|
Verdun
- Leiden: boemelen en dobberen naar het Einde der Treinen |
|
 |
|
In
2011 reisde ik in één dag per trein van
Leiden naar Verdun. Die reis duurde toen 9 uur. In de
omgekeerde richting kan dat ook, maar doordeweeks moet
je dan heel vroeg opstaan. Er vertrekt nu nog tweemaal
per dag een trein uit Verdun: om 6:39 en om 18:15 uur.
Op andere tijdstippen zijn er travaux en moet
je eerst een stuk met de bus naar Conflans-Jarny. Die
travaux kunnen in Frankrijk jaren duren en zijn soms
een eufemisme voor het langzaam weg laten kwijnen van
een spoorlijn ten gunste van busvervoer. Volgens deze
website was de kans groot dat er uiteindelijk
helemaal geen treinen meer naar Verdun zouden rijden,
maar na een update is deze voorspelling van de site
verdwenen.
Ooit was Verdun een regionaal knooppunt van spoorlijnen
en een versterkte garnizoenplaats dichtbij de Duits
grens. Honderd jaar geleden vond hier een van de bloedigste
veldslagen uit de geschiedenis plaats: het Franse leger
werd bijna opgeofferd voor het behoud van de stad. De
strijd om het behoud van de laatste treinen lijkt hier
aanzienlijk stiller gevoerd te worden.
Verdun lag in het pre-TGV tijdperk aan de spoorlijn
van Reims naar Metz. Vijf jaar geleden kon ik in de
avondspits nog per trein van Reims naar Verdun, met
een overstap in Chalons-en-Champagne. De trein van Reims
naar Chalons was toen zo vol, dat ik niet bij de fietshaken
kon komen. Effectief communiceren met medereizigers
is nooit mijn sterkste eigenschap geweest (en zeker
niet in het Frans!), dus moest ik met mijn fiets in
het gangpad blijven staan. Daarna was het in de trein
van Chalons naar Verdun daarentegen opvallend rustig.
Dat was al een teken aan de wand dat je met 1 of 2 treinen
per dag geen reizigers meer trekt. |
|
  |
|
Inmiddels
is het lijntje van Chalon naar Verdun (rood gestippeld
hierboven) opgeheven wegens gebrek aan geld voor het
benodigde onderhoud. Er rijden nog wel bussen, maar
daar mogen geen fietsen in. Het treinverkeer tussen
Reims en Metz is allang overgenomen door TGV's op de
nabijgelegen hogesnelheidslijn, die van Parijs naar
Straatsburg loopt. Die hebben 2x per dag plek voor fietsen.
Voor vroege vogels is er even na 6:00 uur ook nog een
intercity van Reims naar Metz via Charleville-Mézières.
Wil je echter van Reims naar Verdun, dan kun je 1x per
dag met je fiets in de TGV van station Champagne-Ardennes
(8 km van Reims) naar station Meuse (35 km van Verdun).
Verdun zelf is per trein nu alleen nog vanuit Metz te
bereiken. Twee keer per dag dus. Leve de vooruitgang...
Nu het nog
kan, neem ik in Verdun de avondtrein naar Metz. Dit
is een mooie dieseltrein, die vooral gebruikt wordt
door scholieren, die na 1 of 2 stations al uitstappen.
Er zijn 2 fietshaken, die maar net hoog genoeg zijn
voor mijn fiets (26 inch wielen met Big Apples; ik vermoed
dat een dikbandige 29 inch fiets met eenzelfde wielbasis,
109 cm, hier de grond zou raken). |
|

|
|
Ik
overnacht op de mooie tentvriendelijke camping aan de
rand van de sfeervolle binnenstad van Metz. De volgende
ochtend stap ik rond 9:30 in een snelle regionale trein
naar Luxemburg. Die gaan hier minstens eenmaal per uur
en hebben een stuk of 6 fietshaken. Op dit traject rijden
ook TGV's met fietsplekken, maar die mogen alleen met
een reservering (à € 10) worden gebruikt. |
|
In
Luxemburg blijkt de trein naar Brussel, die een kwartier
eerder al weg had moeten rijden, nog niet te zijn vertrokken.
Het is een dubbeldekker met in het midden een klapstoelcoupé
waar een stuk of 10 fietsen in passen als de klapstoelen
zijn ingeklapt.
Een conducteur opent voor mij de verlaagde ingang naar
deze coupé. Zonder zijn hulp zou ik ook via de
reguliere ingang naar binnen kunnen, maar dan moet de
fiets wel over een korte trap getild worden. |
|

|
|
Wanneer
de trein met ruim een half uur vertraging (maar nog
altijd 25 minuten vroeger dan de volgende trein) vertrekt,
blijkt weer eens dat deze Belgische intercity het qua
snelheid af moet leggen tegen een moderne regionale
expresstrein (TER) in Frankrijk. Op het 228 km lange
traject van Luxemburg naar Brussel Zuid stopt de trein
op maar liefst 13 tussengelegen stations. Volgens de
dienstregeling is de reistijd 3:18 uur. Net zo'n boemel
dus als de intercity van Brussel naar Amsterdam, die
3:20 uur doet over 226 km.
Ik had ook via Luik en Maastricht kunnen reizen. Dat
duurt nog wat langer en is voor mij ook duurder, omdat
ik dan korter door België reis en langer door Nederland.
In Nederland betaal ik altijd voor de afgelegde afstand,
maar in België heb ik een Rail Pass waarmee ik
voor € 76 binnen een jaar tien ritten tussen twee
Belgische stations kan maken, ongeacht de afstand tussen
die stations. Zo'n Rail Pass is alleen in België
te krijgen (dus niet via het internet), zowel aan de
loketten als bij de automaten.
Met deze Rail Pass is het voor mij nu aantrekkelijk
om zo lang mogelijk door België te reizen, in dit
geval van Arlon bij de Luxemburgse grens tot Essen bij
de Nederlandse grens. Ik hoef dan niet eens gebruik
te maken van treinen die daadwerkelijk op die stations
stoppen, als ik maar een aansluitend ticket heb tot
aan het eerste en vanaf het laatste Belgische station.
Ik hoef vanaf Antwerpen dus niet met het boemeltje te
reizen dat ook in Essen stopt, maar kan doorrijden met
de intercity naar Roosendaal, mits deze rijdt. |
|
|
|
De
intercity van Brussel naar Amsterdam bestaat ditmaal
niet uit het vertrouwde Beneluxmaterieel. In plaats
daarvan staan er wagons met ouderwetse 6-persoons coupés.
Een van deze coupés is verbouwd tot fietsenhok.
Stoelen zijn er verwijderd en er hangen nu 5 fietshaken
naast elkaar. Met twee andere vakantiefietsers wurm
ik fietsen en bagage door de smalle treindeur enkele
steile treden omhoog en daarna de bocht om en door de
schuifdeuren van de fietscoupé. |
|
 |
|
De
fietsen hangen net, als er wordt omgeroepen dat deze
trein niet zal vertrekken vanwege problemen in Nederland.
Conducteurs hebben geen idee wat er aan de hand is.
'De communicatie met de NS is tegenwoordig niet
meer wat het geweest is', zegt een van hen.
'Onverwerkt Fyraleed zeker?', vraag ik.
'Wie zal het zeggen', grijnst de treinbegeleider.
'Op vrijdagmiddag zijn er sowieso vaak problemen
met deze trein.'
In Antwerpen stroomt perron 22 langzaam vol met reizigers
die naar Nederland willen. De enige trein waarmee dit
nu kan, is de stoptrein naar Roosendaal. Voor mijn fiets
is er nog een plekje in het fietsenkot, maar de andere
fietsers mogen niet meer mee. Zij moeten naar Goes:
fietsend komen ze misschien wel sneller thuis dan met
de trein en zeker comfortabeler. Tussen Antwerpen en
Roosendaal sta ik met een half dozijn medereizigers
naast het fietsenkot. De rest van de trein is bomvol.
Gelukkig stoppen we ook in Luchtbal, Noorderdokken,
Ekeren, Sint Mariaburg, Kapellen, Heide, Kijkuit, Kalmthout,
Wildert en Essen. Bij elke stop staan de deuren minstens
een minuut open en kan er weer even frisse lucht worden
ingeademd. Enkele scholieren die onderweg nog in willen
stappen, bedenken zich en wachten toch maar liever op
de volgende trein.
In Roosendaal
wordt duidelijk wat er aan de hand is: een technische
storing in een tunnel tussen Zwijndrecht en Lombardijen,
waardoor op dat traject geen treinen rijden. Als dat
alles is, waarom rijdt er dan vanaf Brussel al geen
Beneluxtrein? Die had toch nog heen en weer kunnen rijden
tussen Brussel en Dordrecht? Typisch NS: bij een lokale
storing wordt het treinverkeer tot ver over de grens
in de war geschopt en moeten reizigers zelf maar uitzoeken
hoe ze op hun bestemming komen.
Gelukkig rijdt er nog een sprinter van Roosendaal tot
Zwijndrecht. Hoewel het vrijdagmiddag na 16:00 uur is
en fietsen nu tot 18:30 uur eigenlijk niet in de trein
mogen, is het in deze sprinter aangenaam rustig. Blijkbaar
zijn de meeste passagiers in Roosendaal achtergebleven
of daar overgestapt op een andere trein om via Den Bosch
en Utrecht verder te reizen.
Tegenover mij houdt een oudere dame met een gammele
vouwfiets in - vermoedelijk - vloeiend Antwerps een
gloedvol betoog over het naderende Einde der Tijden.
Haar buurman, die zo te horen uit Rotterdam komt, lijkt
quasi-geïnteresseerd te luisteren en knikt af en
toe instemmend.
'Dat Damascus nu wordt gebombardeerd, werd duizend
jaar geleden al voorspeld', vertelt de vrouw. Ik
vermoed dat ze Aleppo bedoelt, maar voel me niet geroepen
om haar te corrigeren. Ik verwacht dat ze zo dadelijk
wel over Nostradamus zal gaan reppen, maar die naam
valt niet. Blijkbaar tapt deze dame uit een ander vaatje
dan de gebruikelijke New Age apocalyptici. Ze vertelt
ook dat ze in Gorinchem moet zijn en niet goed weet
welke trein ze vanaf Dordrecht moet nemen. Haar buurman
stelt haar gerust.
'Er gaat maar één trein van Dordrecht
naar Gorinchem en die gaat maar één kant
op. Wel vanaf een ander perron, dat via een tunnel te
bereiken is.'
Op het station van Dordrecht vraagt ze opnieuw waar
de trein naar Gorinchem staat.
'Die roodwitte trein daar, aan de overkant', legt
een conducteur uit. 'Wel eerst nog even uitchecken bij
de NS en inchecken bij Arriva.'
Verward stapt de vrouw met haar vouwfiets de lift in.
Ik hoop voor haar dat reizen in het hiernamaals minder
ingewikkeld zal zijn dan een treinreis in Nederland...
In Dordrecht
besluit ik om de Waterbus naar Rotterdam te nemen. Ik
zou ook van Zwijndrecht naar Lombardijen kunnen fietsen,
maar op deze mooie nazomerdag heb ik wel zin in een
minicruise. Met een topsnelheid van 40 km/uur zoeft
de ronkende catamaran over de Noord naar de Nieuwe Maas.
Deze boten zouden duurzaam zijn, maar daar geloof ik
niks van: dan zouden ze langzamer moeten varen en bedekt
zijn met zonnepanelen die een fluistermotor voeden,
zoals je bij sommige fietspontjes wel ziet. Toch lijkt
het Einde der Tijden in de Waterbus wat verder weg dan
bij de NS.
'Na ons de zondvloed', denk ik nog, terwijl
ik ontspannen naar het schuimspoor van de catamaran
staar. Dan verschijnt opeens een levensgrote Ark van
Noach. Hier in de Bible Belt is men op alles voorbereid. |
|

|
|
Even
later lijken we zowaar op de Bosporus te varen. Hoge
minaretten priemen in de lucht: overblijfselen uit een
tijd zonder internet en satellietschotels, toen voor
het verspreiden van een geloof nog torens nodig waren.
Misschien zijn treinen binnenkort net zo achterhaald,
zodra er van alle spoorlijnen een railview beschikbaar
is in Google Earth en elke reis zonder storingen en
vertragingen virtueel gemaakt kan worden. |
|
 |
|
Dan
verschijnt de Erasmusbrug, het eindpunt van de Waterbus.
Ik stop met dagdromen en stap weer op mijn fiets om
nog een paar kilometer weg te trappen naar Rotterdam
Centraal. Daar blijken de treinen zowaar te rijden.
Het gaat lukken: 26 uur na mijn vertrek uit Verdun kom
ik aan in Leiden. |
|
|
|
|
|
|
|