 
Een uur later staan we midden op de Grote Markt van Bergen op Zoom. Voor ons gevoel ook al bijna België...
 
 
Vrijdag 16 april 2021; Fietsen van Bergen op Zoom naar Breda; 54 km
 
 
De zon lijkt vandaag door te zetten, maar de wind is naar het noordoosten gedraaid: pal tegen dus. Gelukkig zijn we niet meer in Zeeland, maar in een bosrijk deel van Brabant. Gisteren zagen we al regelmatig bordjes van de LF13 en die blijven we nu voor het gemak maar volgen. Ook als deze LF een kilometer lang door België blijkt te gaan. Zodra we Nederland weer binnen rijden, zien we aan de Belgische kant een bonte verzameling grensparafernalia, waaronder een bord met coronaregels.
 
 

De term 'knuffelcontact' is voor ons nieuw, maar heeft het in Vlaanderen al tot Woord van het Jaar geschopt. Wat ermee bedoeld kan worden, wordt hier uitgelegd

Precies op de grens staat wat ze hier de strontpaal noemen (zie deze video). Aan de Nederlandse kant zijn slechts bomen te zien, alsof het bestaan van de grens hier sinds de vergeefse Tiendaagse Veldtocht nog altijd verzwegen wordt.

Vandaag zijn we blij met de luwte die de bossen bieden, maar verder valt deze etappe een beetje tegen. Na vijf mooie dagen met weidse vergezichten, dijken en dammen, oude havenstadjes en het eeuwige ritme van eb en vloed, fietsen we vandaag vaak door rommelige dorpen omringd door lege raaigrasvlaktes, coniferenplantages, kale maïsakkers, stinkstallen en eentonige productiebossen. En dan zitten we hier nog niet eens in de Peel.
Een blik op de kaart is altijd verhelderend. Rond 1900 lagen hier nog uitgestrekte heidevelden, veenmoerassen, zompige dalen met bochtige beken en een mozaïek van akkertjes en houtwallen. Geen landschap dat overvloedige oogsten opleverde. Er werd dan ook flink bijgeklust met het smokkelen van boter en het stoken van alkohol (zie hier).

 
 
In de afgelopen eeuw is er dit landschap volledig op de schop gegaan. Heide is bebost, veen is ontgonnen, beken zijn rechtgetrokken, akkers zijn samengevoegd, houtwallen gerooid en dorpen zijn uit hun voegen gebarsten. En nog altijd wordt er flink bijgeklust. Waar de grootouders boter smokkelden en hun kinderen jenever stookten, weten de kleinkinderen alles van weetplantages en drugslabs (zie hier).
 
 

Ook dit landschap zal weer veranderen; vast nog meer dan het de afgelopen eeuw heeft gedaan. Als de nieuwe agrarische revolutie doorzet (zie dit artikel), zullen er halverwege deze eeuw rond de steden misschien al groentenflats en dierloze vleeskwekerijen staan. Een deel van de landbouwgrond zal dan omgezet worden in bossen, met hier en daar ruimte voor windturbines. Lagergelegen plekken zullen in natte periodes vol lopen met water dat niet meer zo snel mogelijk afgevoerd wordt, maar bewaard wordt voor droge tijden. En voor de bijklussers ontstaan er dan weer nieuwe markten, zoals het illegaal slachten van dieren en de zwarte handel in fossiele brandstoffen.

In het Mastbos vinden we iets wat we wat we op de droge route van vandaag best wel hebben gemist: een mooie plas water.

 
 
In Breda valt het doek voor deze tocht. Enkele dagen terug kreeg ik een mailtje van de huisarts met de vraag of ik morgen mijn eerste shot AstraZeneca wil ontvangen. Dat wil ik zeker, dus keren we een paar dagen eerder terug dan gepland. Een uur voordat onze fietsen in de trein mogen, zijn we al vlakbij het station. Het Park Valkenberg is nu the place to be, met bier en bitterballen in een coronacirkel.
 
 
 
(Dit verslag is ook verschenen als onderdeel van een serie op het wereldfietserforum; zie hier.)