Fietsen
in de Savooise Alpen
|
|
In
de winter van 2019 viel mijn oog op een prachtige
collentocht van Toffel langs de Frans-Italiaanse grens
(zie dit
topic en deze
video). Zoiets wilde ik ook wel proberen,
maar dan aangepast voor oude knarren op 'all round'
vakantiefietsen met kampeerbepakking. Dus ontwierp
ik een iets mildere versie van Toffels route: deels
onverhard en door dezelfde ruige landschappen, maar
zonder steile geitenpaden en eindeloze sneeuwvelden,
al zou het af en toe best wel op de Rallarvegen mogen
lijken.
Plan A
Op de kaart hieronder is
de route van Toffel in roze weergegeven en heb ik
mijn eigen alternatieven blauw gemaakt.
|
|
|
Het eerste
routeplan |
In maart wilde ik de heen- en terugreis gaan regelen
bij de Treinreiswinkel. In 2011 hadden we voor een
iets westelijker gelegen collentocht (zie hier)
zowel heen als terug gebruik gemaakt van de nachttrein
naar Basel. Op de heenweg namen we aansluitend op
deze nachttrein een intercity van Basel naar Genève,
op de terugweg een directe TGV van Marseille naar
Mulhouse en vandaar een regionale trein naar Basel.
Acht jaar later zijn die handige treinverbindingen
niet meer te gebruiken. De nachttrein naar Basel werd
in 2016 opgeheven en in de TGV van Nice/Marseille
naar Mulhouse/Straatsburg is tegenwoordig geen plek
meer voor fietsen. Vanuit Zuidoost-Frankrijk blijken
er sowieso geen snelle treinen met reserveerbare fietsplaatsen
meer te rijden. In plaats van een comfortabele reis
van 22 uur zouden we nu in Frankrijk (via Parijs)
wel drie dagen onderweg zijn in regionale treinen,
zonder garantie op fietsplekken. (Weliswaar zou ik
mijn eigen fiets met S&S-koppelingen nog in een
compacte hoes kunnen verpakken, maar Corries frame
is niet deelbaar en zou ook met de beide wielen gedemonteerd
waarschijnlijk nog niet goed niet passen in de grootste
kofferruimte van een TGV.) Terug reizen via Italië
zou nog een optie kunnen zijn: eerst urenlang boemelen
van Ventimiglia naar Milaan, dan per Eurocity van
Milaan naar Zürich, met de nachttrein van Zürich
naar Hannover en tenslotte met een intercity van Hannover
naar Nederland. Op de dagen dat wij de terugreis zouden
willen maken, blijkt de nachttrein vanuit Zürich
echter niet via Hannover te rijden.
Vliegen is voor mij geen optie vanwege de klimaatcrisis,
de ongebreidelde groei van grote luchthavens en de
geluidsoverlast. SIapeloze nachten in fiets- of flixbussen
vinden Corrie en ik ook geen goed idee. Een auto hebben
we niet, dus besluit ik om een plan B te maken: een
rondje door de Alpen met Genève als begin-
en eindpunt. Dit rondje heeft als voordeel dat het
bij tegenvallende omstandigheden makkelijk korter
is te maken.
Plan B
Het volgende kaartje geeft een overzicht van de gps-tracks
die ik van tevoren gemaakt heb.
|
|
|
Het tweede
routeplan |
Uiteindelijk
zullen we volop gebruik maken van de aanpassingsmogelijkheden.
De eerste dagen is het prima fietsweer en bouwen we
rustig onze klimconditie op. Voordat we aan de hoge
Col de l'Iseran beginnen, laten we de fietsen een hele
dag op de camping staan en maken we een stevige bergwandeling.
Daarna begint een hittegolf die de rest van de vakantie
aan zal houden. Boven de 2000 meter is het dan nog wel
uit te houden, maar in de dalen wordt het tussen 11
uur 's ochtends en 7 uur 's avonds zelfs op de koelste
plekken ruim boven de 30 graden. Meestal beginnen we
dan al voor 7 uur 's ochtends te fietsen. Op dagen dat
het niet lukt om voor 11 uur hoog in de bergen te zijn,
rest ons weinig anders dan vroeg in de middag een schaduwrijke
camping te zoeken of, indien mogelijk, een stukje met
de trein af te leggen.
Wanneer zelfs voor het hooggelegen Briançon dagenlang
temperaturen boven de 35 graden worden verwacht, besluiten
we om daar niet meer heen te fietsen. De steile, grotendeels
onverharde trajecten via de Col du Mont Cenis en de
Colle dell'Assietta bewaren we voor koelere tijden.
In plaats daarvan gaan nu zuidwaarts over de Col du
Galibier, om daarna af te buigen naar de Col de Sarenne
en de Col du Glandon (plan C). De Sarenne, die we in
2011 al hadden gefietst, slaan we uiteindelijk toch
maar over vanwege de hitte (plan D) en op de ‘slechts’
1924 m hoge Glandon krijgen we het zo warm, dat we de
dag daarna geen zin meer hebben in de nauwelijks hogere
Col de la Madeleine (plan E). We nu blij dat we niet
tot Nice of Ventimiglia hoeven te fietsen en alle tijd
hebben voor halve fietsdagen en lange siësta's.
Uiteindelijk leggen we in totaal 700 km af, klimmen
we 12000 m en maken we enkele mooie bergwandelingen. |
|
Plan C t/m
E: de gereden tocht |
|
|
De gefietste route (gestippelde trajecten hebben
we per trein afgelegd)
|
|
GPS-tracks |
|
Van deze route zijn gps-tracks te downloaden. Deze
tracks zijn gemaakt tijdens het fietsen en nadien
niet gecorrigeerd. Dus ommetjes langs de bakker en
vergeefse ritjes op paden die naderhand dood bleken
te lopen, staan er ook nog op.
Hier
is een zip-bestand met een gpx-file van de hele route
en
hier een zip-bestand
met een samengestelde gps-track in gdb-formaat voor
Garmin apparaten die meer dan 500 punten per track
kunnen lezen (te openen met Basecamp of Mapsource).
Niet elk navigatie-apparaat zal in staat zijn om deze
tracks te lezen. Daarvoor zal soms nabewerking met
speciale software nodig zijn.
|
|
Verslag van dag
tot dag |
|
Zaterdag
15 juni 2019. Per trein naar Koblenz |
|
Het
is mogelijk om in één dag per trein van
Leiden naar Genève te reizen. In 2019 duurt zo'n
reis met treinen die fietsplekken hebben, meer dan 16
uur en moet je minstens vijf keer overstappen. Wij doen
het wat relaxter, zodat we niet de hele dag in volle
treinen hoeven te zitten en eerder het gevoel krijgen
dat we op vakantie zijn. De eerste dag boemelen we naar
Koblenz, waar het Knaus campingpark niet ver van het
station ligt. De naam van deze camping doet al vermoeden
dat dit vooral een camping voor mobiel witgoed is. Dat
klopt, al is er tussen al die campers ook een trekkersveldje
voor tenten. Niet heel sfeervol, maar prima voor een
nachtje. |
|
|
Knaus
Campingpark in Koblenz |
|
Zondag
16 juni 2019. Per trein van Koblenz naar Lausanne. |
|
Laat in de ochtend stappen we in een eurocity die
rechtstreeks naar Zürich rijdt. Een paar uur
eerder ging er ook een intercity naar Basel, maar
daarvan waren de fietsplekken twee maanden terug al
volgeboekt.
Bij aankomst in Zürich blijkt mijn achterband
helemaal leeg te zijn. Hoe dat komt, is me een raadsel.
Toen we naar het station van Koblenz fietsten, was
er nog niks aan de hand. Als die band toen al aan
het leeglopen was, had ik dat toch moeten merken toen
ik mijn fiets in de trein aan een haak hing. Nooit
eerder kreeg ik een lekke band in de trein.
We lopen naar een rustig deel van het perron om de
binnenband te vervangen. In de oude band blijkt een
flink gat te zitten, maar aan de buitenband is niets
te zien. Bizar. Ik vervang de band en monteer gelijk
ook een nieuw velglint.
De trein naar Genève zouden we ook zonder lekke
band niet gehaald hebben omdat onze trein uit Koblenz
vertraging had opgelopen. Bovendien zijn onze treintickets
ook morgen nog geldig, dus hoeven we Genève
vandaag nog niet te bereiken.
Zodra mijn fiets weer berijdbaar is, stappen we in
een trein naar Lausanne. Daar fietsen we heuvelafwaarts
naar de camping aan het Meer van Genève. Op
deze camping lijkt de entree op een grensovergang
en wanen ons eerder in het Joegoslavië van Tito
dan in Zwitserland anno 2019. Op veilige afstand van
de ingang, het sfeerloze restaurant en de gribus waar
de vaste gasten wortel hebben geschoten, vinden we
nog ruimte en privacy.
|
|
|
Camping
in Lausanne |
Maandag
17 juni 2019. Fietsen: Lausanne - Morges, 13 km
+ trein: Morges - Genève
+ fietsen: Genève -
La Roche sur Foron, 39 km
+ trein: La Roche sur Foron - Bonneville |
|
|
|
Het station van Lausanne is 3 km rijden vanaf de
camping, heuvelopwaarts en dwars door de drukke stad.
Liever gaan we nu de andere kant op over een fietsroute
langs het Meer van Genève tot aan Morges, waar
ook een station is. Toch is ook deze route geen fietswalhalla.
In een onoverzichtelijke bocht moeten we allebei hard
remmen voor joggers, die ons aan de verkeerde kant
van het fietspad tegemoet komen. Fietsroutebordjes
sturen ons kruip-door-sluip-door tussen hekken en
huizen, terwijl we van het meer niet zoveel te zien
krijgen. Het centrum van Morges is perfect voor een
koffiepauze. Ook kunnen we hiervandaan met een trein
verder naar Genève.
In Genève koop ik eerst een paar nieuwe binnenbanden.
Na een korte kennismaking met het drukke stadsverkeer
vinden we de fietspromenade langs de oever van het
meer.
|
|
|
Fietspromenade
in Genève |
Verderop fietsen
we over een gloednieuwe voie verte door de buitenwijken
naar de Franse grens. |
|
|
|
In Annemasse willen de de voie verte even verlaten
en door de binnenstad fietsen. Bij een zebrapad steek
ik over. Corrie volgt, maar moet een noodstop maken
voor een auto van een rijschool, die niet voor het
zebrapad lijkt te gaan stoppen. Ze verliest haar evenwicht
en valt met haar fiets op de grond. Daarbij bezeert
ze haar rechterhand dusdanig, dat deze gaat zwellen.
"Dat wordt een grote blauwe plek", zegt
Corrie. Ik ben bang dat ik met deze hand straks
de draaischakelaar en de handrem niet meer kan bedienen.
Ik heb nu iets kouds nodig om het zwellen tegen te
gaan."
Een paar straten verder vinden we een supermarkt.
Corrie gaat naar binnen en komt even later terug met
een zak diepvriesgroente om haar hand gewikkeld.
"Vanavond eten we doperwten. Deze zak heeft
precies de juiste vorm en soepelheid voor mijn hand.
Als ik die nu een kwartier blijf koelen, zal die zwelling
wel beheersbaar blijven."
Hoog tijd voor een extra koffiestop. Tegenover het
stadhuis vinden we een koel terras, veilig achter
een kleine atlantikwal van gepantserde bloembakken
tegen vrachtwagenterroristen.
Na Annemasse volgen we nog een stuk van de voie verte,
waar we een puik staaltje van parkeerterreur aantreffen.
Iemand moet wel een pesthekel aan fietsers hebben
om een auto zo neer te zetten als hier.
|
|
|
Auto
blokkeert toegang tot voie verte
|
|
|
We
volgen de voie verte naar Nangy en fietsen daarna zuidwaarts
in de richting van Annecy. Rond half zeven bereiken
we La Roche sur Foron. Het is warm, we zijn moe en de
terrassen lonken. Het liefst zouden we hier onze tent
opzetten, maar de dichtstbijzijnde camping in de goede
richting is nog minstens 10 km verder en bijna 400 m
heuvelopwaarts. Dan toch maar een hotel? Het enige hotel
dat we hier aantreffen, is vol. Ook booking.com biedt
geen uitkomst. Eigenlijk willen we nu ook liever kamperen.
Er is nog een camping heuvelafwaarts in Bonneville,
maar dat is niet de goede kant op. Gelukkig ligt Bonneville
aan dezelfde spoorlijn als La Roche sur Foron en rijdt
er deze avond nog een trein die kant op. Morgenochtend
kunnen we dan met de trein weer terugkeren om vanaf
hier onze route verder te volgen.
Later op de avond melden we ons bij
de receptie van de mooie camping municipal in Bonneville.
Een vriendelijke vakantiehulp vertelt ons dat de camping
pas op 1 juli open gaat en dat ze de inschrijfformulieren
nog moet zoeken, maar dat de douches al in orde zijn.
We gunnen haar alle tijd om het inschrijfproces op te
starten, zetten de tent op en genieten van onze doperwten
à la crème. |
|
Dinsdag
18 juni 2019. Trein: Bonneville - La Roche sur Foron
+ fietsen: La Roche sur Foron - Sevrier, 50 km |
|
|
|
Zoals
gepland nemen we 's ochtends de trein omhoog naar La
Roche sur Foron. Dan klimmen we naar de Col des Fleuris.
Nog geen echte Alpencol, maar zwaar genoeg voor deze
broeierige fietsdag nummer 2. |
|
|
Col des
Fleuris |
Bij
het Meer van Anncy worden we aangenaam verrast door
een fraai uitzicht en een beetje koelte bij een mobiele
ijsboer. |
|
|
Meer
van Annecy |
Annecy
heeft een mooie maar erg toeristische binnenstad, die
ook al ontdekt is door Aziaten met selfiesticks. |
|
|
Binnenstad
van Anncy |
Na
Annecy volgen we een voie verte langs het meer. Pal
aan deze voie verte ligt camping 'Les Rives du Lac',
waar we echter niet welkom zijn. Voor de ingang hangt
een bordje 'complet' en de pinnige receptioniste maakt
geen uitzondering voor fietsers. Vijfhonderd meter verder,
bij camping 'l'Aloua', vragen we een tikje bedeesd of
daar misschien nog plaats voor een fietstentje is.
"Bien sûr, pas de problème!",
verzekert een uiterst vriendelijke dame ons. "Alleen
hebben we geen plekje aan het water, omdat deze camping
niet aan het meer ligt.'
|
|
Woensdag 19 juni
2019. Van Sevrier naar Beaufort, 56 km |
|
|
|
We
fietsen verder over de voormalige spoorlijn van Annecy
naar Albertville. |
|
|
Tunnel
in voie verte van Annecy naar Albertville |
We
stoppen bij een fietssnelwegrestaurant voor een lange
koffie- en reparatiepauze. Corries gps wil namelijk
niet meer opstarten. Nu gebruikt ze een oude opgelapte
gps (die we sinds kort meenemen als backup) waarvan
doorgestoken kabelbinderoogjes de plaats innemen van
enkele versleten knoppen. Een van de knoppen die nog
niet was vervangen, hapert nu echter ook. Met een zakmes
verwijderen we deze. Vervolgens snijdt Corrie een rechthoekig
stuk uit een gummetje, dat precies in het gat van de
verwijderde knop past. Dit stukje gum wordt tenslotte
afgedekt met een stukje Tear Aid. Daarmee kunnen we
in principe weer verder. |
|
|
Opgelapte gps |
We
zitten hier echter prima, dus bestellen we nog een paar
koppen koffie en reanimeren we Corries eigen gps met
een harde reset. Na een aantal vergeefse pogingen slaagt
ook deze operatie. Wel moeten de fabrieksinstellingen
nu weer worden vervangen door de gewenste persoonlijke
instellingen, maar dat doen we later wel op de camping.
Een paar maanden terug moest ik mijn eigen gps, die
toen nog maar twee maanden oud was, ook al reanimeren.
Vermoedelijk vanwege een corrupt gpx-bestand. Hoewel
het daarvoor tien jaar lang goed ging, ben ik er nu
wel klaar mee. Voortaan zet ik gps-tracks op het verwisselbare
geheugenkaartje, waar ook de kaarten op staan. Een kaartje
verwisselen is veel minder gedoe dan een harde reset.
Het is ook een veeg teken dat ons vertrouwen in Garmin
al zo gedaald is, dat we nu met niet minder dan drie
min of meer werkende apparaten van dit merk onderweg
zijn. Er zijn wel alternatieven, maar ook daar zitten
voor mij veel nadelen aan.
Na dit oponthoud fietsen we verder
langs de voie verte. Vlak voor Albertville gaan we oostwaarts
een naamloze col over en verder door het dal van de
Doron, met fraaie vergezichten op de steeds hoger wordende
bergen. |
|
|
Uitzicht
over het dal van de Doron |
Vlak
voor Beaufort ploffen we neer op de grasmat van de uitstekende
camping municipal, die een prima basiskamp is voor cols,
toppen en zadels in de omgeving. Zoals de Cormet de
Roselend, de Col du Pmooi Cormet d'Arêches, Signal
de Bisanne, Col de la Lézette en Col du Joly.
We hebben er zin in! |
|
|
Camping
Municipal in Beaufort
|
Donderdag 20 juni
2019. Van Beaufort naar de Refuge de l'Econdu, 21 km |
|
|
|
De dag begint wat druilerig. Als we nog amper zijn
vertrokken en voor de boulangerie-patisserie in Beaufort
staan, begint het zo hard te spetteren dat we eerst
maar koffie gaan drinken. Daarna fietsen we toch maar
door naar Arêches.
Langs de route zien we fraaie boerderijen van trotse
boeren, soms behangen met schildjes van het 'Concours
Géneral Agricole'.
|
|
|
Versierde
boerderijwand
|
Later op
de dag wordt het prima fietsweer en zijn de besneeuwde
bergtoppen steeds beter te zien. |
|
|
Stuwmeer
bij Arêches |
Het vee is hier een aparte uitdaging. |
|
|
Koeien
op de weg
|
Langzaam
klimmen we op een verlaten weg tussen de Alpenweiden. |
|
|
Heerlijk
fietsen op een verlaten weg
|
Geleidelijk naderen
we de boomgrens, maar we zijn nog lang niet op de col. |
|
|
Uitzicht
naar de Cormet d'Arêches
|
Tegen de
tijd dat we 1200 m hebben geklommen, beginnen we onze
beenspieren te voelen. Dan houdt ook het asfalt op. |
|
|
Asfalt
wordt grind
|
In de verte ziet Corrie een gebouwtje. Ze pakt haar
verrekijker.
'Dat moet een berghut zijn. Zouden we daar kunnen
kamperen?'
Ik zoom uit op mijn gps.
'Dat moet de Refuge de l 'Econdu zijn. Hebben
we hier gsm-bereik?'
Corrie pakt haar smartphone en vindt de website van
de hut.
'Kampeerders zijn er welkom!'
We rijden een stukje terug, slaan een zijweg in en
kruisen een beekje. In de hut ziet men ons al aankomen.
Die col wacht wel. Morgen is er weer een dag.
|
|
|
Een
beekje stroomt over de weg die naar de hut gaat
|
We krijgen
een warme ontvangst bij de hut. Een paar mountainbikers
kijken belangstellend naar onze fietsen en zoeken vergeefs
naar accu's en motoren. We zetten onze tent op, koken
ons maal op een picknicktafel en halen koffie met crèpes
in de hut. |
|
|
Réfuge
de l'Econdu
|
De zon zakt snel weg achter de bergen. De hemel gloeit
nog even na. In de verte vallen stevige buien. Dichterbij
drentelt de ene marmot na de andere voorbij. Na een
warme douche duiken we de slaapzak in.
|
|
|
Schemering
bij Arêche |
Vrijdag
21 juni 2019. Van Refuge de l 'Econdu naar Bourg Saint
Maurice, 40 km |
|
|
|
's
Ochtends resteren de laatste loodjes naar de Cormet
d'Arêches. De weg is slecht en steil. Corrie duwt
dan vaak liever dan dat ze fietst. |
|
|
Corrie
duwt haar fiets naar de col |
Ik probeer nog zoveel mogelijk
in het zadel te blijven. Qua tempo maakt het niet zo veel
uit. |
|
|
Ik val
nog net niet van mijn fiets |
Na anderhalf uur zwoegen
zijn we boven!
|
|
|
Op
de top |
Er volgt een duizelingwekkende
afdaling, grotendeels op asfalt. |
|
|
De afdaling
|
|
|
En
ook in de afdaling vergeten we geen foto's te maken,
zoals van deze mooie Vache-qui-rit. |
|
|
Een
koe lacht ons uit
|
In
de loop van de middag vinden we net op tijd een cafetaria
voordat een wolkbreuk losbarst. Daarna wordt het weer
droog, maar voor de avond en nacht worden nog meer zware
buien verwacht. Daarom besluiten we in Bourg Saint Maurice
om niet verder te fietsen en daar een pension te zoeken.
Het is de enige nacht in drie weken, die we niet in
onze tent doorbrengen. |
|
Zaterdag 22 juni
2019. Van Bourg Saint Maurice naar Tignes les Brevières,
30 km
|
|
|
|
De volgende
ochtend komen we traag op gang. Na een boodschappen-
en koffiedrinkrondje fietsen we om half twaalf de stad
uit. Op zoek naar een autovrije route belanden we op
een oude spoorlijn die nog niet tot een voie verte is
omgetoverd. |
|
|
Braamstruiks
binnenpad |
De
vegetatie is wel erg weelderig voor een serieuze doorsteek,
maar volgens de NGI-kaart, Google Maps en Esri Topo
zou dit pad door moeten lopen, al vertoont de OpenFietsMap
een korte onderbreking. Opeens staan we voor een dicht
hek. De OpenFietsMap had dus gelijk. Helaas pindakaas.
|
|
|
Hek
|
We
gaan rechtsomkeert en komen na een ommetje om een electriciteitscentrale
uiteindelijk toch op een route die de hoofdweg nog 12
km lang vermijdt; eerst 2,5 km bospad, daarna asfalt.
Dus kunnen we hier nog een paar uur langzaam bergopwaarts
fietsen zonder last van snelverkeer. Uiteindelijk hoeven
we vandaag niet meer dan 8 km over de D 902 te rijden.
Dat doen in de middag, wanneer veel mensen aan het lunchen
zijn. |
|
|
Fietsbrug
naar begaanbaar bospad |
Een paar kilometer
voor Tignes le Brevières zien we in de verte het
Mont Blancmassief oprijzen. |
|
|
Uitzicht
op Mont Blancmassief |
Vlak voor Tignes 1800 vinden we een fijne camping
municipal, met een keukentje en een zaaltje waar we
comfortabel de avond doorbrengen.
|
|
Zondag
23 juni 2019. Van Tignes les Brevières naar Val
d'Isère, 12 km |
|
|
|
Vandaag fietsen we niet verder dan Val d'Isere. Als
we verder zouden willen, moeten we gelijk al de Col
de l'Iseran over. Daar zijn we nu nog niet aan toe.
Bovendien willen we niet alleen maar fietsen, maar
ook zonder gejakker van de omgeving kunnen genieten.
Daarom hebben we ook wandelschoenen meegenomen.
In Val d'Isere drinken we koffie, slaan we proviand
in en gaan we op zoek naar informatie over wandelroutes.
Verderop in het dorp zien we dat de weg naar de Col
d'Iseran nu is afgesloten voor snelverkeer. Tot kwart
voor twee mogen er alleen fietsers komen. Wellicht
wordt er vandaag getraind voor de Tour de France,
die hier over een maand voorbijraast.
|
|
|
Wegafsluiting in Val d'Isere
|
|
|
In
het dorp is het een komen en gaan van mamils met carbon
racefietsjes. En wie daar niet bijhoort, wacht rustig
af. |
|
|
Drukte
in Val d'Isere
|
|
|
Tegen half
twee gaat de de colweg weer open voor alle verkeer.
De verzamelde motormuizen geven gas en gaan ervandoor.
Nu moet je hier even niet willen fietsen. |
|
|
Motormuizen
grijpen hun kans |
Dan gaan we naar de camping om een goed plan voor
morgen te maken. We zetten de tent en de fietsen op
een schaduwrijke plek. Dan vouwen we de wandelkaart
die we vanmiddag gekocht hebben, open op een picknickbank
en bestuderen de mogelijke wandelrondjes. Een probleem
is wel dat er nu geen enkele kabelbaan werkt. 's Zomers
worden die gebruikt door wandelaars en mountainbikers
om snel boven de boomgrens te komen. Die kabelliften
gaan echter pas in juli open, dus zullen we nu alles
op eigen kracht moeten doen.
|
|
|
Camping
in Val d'Isère
|
Maandag 24 juni
2019. Bergwandeling bij Val d'Isère, 11 km |
|
|
|
Zodra
we het dorp uitlopen, gaat alles gelijk steil omhoog.
De eerste uren lopen we iets te vaak onder een skilift,
omdat daar een begaanbaar pad loopt. Daarna lopen we
tegen smeltende sneeuwvelden aan, waar we omheen moeten.
Eenmaal boven hebben we wel een mooi panaroma op de
weg die naar de Col de l'Iseran loopt. |
|
|
Uitzicht
naar de Col de l'Iseran |
Boven
de 2500 m wordt het ons goed duidelijk dat de zomer
hier nog niet is begonnen. Het ijs op het Lac de l'Ouillette
is dan wel gesmolten, rond het meer liggen nog uitgestrekte
sneeuwvelden. |
|
|
Lac de l'Ouillette |
Dan beginnen
we aan een mooie maar soms ook lastige afdaling. De
gemarkeerde wandelroute is nog niet overal begaanbaar.
Sneeuwvelden en weggeslagen bruggen proberen we te omzeilen.
Wij zijn blij dat we vanochtend een paar stokken hebben
gehuurd. |
|
|
Afdaling
met uitdagingen |
|
|
|
|
Dat het nog vroeg in het seizoen is, heeft ook een
voordeel. Het is hier nu heerlijk rustig en de paden
zijn alleen begaanbaar voor wandelaars. We hoeven
nergens verschrikt opzij te springen voor mountainbikers.
's Avonds treffen we nog twee Nederlandse fietsers
op de camping: een vader met zijn zoon, bezig met
een pittige collentour. Ze vertellen dat ze met de
Flixbus naar Annecy zijn gereisd, maar dat die reis
niet bepaald vlekkeloos verliep. In Frankfurt kregen
ze te horen dat de bus waar ze op hadden moeten overstappen,
geannuleerd was. Daardoor konden ze pas een dag later
gaan fietsen dan gepland. Morgen willen ze, net als
wij, de Col de l'Iseran over, en dan gelijk via de
Col du Mont Cenis naar Italië. Ook die hebben
wij op het program staan, maar niet vandaag.
|
|
Dinsdag
25 juni 2019. Van Val d'Isère naar Bressans, 43
km |
|
|
|
's
Ochtends slaan we om half acht vers brood en koffiebroodjes
in. Dan fietsen we gelijk door. De eerste uren is het
nog stil op de weg, niet erg steil en aangenaam koel.
Even na negen uur is het nog 10 km naar de Col de l'Iseran. |
|
|
Nog
10 km naar de col
|
Tegen
tienen vinden we een vlak stukje grond in een haarspeldbocht
van de weg. We pakken de brander uit en gaan koffie
zetten. |
|
|
Koffiestop
|
Dan vliegt er opeens een
terreinwagen uit de bocht en komt vlak voor ons tot
stilstand. Een hond springt er uit terwijl de bestuurder
in de auto blijft. We schrikken ons rot. Vijf minuten
later laat de bestuurder de hond weer in de wagen
springen en rijdt weg. Al die tijd heeft deze hork
ons volledig genegeerd. Als ik met mijn ogen banden
lek zou kunnen schieten...
|
|
|
Autoterreur
|
Even
later zien we vader en zoon van de camping omhoog komen.
Het wordt nu ook drukker op de weg. Niet alleen met
auto's, motoren en racefietsen, maar ook veel e-bikes
komen voorbij. Opvallend is de snelheid waarmee een
jonge vrouw omhoogkachelt, rechtopzittend op een stadse
e-bike met kinderzitje. |
|
|
Vader
en zoon fietsen voorbij
|
De
laatste kilometers voor de col liggen er nog flinke sneeuwvelden
langs de weg. |
|
|
De
laatste loodjes
|
Ondanks
de sneeuw is het hier niet koud. De fietscomputer geeft
33.1 graden aan. Dus gaan we in t-shirt de col op. In
Val d'Isère zal het vandaag wel te heet zijn
om een bergwandeling te maken. |
|
|
Ondanks
de sneeuw is het hier helemaal niet koud
|
Vlak
voor de col fietsen we tussen twee sneeuwwanden. |
|
|
We
fietsen tussen twee sneeuwwanden
|
Een
eettent, een kerk en een strak vormgegeven hoop keien
markeren de Col de l'Iseran. |
|
|
Bouwsels
op de Col de l'Iseran
|
Eenzaam
is het niet op deze top, maar we vinden nog wel ruimte
om een colselfie te nemen met de zelfontspanner. De
tijd dat je als bepakte fietser bovenop een col nog
complimenten kreeg, is overigens voorbij. Racefietsers
willen weten waarom we zoveel bagage hebben, anderen
vragen zich af waarom we geen motor hebben. We wijken
duidelijk af van wat hier de norm is. |
|
|
Colselfie
|
De
afdaling biedt vergezichten op een uitbundig groen landschap,
waardoor het smeltwater met bakken tegelijk bergafwaarts
klatert. Hier stoppen we even om wat te eten. |
|
|
Smeltwater
klatert bergafwaarts
|
Na
een korte picknick spring ik op mijn fiets om de afdaling
voort te zetten terwijl Corrie het brood weer in de
tassen stopt. Ik zoef al naar beneden wanneer ik iemand
in de verte hoor roepen en fluiten. Ik rem en kijk om.
Corrie zit nog niet op haar fiets en naast haar staat
een andere fietser staat heftig te zwaaien. Ik draai
om en klim terug naar boven.
"Ik heb een lekke band!", roept ze,
zodra ik haar weer kan verstaan. "Toen ik weg
wilde fietsen, waarschuwde een andere fietser dat ik
een platte achterband had."
Ik pak de fietspomp en de bandreparatieset. Ik vind
een klein gaatje in de binnenband, aan de kant van het
velglint. Na plakken en oppompen tot 3 bar loopt de
band opnieuw leeg. Opnieuw vind ik een gaatje aan de
kant van het velglint, op enkele decimeters van het
vorige gaatje. Ik haal de binnenband eruit en zie dat
het een extra light binnenband van Schwalbe is (type
14, dus niet het nog lichtere type 14a). Een jaar geleden
heb ik zulke binnenbanden aangeschaft om uit te proberen,
nadat iemand op het Wereldfietserforum enthousiast meldde
dat je hiermee merkbaar lichter zouden rijden dan op
normale binnenbanden.
Vorig jaar hadden we een soortgelijke ervaring met zo'n
licht bandje na een afdaling in Montenegro. Ik vermoed
nu dat deze binnenbanden ongeschikt zijn voor lange
afdalingen bij hoge temperaturen in combinatie met velgremmen.
Door het vele remmen worden de velgen dan zo heet, dat
de dunwandige bandjes poreus worden of simpelweg smelten.
Gelukkig hadden we in Genève nog een paar zware
en ongetwijfeld traagrollende binnenbanden bij de Decathlon
gekocht.
Ook het velglint vertrouw ik niet meer. Ik zie namelijk
dat dit nog het lint is dat al sinds de aankoop op Corries
achterwiel zit. Dit is een smal en dun lint dat makkelijker
kan gaan schuiven dan het brede en stugge velglint dat
ik zelf meestal gebruik.
We fietsen
verder, maar niet zonder zorgen. Corrie meldt dat er
nu een hobbel in haar achterband zit. Dat kan kloppen,
want om onze achterwielen zitten sinds anderhalf jaar
de roemruchte Almotion buitenbanden, die door sommigen
ook al zo bejubeld werden op het Wereldfietserforum.
Die waren tubeless ready, maar zouden ook goed bruikbaar
zijn met binnenbanden. Dat hebben we geweten; ik kreeg
ze met geen mogelijkheid fatsoenlijk uitgelijnd om de
velgen. Shocktherapie met een rubberhamer en oppompen
tot meer dan 5 bar hielp om ze nog enigszins in het
gareel te krijgen, maar zulke paardemiddelen zijn hier
nu even niet voorhanden. |
|
|
Afgekeurde
binnenband
|
Tijdens de afdaling wordt het snel warmer. Wanneer
we de bewoonde wereld bereiken, is het ruim boven
de 30 graden en alleen in een luchtig hemd nog fijn
om te fietsen, zolang we tenminste bergafwaarts blijven
gaan. Volgens de weersverwachting komt er een hittegolf
aan. We vragen ons af hoe verstandig het is om nu
via Italië over een serie onverharde cols naar
Briançon te fietsen. Hoewel Briançon
op 1300 m hoogte ligt, wordt ook daar de komende dagen
37 graden verwacht.
Zodra we een schaduwrijk terras vinden, maken we een
hitteplan. Toevallig krijgen we ook een appje van
de vader en zoon die ons vanochtend inhaalden. Zij
hebben vanmiddag ook de Col du Mont Cenis bedwongen
en zijn nu in Susa, waar geen camping blijkt te zijn.
Op www.klimtijd.nl
en www.alpenrouten.de
zie ik nog een reden om daar morgen niet heen te willen:
Susa ligt in een diep dal op slechts 500 m hoogte.
Om daaruit op de Colle delle Finestre te komen, moet
je meer dan 1500 m klimmen met een gemiddeld stijgingspercentage
van meer dan 10%, op een weg die voor een deel onverhard
is. In een hittegolf is dat gekkenwerk. Dat doen we
wel een keer in oktober, of als we de e-bike-gerechtigde
leeftijd hebben bereikt.
Liever blijven we de komende dagen zo hoog mogelijk,
door vanuit het noorden over de Col du Galibier te
fietsen en dan westwaarts via de Col de Sarenne en
Alpe d'Huez naar de Col du Glandon.
We stoppen op camping l'Illaz, iets voorbij Bessans.
Daar laat ik Corries achterband grotendeels leeglopen
en kneed ik de buitenband lang genoeg om hem weer
enigszins gelijkmatig om de velg te krijgen.
|
|
Woensdag
26 juni 2019. Fietsen: van Bressans naar Modane, 37 km
+ trein: Modane - St-Michel-de-Maurienne |
|
|
|
Kort na ons vertrek passeren tot onze verbazing het
bordje van een 1746 m hoge Col de la Madeleine, niet
te verwarren met de gelijknamige maar wat pittiger
col die we ook nog op het program hebben staan.
In Lanslevillard genieten we een uur lang van koffie
en verse patisserie op een schaduwrijk terras. Daarna
zijn wel de aangenaam koele temperaturen voor de rest
van de dag verbruikt. We fietsen verder over kleine
weggetjes door de Maurienne, het dal waar de Arc doorheen
stroomt, waar bossen af en toe nog wat schaduw bieden.
|
|
|
Kleine
weggetjes in de Maurienne |
|
|
Ook
valt onze route kilometers lang samen met een wandelroute,
de Chemin
du Petit Bonheur. 's Ochtends komen er wat
wandelaars voorbij. Ik heb met ze te doen. In de hitte
is wandelen met een rugzak nog veel zwaarder dan fietsen. |
|
|
Chemin
du Petit Bonheur |
's Middags hebben we een lange
pauze op de schaduwrijke binnenplaats van Fort Marie-Thérèse. |
|
|
Binnenplaats
van Fort Marie-Thérèse |
Ook
lopen we even naar de kloof van de Arc, met een mooi
uitzicht op Fort Victor Emanuel en daarachter de 3698
m hoge Dent Parrachée. Deze forten moesten tot
1860 het Koninkrijk Sardinië, waar Savoie een belangrijk
deel van was, beschermen tegen invallen uit Frankrijk.
dat in de Tweede
Italiaanse Onafhankelijkheidsoorlog het koninkrijk
Lombardije-Venetië kwijtraakte. Dit werd bij Sardinië
gevoegd, terwijl Frankrijk als tegenprestatie Savoie
kreeg toebedeeld. Sindsdien liggen deze forten in Frankrijk. |
|
|
Kloof
van de Arc, Fort Victor Emanuel en Dent Parrachée
|
Dan
volgt een korte afdaling naar Modane, waar een spoorlijn
en een snelweg vanuit de Fréjustunnels in de
Maurienne uitkomen. Hierdoor is de Maurienne verder
westwaarts een dak met veel beton en verkeerslawaai.
Niet zo aantrekkelijk om doorheen te fietsen, zeker
niet bij 35 graden. Daarom besluiten we om de 15 km
naar Saint Michel de Maurienne per trein af te leggen.
Camping 'Le
Marintan' valt ons tegen. Het is een stenige stadscamping
met gescheiden standplaatsen naast een hotel. Er is
weinig gras en geen schaduw op de plek waar onze tent
komt te staan. Zolang de zon schijnt, doden we de tijd
op een bankje in de schaduw van een boom bij de ingang.
|
|
Donderdag 27 juni
2019. Van St-Michel-de-Maurienne naar Valloire, 19 km |
|
|
|
Al
om half zeven verlaten we de camping. Even later beginnen
we te klimmen, op weg naar de Col du Télégraphe.
Eigenlijk is dit meer een aanloop voor de Galibier dan
een serieuze Alpencol. We blijven onder de boomgrens
en er zijn geen spectaculaire vergezichten. Wel zien
we hier aan daar fraaie staaltjes huisvlijt in de berm. |
|
|
Ode
aan de fiets |
Om kwart
over tien zijn we boven. Het is er leuk genoeg voor
een colselfie en aan de overkant van de weg is koffie
met taart. |
|
|
Col
du Télégraphe |
Iets na 11 uur fietsen we
Valloire binnen, het laatste dorp voor de Col du Galibier.
De koele uurtjes zijn nu voorbij en er is ook een
camping, dus moeten we ons hier de rest van de dag
vermaken. We beginnen met een bezoek aan de mooi gerenoveerde
kerk.
|
|
|
Een
paal markeert de grens |
De rest
van het dorp heeft zijn ziel allang verkocht aan de
toeristen. Skiërs in de winter, motoren en wielrenners
in de zomer. Ook de Tour de France is dit jaar weer
van de partij. Dankzij de Galibier is dit fietsende
dopingcircus hier al tientallen keren langsgekomen. |
|
|
Aankondiging
Tour de France |
Op
de camping zijn we welkom voor één nacht.
Als we hier langer hadden willen blijven, hadden we
moeten wildkamperen, want voor het komend weekend blijken
alle plekken hier al volgeboekt te zijn. Er is geen
trekkersveldje voor ongemotoriseerden. Overal zien we
bordjes met namen van mensen die hier de komende dagen
worden verwacht. Nu is het hier nog rustig en maken
we goed gebruik van de voorzieningen. Ik span een waslijntje
in de zon en zelf nestelen we ons met wat leesvoer in
de schaduw. |
|
|
We
brengen de hete uren op de camping door
|
's Avonds wordt het drukker op de camping. Tot ver
na zonsondergang wordt de rust regelmatig verstoord
door motoren die luid ronkend de camping op komen
rijden. Een enkeling lijkt dat ook rustig te kunnen.
"Ik wist niet dat er ook stille motoren bestonden",
zegt Corrie, wanneer een motor bijna geruisloos voorbijrijdt.
"Misschien een onthechte geest die niet bij
een groep hoort, of iemand die de geluidsvoetafdruk
van zijn vakantie wil beperken, verzin ik. "Misschien
heeft zo iemand ook wel geen tatouages."
|
|
Vrijdag 28 juni
2019. Van Valloire naar La Grave, 41 km |
|
|
|
Om
zeven uur fietsen we Valloire uit. Buiten het dorp hebben
we weg helemaal voor onszelf. Voor ons zien we een muur
van bergen oprijzen. |
|
|
Voor
ons rijst een muur van bergen op
|
|
|
De markante Roche Olvera steekt
scherp af tegen de knalblauwe hemel. |
|
|
Roche
Olvera |
Om negen
uur raakt het zonlicht de weg en trekken we onze truien
uit. Even later stoppen we bij een cafetaria. Die is
nu nog gesloten, dus zetten we onze eigen koffie op
het terras. Even later arriveert een auto met een vrouw
die die de deur van de cafetaria opent, maar wij willen
nu verder, zodat we hoog zijn voordat het heet wordt. |
|
|
Vanaf
negen uur fietsen we in de zon |
In de verte rijst het bergmassief van de Vanoise op. |
|
|
In
de verte zien het bergmassief van de Vanoise
|
Om tien uur maken onze t-shirts
plaats voor hemden, maar drukkend heet zal het op
deze hoogte niet worden.
|
|
|
Nog
6 km naar de col |
Op
2280 meter laten we ons bij een fromagerie verleiden tot
het proeven van kazen uit de streek. |
|
|
Kaasproefpauze
|
|
|
Inmiddels
zijn de motormuizen allemaal uit hun holen gekropen.
Ronkend en knallend verdrijven ze de stilte. Wanneer
een groep voorbijgeraasd is, echoot het tussen de bergen
nog lang na, tot de volgende ploeg een nieuwe poging
doet om door de geluidsbarrière te breken. Het
was te verwachten, want de Galibier is een prominente
etappe van de Route des Grandes Alpes. Gelukkig is het
nog net geen weekend en is het hier ook nog geen hoogseizoen.
Wie vooral rust komt zoeken, kan hier beter in het vroege
najaar gaan fietsen, voordat de cols dichtgaan; of alleen
onverharde cols opzoeken. |
|
|
Motormuizen
ronken met veel geknal voorbij |
Een
nieuw fenomeen is voor ons de colfotograaf. Her en der
zien we commerciële fotografen met zware telelenzen
kiekjes van passanten maken, die online gekocht kunnen
worden. Wij vallen met onze slome vakantiefietsen buiten
hun doelgroep. Ik vermoed dat ze het vooral moeten hebben
van mamils in een midlifecrisis, die op zo'n foto nog
een beetje lijken op wat ze hadden willen zijn. |
|
|
Commerciële
colfotografie |
Wanneer wij 100 meter
verder even stoppen bij een parkeerplaats, roept en gebaart
zo'n fotograaf dat wij daar op moeten hoepelen. We negeren
hem en genieten nog vijf minuten van het uitzicht. Niet
vaak zal het uitzicht zo weids en helder zijn als vandaag. |
|
|
Weids
uitzicht op 2500 m |
Op
2550 m splitst de weg zich. Voor het snelverkeer begint
hier een tunnel, die in 1891 geopend werd en jarenlang
de enige verharde doorgang was. In 1976 moest de tunnel
wegens bouwvalligheid worden gesloten en werd een nieuwe
weg bovenlangs over de col aangelegd. In 2002 ging de
tunnel weer open, maar voor fietsers blijft de steile
weg via de col de enige optie. |
|
|
Splitsing
van tunnel en weg over de col
|
|
|
Om
twee uur staan we op de Col du Galibier. Er wordt druk
geflaneerd, vooral door mannen met ruige baarden en
motoren met lange knalpijpen. Op sommige motorjacks
staat 'Rabouin Kidjalo'. Googelen op deze term leverde
mij niks op, maar misschien moet je daarvoor wel op
het dark web zijn... |
|
|
Het is
verre van eenzaam op de col |
Het is
dringen voor de borden die de col aangeven, maar het
lukt ons uiteindelijk ook hier om met de zelfontspanner
een fatsoenlijke colselfie te maken. Dat is wel iets
meer werk dan de foto door iemand anders te laten nemen,
maar levert meestal ook een beter beeld op. |
|
|
Colselfie
|
Niet
iedereen gunt ons echter de anderhalve minuut die je
nodig hebt om zo'n foto te maken. Terwijl wij wachten
tot de zelfontspanner het van te voren ingestelde aantal
van drie foto's heeft gemaakt, maakt een morsig mannetje
luidkeels duidelijk dat wij uit zijn beeld moeten verdwijnen. |
|
|
Een morsig
mannetje staat tegen ons te schreeuwen |
Sommige
mensen kijken op van het geschreeuw, anderen negeren
het en staan al klaar om zelf op te foto te gaan. Corrie
biedt aan om daarbij te assisteren.
"Ik ga die vervelende kerel nog even pesten",
grijnst ze. |
|
|
Corrie
assisteert bij het maken van colselfies |
De colschreeuwer springt nu
echt uit zijn vel. We zwaaien vriendelijk terug en fietsen
weer verder. |
|
|
Opgewonden
standje |
Tijdens
de afdaling passeren we een monument ter nagedachtenis
van Henri
Desgrange, die in 1903 als eerste de Tour
de France organiseerde. |
|
|
Monument
voor Henri Desgrange |
We
dalen snel af naar de Col du Lautaret, niet meer dan
een driesprong op de D 1091 met wat horeca. Voor deze
col hoeven we nu geen meter te klimmen omdat we van
de Galibier komen. We volgen de D 1091 naar Lagrave,
waar we neerstrijken op Camping de la Meije, die genoemd
is naar de gletsjer die erboven ligt. |
|
|
Camping
de la Meije |
Dit is
een camping waar we blij van worden. Veel ruimte, prima
gras en volop schaduw. En bovendien een mooi uitzicht,
winkels op loopafstand en geen motor te horen! We sluiten
deze heugelijk dag af met een koud galibiertje. |
|
|
Bij deze
dag hoort een galibiertje |
Zaterdag 29 juni
2019. Bergwandeling bij La Grave, 9 km |
|
|
|
Ook vandaag zal het weer erg warm worden. We hebben
ontdekt dat de kabelbaan van La Grave nu al werkt.
Daarmee kunnen we moeiteloos naar de koelere hoogtes
vluchten. Bovendien kunnen we dan nog een nacht langer
op die fijne camping bivakkeren.
Eerst slapen we uit, dan gaan we rustig ontbijten.
Tegen de tijd dat we het in de zon benauwd gaan krijgen,
laten we ons met de kabelbaan naar een station op
2400 m hoogte brengen om te wandelen.
|
|
|
Wandeling
boven de boomgrens
|
|
|
|
|
We drinken koffie met een
heerlijk stuk bosbessentaart in de Refuge Évariste
Chancel. Die taart moet hier ter plekke zijn gebakken,
want de route die wij van het kabelbaanstation naar
de hut hebben gelopen, is alleen te voet af te leggen
en andere routes naar de bewoonde wereld zijn niet
beter. Of er moet hier onlangs een drone met een doos
taarten zijn geland.
We lopen terug naar het station
en nemen de kabelbaan naar het eindstation op 3200
m, waar we uitkijken over de Girosegletsjer. We kunnen
hier nu zelfs de Mont Blanc zien, 100 km naar het
noordnoordoosten.
|
|
|
Glacier
de la Girose
|
|
|
Zelfs boven bij de gletsjer krijgen we het niet koud
met slechts een t-shirt aan. De windstoppers kunnen
in de rugzak blijven. Aan het eind van de middag nemen
we de laatste kabelbaan terug naar La Grave, dat op
1460 m ligt en waar het minstens tien graden warmer
is.
La Grave lijkt zo perfect voor een actieve rustdag
tussen twee Alpencols. Toch is er vandaag een minpuntje:
de geldautomaat is kapot. Op zich hoeft dat geen probleem
te zijn. Bij de alimentation in het dorp lukt het
echter niet om met een bankpas of credit card te betalen
en ook bij de boulangerie kun je alleen met cash terecht.
De andere alimentation in het dorp, de Sherpa, is
gesloten en ziet er ook niet uit of die ooit nog open
zal gaan. Er is hier ook nog een postkantoor, maar
dat is in het weekend gesloten en wekt sowieso niet
de indruk dat er iets anders te vinden zal zijn dan
door muizen en motten aangevreten postzegels, -zakken
en stempels uit de vorige eeuw.
We hebben duidelijk een beginnersfout gemaakt door
niet tijdig een reservevoorraad euroflappen ergens
diep onderin een stuurtas te verstoppen. Ik concludeer
dat we ons moeten redden met noodrantsoen en oud brood
totdat we een functionerende geldautomaat hebben bereikt,
hoogstwaarschijnlijk in Le Bourg d'Oisans. Corrie
is optimistischer.
"Ik regel wel wat op de camping",
zegt ze.
Teveel betalen met een kaart en daarvoor cash als
wisselgeld terugkrijgen, lijkt in La Grave geen geaccepteerde
methode te zijn om een kapotte flappentapper te omzeilen.
Misschien is het in Frankrijk wel niet toegestaan.
Ook bij de receptie van de camping wil men het niet.
Corrie maakt nu een rondje over de camping. Nogal
wat campinggasten blijken hetzelfde probleem te hebben.
De geldautomaat is al dagenlang kapot, zonder dat
er iets aan gedaan wordt - afgezien van een gewapende
agent, die een paar dagen bij de automaat op wacht
heeft gestaan. Een echt Frans ritueel, dat wel.
Uiteindelijk treft Corrie een paar Nederlanders die
vandaag nog in Le Bourg d'Oisans zijn geweest en daar
een voorraad euro's hebben gepind. Zij kunnen wel
even een paar tientjes missen, die Corrie ter plekke
en voor hun ogen elektronisch overmaakt op hun bankrekening.
Daar gaat ze tenminste van uit.
|
|
Zondag
30 juni 2019. Van La Grave naar Allemond, 41 km |
|
|
|
"O shit. Er is iets misgegaan met het overmaken
van het geleende geld", zegt Corrie tijdens
het ontbijt. Ze kijkt nog eens op haar smartphone.
"Het geld staat nog op onze rekening, maar
ik kan niet meer achterhalen naar welke rekening het
overgemaakt moest worden. Ik loop nog even naar die
mensen. Ik hoop dat ze al wakker zijn."
"En, is het gelukt?", vraag ik even
later.
"Er was nog niemand te bekennen. Ik ben in
hun voortent geslopen en heb daar een briefje onder
een steen geschoven, waarop staat hoe ze me kunnen
bereiken."
Nu hopen we dat ze snel wat van zich laten horen.
In een 'normale' vakantie zouden we nog wel een uur
hebben gewacht, maar nu willen we om zeven uur al
weg zijn om in de schaarse koele uren te kunnen fietsen.
We volgen de D 1091 nog 15 km heuvelafwaarts. Vlak
voor de stuwdam bij Chambon slaan we rechtsaf een
weg in die meteen steil omhoog naar de Col de la Sarenne
leidt. Stapvoets en zwetend fietsen we nog door de
eerste bocht, dan staan we ineens stil. Ik voel nu
al lood in mijn benen en Corrie is al buiten adem.
Willen we vandaag echt wel een col op? Het antwoord
is nee. We keren terug en fietsen naar de stuwdam.
|
|
|
Meer
van Chambon |
Om
bij Allemond uit te komen, waar de laatste camping voor
de Col du Glandon is, hoeven we ook helemaal niet de
Sarenne over. We kunnen ook in het dal blijven en de
D 1091 volgen naar Le Bourg d'Oisans. De Sarenne hebben
we al eens gefietst, de andere kant op vanuit Alpe d'Huez
(zie dit
verslag). Toen was het oktober en vast mooier
dan nu; in ieder geval aangenamer qua temperatuur.
We keren om en genieten nog wat langer van de zwaartekracht.
In Le Bourg d'Oisans vinden we een geldautomaat en een
goed gesorteerde fietsenwinkel waar ik een paar rollen
zelfklevend velglint in de gewenste dikte aanschaf.
"Door het hete weer zijn er veel problemen
met velglinten en binnenbanden", bevestigt
de fietsenmaker.
Dan gaan we uitgebreid koffie drinken in het levendige
dorp. Gelegen aan het begin van de weg naar Alpe d'Huez
en op fietsafstand van zes valleien en een stuk of wat
cols, is Le Bourg d'Oisans in de zomer een basiskamp
voor wielrenners, mountainbikers en alles wat hier uit
de bocht van de D 1091 vliegt.
|
|
|
Winkelstraat
in Le Bourg d'Oisans |
Na Le Bourg
d'Oisans kunnen we de steeds drukkere D 1091 verlaten
en volgen we een voie verte langs het verkoelende water
van de Romanche. |
|
|
Voie
verte langs de Romanche |
Al om half
twaalf melden we ons bij camping 'Le Grand Calme' bij
Allemond, die zijn naam eer aan doet. We stoppen flesjes
bier en frisdrank in een kanozak en koelen die in een
beekje dat dwars over de camping stroomt. We wassen
onze kleren weer eens en brengen een paar uur liggend
en lezend in de schaduw door. |
|
|
Bier
en frisdrank koelen we in de beek |
Aan
het eind van de middag zoeken we verderop in het dorp
een terras op, waar even later een groep racefietsers
uit Nederland neerstrijkt, die hier blijkbaar aan het
trainen zijn. Aan een tafeltje naast ons voeren twee
mannen een gesprek.
"Vandaag was het best wel afzien. Dan merk
ik dat ik al dik in de vijftig ben", zegt
de een, nog zichtbaar afgepijgerd.
"Ach, ik vond het wel lekker gaan",
zegt de ander, die nog wat ouder moet zijn maar er heel
ontspannen bijzit.
"Maar u bent vast ook niet meer zo jong",
vervolgt de ander.
"Ik ben nu 76. Vroeger heb ik veel op zee gezeild
en nu fiets ik graag nog wat cols over."
Corrie blijft het gesprek volgen, pakt haar smartphone
en zoekt iets op.
"Dat moet Dirk Nauta zijn", zegt
ze. "Een heel ervaren zeezeiler."
Ze laat een foto van hem zien. Ik kijk nog even naar
het andere tafeltje en zie de gelijkenis.
"Die fietst vast nog wel een tijdje door, zonder
trapondersteuning."
Het schemert al wanneer twee fietsers op het veldje
tegenover onze tent arriveren. Het is een vader met
zijn zoon. Vanmiddag kwamen ze hier aan vanuit Nederland
en hebben ze gelijk een proefrondje gefietst.
"Dan ben je dus niet in topvorm",
zegt de vader. "Maar mijn zoon laat zich niet
tegenhouden. Die wil, zodra hij uit de wagen gestapt
is, gelijk de berg opfietsen. Dat lukte ook nog, maar
in de afdaling ging het mis. Hij zag te laat dat er
iets op de weg lag. Met die banden van jullie kun je
rustig over een steentje rijden, maar met dunne racebandjes
kunnen een paar dennenappels op de weg al een valpartij
opleveren. Hij kon niet meer uitwijken en maakte een
schuiver. Nu is hij aan een kant flink toegetakeld."
De jongen heeft zijn shirt uitgetrokken en zit onder
het bloed. Corrie wil met haar medische achtergrond
wel even naar zijn verwondingen kijken. Ik zit al in
de tent en vis ons EHBO-setje uit een fietstas.
Corrie wacht buiten met de vader tot de jongen terugkomt
uit de douche. Inmiddels wemelt het er van de muggen,
die blijkbaar op het bloed zijn afgekomen.
"Ik heb extra lang gedoucht om alles goed schoon
te krijgen", vertelt de jongen als hij weer
terug is aan zijn vader en Corrie, die inmiddels lekgestoken
zijn door de muggen.
Met betadinezalf en verband behandelt Corrie de wonden.
"Het zijn grote schaafwonden", zegt
ze. "Ik denk dat hechtingen niet nodig zullen
zijn."
"Het had erger gekund, maar de komende dagen
zal hij die blessures wel gaan voelen. Als ik hem was,
ging ik voorlopig maar niet fietsen", zegt
Corrie later in de tent. |
|
Maandag 1 juli 2019.
Van Allemond naar St-Martin-sur-la-Chambre, 54 km |
|
|
|
Na twee dagen met een laag fietsgehalte gaat nu de
beuk erin. Op naar de Col du Glandon! Om kwart over
acht hebben we op een hoogte van 1020 m al 300 m geklommen.
Diep onder ons zien we de kerk van Oz nog liggen.
|
|
|
Uitzicht
op Oz vanaf Articol |
Een
half uur later en 230 m hoger bereiken we Le Rivier
d'Allemont, het laatste dorpje voor de col. We hebben
er dan al een derde van de klim opzitten en er is een
bar-crêperie. Tijd voor koffie! 'Bikes here please',
staat in modern Frans op een keurig bordje aan de overkant
van de weg. Met 'bikes' lijken hier echt fietsen bedoeld
te worden, want motoren horen we vandaag heel weinig,
maar racefietsers en mountainbikers zien we volop. |
|
|
Fietsenstalling
in Le Rivier d'Allemont |
Kort
na de koffie komen we dichtbij de 1300 m hoogtelijn,
maar helaas daalt de weg dan 100 m om vervolgens weer
flink te stijgen. Ook raken we de schaduw van het bos
kwijt, terwijl de zon ook vandaag weer hyperactief is.
Als troost hebben we wel een mooi uitzicht. |
|
|
Uitzicht
boven de boomgrens |
De
laatste kilometers voor de col zijn zwaar door de hitte
en het gebrek aan serieuze bochten, waardoor we wel
een uur lang niet alleen de col zien liggen, maar ook
de lange weg ernaartoe. Het venijn zit in de staart:
als we bijna op 1800 m zijn, gaat de weg weer 60 m omlaag. |
|
|
Het
venijn zit in de staart |
Net
onder de col is een terras met veel schaduw, ice tea
en chips. Daar komt een andere fietser naar ons toe.
Het blijkt wereldfietser Shane
te zijn, die hier de jaarlijkse monstertocht 'La Marmotte'
(zie hier)
aan het verkennen is. Hij had mijn M-gineering
gespot!
Om kwart voor
drie zijn we dan eindelijk helemaal boven op onze laagste
- maar zeker niet de lichtste - Alpencol van deze zomer.
En op deze rustige col hoeven we geen nummertje te trekken
voor een colselfie. |
|
|
Op
de top |
Als
we vandaag per se boven de 2000 m hadden willen komen,
hadden we nog 3 km door kunnen fietsen naar de Col de
la Croix de Fer. Daar zijn we in 2011 geweest op een
schitterende dag in oktober, zoals de volgende foto
laat zien. |
|
|
|
De
herinnering aan die mooie herfstdag is moeilijk te overtreffen,
dus beginnen we nu liever gelijk aan de afdaling. We
doen onze helmen op en Corrie trekt zelfs haar windstopper
aan; die zal ze al snel weer uittrekken, lang voordat
we de ovenhete Maurienne bereiken. |
|
|
En
omlaag |
Na
11 km en 800 m dalen lassen we een pauze in. De snel
stijgende temperatuur speelt ons parten. Gisteravond
op de camping beseften we nog hoe alert je moet blijven
in een steile en bochtige afdaling. We stoppen we bij
een bankje in de schaduw van een boom om weer wat te
drinken en een korte siësta in te lassen. Even
later hoor ik een zachte plof. Ik draai me om en zie
Corrie op de grond liggen. Verbaasd krabbelt ze weer
op. Ze was in slaap gevallen en van het smalle bankje
afgegleden. |
|
|
Siësta
op een bankje |
We fietsen weer verder bergafwaarts. Na 4 km begint
mijn fiets te zwabberen. De voorband loopt leeg en
in een afdaling dat is geen feest. Ik maak een noodstop,
roep naar Corrie dat ik een lekke band heb en ga de
band inspecteren. Er zit een gaatje in de binnenband
aan de kant van het velglint. De velg is erg warm,
maar nog wel aan te raken. Het is weer zo'n extra
light band, net als op Corries fiets bij de afdaling
van de Iseran. Ik plak de band en pomp hem weer op.
Ik hoop dat die het nog even uithoudt tot we op de
camping zijn.
Mijn hoop is ijdel. Tien minuten later loopt de voorband
opnieuw leeg, net als ik met 30 km/uur door een scherpe
bocht ga. Ik maak weer een noodstop en loop met de
fiets naar een oprit in de schaduw, waar ik de binnenband
en het velglint vervang. Gelukkig hebben we dat sinds
gisteren weer bij ons.
Inmiddels zijn we weer in de bewoonde wereld. In
een grote supermarkt genieten we van de koelte. We
fietsen naar camping 'Le Bois Joli' bij St. Martin
sur la Chambre. Daar worden we uiterst vriendelijk
ontvangen en naar een kampeerplek in het bos gestuurd,
met alle plussen en minnen die bij zo'n bos horen:
wel veel schaduw, maar weinig wind, geen gras en veel
insecten. Een ander nadeel van zo'n boscamping ondervinden
we later op de avond, wanneer een hevig onweer losbarst:
afbrekende takken. Vlak voordat de hel losbarst, vluchten
we naar de receptie. Het gebouw is al dicht, maar
onder een afdak en tegen een muur hebben we nog enige
beschutting tegen rukwinden, hagelstenen en rondvliegende
projectielen, zoals het terrasmeubilair.
Het noodweer duurt hier niet lang. Wanneer we terugkeren
bij de tent en de fietsen, blijkt alles nog overeind
te staan. We hebben geluk gehad.
|
|
Dinsdag
2 juli 2019. Trein: van St-Martin-sur-la-Chambre naar
St-Pierre-d'Albigny
+ fietsen: van St-Pierre-d'Albigny naar Albertville,
32 km |
|
|
|
Volgens plan zouden we vandaag over de Col de la
Madeleine fietsen. Gisteravond hebben we al besloten
om het wat rustiger aan te doen. We voelen de tocht
van gisteren nog in onze benen. Ook heeft het noodweer
van de afgelopen nacht niet een einde aan de hittegolf
gemaakt. Het blijft de komende dagen heet; weliswaar
met iets lagere temperaturen (30 tot 35 graden in
plaats van 35 plus), maar met een hogere vochtigheidsgraad,
dus broeierig weer met heiïge uitzichten.
Vandaag dus geen col, maar in het bloedhete dal van
Maurienne gaan we ons ook niet vermaken. Liever nemen
we de trein naar Albertville, om daar de middag in
koele kerken en musea door te brengen.
We staan vandaag niet om half zes op, nemen alle
tijd voor het ontbijt en fietsen dan naar het station.
In de trein zijn de drie fietshaken al bezet, dus
zetten we onze fietsen aan de overzijde van het gangpad.
Zelf nestelen we ons op de klapstoeltjes tussen de
fietsen in, omdat dit maar een korte rit is. Aan zitplaatsen
is in deze trein overigens geen gebrek, wel aan fietsplekken.
|
|
|
We
nestelen ons tussen de fietsen in de trein
|
Een half uur later zijn we in St-Pierre-d'Albigny,
waar we over willen stappen op een trein naar Albertville.
Ik kijk op het display en zie dat bij elke trein die
vanmiddag naar Albertville zou moeten gaan, de mededeling
'supprimé' is toegevoegd. Vermoedelijk zijn
er vannacht ergens bomen op de rails gevallen. Merde!
Op de OpenFietsMap vinden we heel dichtbij een 'zone
industrielle' met een Intermarché. Daar nestelen
we ons in de koffiehoek en stippelen we een fietsroute
naar Albertville uit. De opties lijken beperkt: ten
noorden van de Isère langs de D 201, die vast
niet heel rustig is en ook nog aardig op en neer gaat,
of ten zuiden van de Isère over de vast niet
minder drukke D 102 en D 925. Een beetje inzoomen
laat nog een andere optie zien: een grindpad dat ligt
ingeklemd tussen de A43/A430 en de Isère en
uitkomt op een voie verte naar Albertville. Gegarandeerd
vlak en ook nog langs een verkoelende rivier. Opeens
hebben we weer zin om te fietsen!
Het grindpad langs de Isère hebben we snel
gevonden. De eerste 500 m is het prima te fietsen.
Daarna is het pad een paar honder meter opgeslokt
door de A43 en vervangen door een corridor van beton.
Door het noodweer van de afgelopen nacht ligt dit
nu vol afgebroken boomtakken, die we stuk voor stuk
verwijderen.
|
|
|
Afgebroken
boomtakken versperren ons de weg |
Waar
de A43 iets verder van de rivier ligt, komt het grindpad
weer tevoorschijn. Ook hier is nog geen opruimploeg
voorbijgekomen om geknakte boomtakken van het pad te
verwijderen. Met vereende krachten banen we ons een
weg door deze jungle. |
|
|
Ook verderop hebben afgebroken takken het grindpad geblokkeerd
|
Soms ligt
er zelfs een complete boom over de weg. Met enige moeite
lukt het ons om erlangs te komen. Uiteindelijk doen
we twee uur over 10 km met een dozijn barrières.
Het is weer eens wat anders dan over een col fietsen... |
|
|
Soms
ligt er een complete boom over de weg |
Daarna rijden we 5 km over
de D 925, die hier heel rustig is. Vanaf St-Hélène-sur-Isère
volgen we een fietsroute naar Albertville, die daar
aansluit op de voie verte naar Annecy, waar we twee
weken terug al overheen zijn gefietst. Nu stoppen
we bij de camping municipal van Albertville, met verse
frieten, koude dranken en goed telefoonbereik. Hier
krijgen we eindelijk een berichtje van de mensen van
wie we in La Grave wat geld hadden geleend. Ditmaal
lukt Corries poging om het bedrag naar hun bankrekening
over te maken.
|
|
Woensdag
3 juli 2019. Van Albertville naar Beaufort, 32 km |
|
|
|
We rijden
even de binnenstad van Albertville in om brood en koffiebroodjes
te halen. Daarna klimmen we gelijk over een stille weg
omhoog. De D 925, waar af en toe grote vrachtwagens
langskomen, proberen we zo lang mogelijk te vermijden
door nog een stuk over bospaden te gaan. Later volgen
we een stille asfaltweg parallel aan de D 925. |
|
|
Bospad
|
Vroeg
in de middag bereiken we Villard-sur-Doron, waar een
Intermarché is met een tankstation en een Frans
fenomeen dat ik de laatste jaren wel vaker heb gezien:
een buitenwasserette. Die hebben we nu niet nodig, omdat
er zo dadelijk op de camping ook wasmachines zijn. |
|
|
Wasautomaten
bij supermarkt |
De
camping van Beaufort kennen we nog van een paar weken
terug. We wassen onze kleren en maken een rondje door
het dorp. Wanneer we weer terug zijn op de camping,
is de was droog en komt een onweerslucht onze kant op.
Wanneer de eerste spetters vallen, vluchten we met een
zak chips en een fles met een een lokaal brouwsel naar
een grote partytent. Daar raak ik in gesprek met een
Zwitserse fietser, die net begonnen is aan zijn tocht
naar de Middellandse Zee. Ik vertel hem dat wij ook
zo'n plan hadden, maar voor de terugweg geen doorgaande
trein konden vinden.
"Dat is voor mij ook steeds meer een probleem
geworden", zegt de Zwitser. "Terwijl
ik toch in het hart van Europa woon. Enkele jaren terug
kon ik met de nachttrein nog snel en makkelijk naar
Nederland, Italië en zelfs Portugal reizen."
|
|
Donderdag 4 juli
2019. Van Beaufort naar St-Gervais-les-Bains, 40 km |
|
|
|
Na een
half uur klimmen kijken we uit over Beaufort in de richting
van Arêches, waar we enkele weken terug fietsten.
Toen begonnen we aan de eerste serieuze col van deze
tocht, de Cormet d'Arêches. Nu zijn we op weg
naar de laatste, de Col du Joly. |
|
|
Uitzicht
op Beaufort |
Hauteluce,
dat nu nog boven ons ligt, laten we links liggen.
In dit gebied zien we nog veel fraaie huizen en boerderijen.
Niet van die brutalistische wintersportparadijzen,
die je in Frankrijk ook veel ziet.
|
|
|
Uitzicht
op Hauteluce |
De eerste
500 klimmeters gaan zoals gewoonlijk prima. Daarna,
vanaf 1200 m hoogte, wordt het steiler en warmer. Corrie,
die op asfalt sneller klimt dan ik (op grind gaat ze
eerder lopen), wordt dan een roze stip aan de horizon... |
|
|
Corrie
wordt een roze stip aan de horizon |
...totdat ze in een bocht met
haar camera in de aanslag staat... |
|
|
Uitzicht
op Hauteluce |
...of een plekje in de berm
heeft gevonden. |
|
|
Bermperspectief
|
Tegen
half drie zijn zijn we boven, op de plek waar het asfalt
overgaat in grind. Dankzij dat grind is dit geen doorgaande
weg en is het helemaal niet druk op de Col du Joly.
We zien ook geen colbordje, maar hebben wel een fantastisch
uitzicht op de Mont Blanc. Dus maken we hier onze mooiste
colselfie. |
|
|
Col
du Joly |
De
afdaling van de Joly is best wel een uitdaging. De weg
is dermate slecht en steil - soms kilometers lang rond
de 15% - dat Corrie het grootste deel lopend doet. Ook
ik stap op de steilste stukken af en ben al lang blij
dat we hier niet omhoog hoeven te fietsen. |
|
|
De weg is erbarmelijk
slecht en steil |
|
|
Wanneer een tiener ons op een mountainbike voorbijscheurt,
besef ik dat wij dat ook met dikkere banden, schijfremmen
en zonder bagage niet na zouden doen. Wij zijn hier
voor het eerst en verkennen de weg op onze manier,
zonder adrenalinekick en jeugdige overmoed.
De gps-data liegen er niet om: over deze 7,6 km lange
en 780 m diepe afdaling doen we anderhalf uur, inclusief
een bankpauze van een kwartier! We hadden hier ook
de skilift kunnen nemen.
|
|
|
Corrie
heeft even een bankje nodig |
De
laatste 7 km gaan van een leien dakje. Met 40 km/uur
zoeven we naar de camping van Saint Gervais les Bains.
Daar vinden we een prachtige plek voor onze tent, waar
we de wolken rond de Mont Blanc langzaam op zien trekken
tot we de hele berg kunnen aanschouwen in het zachtgele
licht van de avondzon. |
|
|
Mont
Blanc |
Vrijdag
5 juli 2019. Fietsen: van camping naar station St-Gervais-les-Bains,
7 km
+ trein: van St-Gervais-les-Bains naar Evian-les-Bains
+ boot: van Evian-les-Bains naar Lausanne |
|
|
|
We
fietsen nog een klein stukje naar het station van Saint
Gervais les Bains. Tegenover het SNCF-station is een
stationnetje voor het bergtreintje dat tot halverwege
de top van de Mont Blanc rijdt. |
|
|
Corrie
heeft even een bankje nodig |
We
nemen de trein naar Annemasse, waar we overstappen op
een trein naar Evian les Bains. Dit kuuroord heeft betere
tijden gekend, maar heeft nog altijd enkele sfeervolle
plekken. |
|
|
Gevels
in Evian les Bains |
|
Straat
naar brongebouw in Evian les Bains |
|
Raam
in brongebouw in Evian les Bains |
|
Waterbron
in Evian les Bains |
Tegen
de avond steken we met een veerboot het Meer van Genève
over naar Zwitserland. |
|
|
Veerboot
naar Lausanne |
In
Lausanne fietsen we weer naar de stadscamping, waar
we drie weken terug ook al waren. Het is er nu drukker,
maar het lukt nog steeds om een ruime plek voor onze
tent te vinden buiten het hutjemutjeveld voor de vaste
gasten. |
|
|
Camping
bij Lausanne |
Het
campingrestaurant heeft een shabby terras, waar een
andere beheerder iets moois van zou kunnen maken. Nu
is hier van het meer weinig te zien, klinkt er irritante
muziek en wordt er door een aantal gasten stevig gepaft.
Gelukkig kunnen we er pizza's afhalen, die we mee kunnen
nemen naar het nabijgelegen stadspark, met uitzicht
over het meer op de bergen waar we de afgelopen weken
hebben gefietst. |
|
|
Meer
van Genève |
Zaterdag
6 juli 2019. Per trein naar Düsseldorf |
|
We
boemelen eerst naar Bern en nemen dan een rechtstreekse
Eurocity naar Düsseldorf. Helaas heeft deze trein
geen stiltecoupé en is het erg druk. Dat hadden
we al een beetje voorzien. Daarom hebben we nog een
dag over om thuis te komen, zodat we deze avond heel
relaxed in Düsseldorf kunnen blijven. |
|
Zondag
7 juli 2019. Fietsen: van Düsseldorf naar Rheinhausen
+ trein: van
Rheinhausen naar Leiden |
|
Het
is prima fietsweer en we willen niet direct weer in
een trein stappen. We rijden een paar uur over rustige
wegen en paden langs de Rijn, maar merken goed dat dit
de rafelrand van een verstedelijkt en industrieel gebied
is. Het landschap is vaak een rommeltje, met zand- en
grindgroeves en vervallen fabrieksterreinen, daarbuiten
soms weer erg aangeharkt. We krijgen gelijk heimwee
naar de bergen van Savoie en stappen vroeg in de middag
in een trein die in de richting van de Nederlandse grens
rijdt.
In Mönchen-Gladbach stappen we over op de boemel
naar Venlo, die zich snel vult met kooptoeristen. Vanaf
Venlo is alles routine. Tegen het eind van de middag
zijn we weer thuis. |
|